ECLI:NL:RBMAA:2009:BK0345
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak verhuurder van medeplichtigheid aan drugshandel
In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan drugshandel door panden ter beschikking te stellen, heeft de rechtbank op 15 oktober 2009 uitspraak gedaan. De officier van justitie stelde dat de verdachte opzettelijk zijn panden ter beschikking stelde voor de handel in harddrugs, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om deze beschuldiging te ondersteunen. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waaronder deelname aan een criminele organisatie en het faciliteren van drugshandel. De rechtbank wees op het gebrek aan bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de drugshandel vanuit zijn panden en dat hij zich in nauwe en bewuste samenwerking met anderen had schuldig gemaakt aan de in- en uitvoer van harddrugs. De verdachte werd vrijgesproken van de feiten 1, 2 en 3, terwijl de rechtbank wel oordeelde dat hij zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift en witwassen, wat leidde tot een gevangenisstraf van 175 dagen, waarbij de tijd in voorarrest in mindering werd gebracht. De rechtbank benadrukte dat de betrouwbaarheid van notariële akten en hypotheekaanvragen van groot belang is voor het financieel-economische verkeer, en dat de verdachte door zijn handelen de financiële instellingen had misleid.