ECLI:NL:RBMAA:2009:BK0037

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
29 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-703795-08
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot levensberoving van brandweerlieden en veroordeling voor druggerelateerde misdrijven na brand in garage

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een brand in zijn garage. De brand ontstond op 19 december 2008, waarna brandweerlieden ter plaatse kwamen. De verdachte heeft tijdens hun vragen slechts gedeeltelijk naar waarheid geantwoord, wat leidde tot een andere blusaanpak. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was dat de brandweerlieden hierdoor aan een groter gevaar hebben blootgestaan, en sprak de verdachte vrij van de poging tot levensberoving en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de brandweerlieden.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte wel schuldig was aan het voorhanden hebben van een alarmrevolver en munitie, evenals het voorbereiden en bevorderen van de productie van amfetamine. In de ruimte waar de brand woedde, werden materialen aangetroffen die duidden op een laboratorium voor synthetische drugs. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/703795-08
Datum uitspraak: 29 mei 2009
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 mei 2009 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
Naam verdachte,
geboren te Geboortegegevens verdachte,
wonende te adresgegevens verdachte.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie III, onder 4, te weten een alarmrevolver, merk Kimar, kaliber .380K, en/of munitie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van categorie III, te weten 42 knalpatronen (met inscriptie 9mm/BX), voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl-MDA en/of metamfetamine en/of brolamfetamine en/of
amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl-MDA en/of metamfetamine en/of brolamfetamine en/of amfetamine, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, een groot aantal jerrycans, inhoudende diverse chemicaliën, te weten formamide en/of mierenzuur en/of zoutzuur en/of BMK, alsmede drie kookketels en/of rondbodemkolven en/of gasflessen en/of een scheidstrechter,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
3.
hij op of omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, een Porsche motorblok en/of een personenauto (Volkswagen Kever Cabrio) en/of een personenauto (merk Porsche) en/of een motor (eigenbouw Heritage, MX-97-KV) en/of een motor (merk Honda, MV-21-JJ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd motorblok en/of voornoemde auto en/of voornoemde motoren wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 december 2008 te Heerlen, in elk geval in Nederland, een Porsche motorblok en/of een personenauto (Volkswagen Kever Cabrio) en/of een personenauto (merk Porsche) en/of een motor (eigenbouw Heritage, MX-97-KV) en/of een motor (merk Honda, MV-21-JJ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde voertuigen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk Naam getuige M. en/of Naam getuige S.en/of de overige dienstdoende brandweerlieden van het leven te beroven, met dat opzet informatie heeft verzwegen/achtergehouden, te weten de aanwezigheid van een xtc-lab en/of de aanwezigheid van een tweede ingang naar de brandende ruimte, welke informatie noodzakelijk was om het bluswerk op veilige, verantwoorde wijze te verrichten en/of om op juiste en adequate wijze om te kunnen gaan met de gevaarzetting die door de aanwezigheid van een xtc-lab met toebehoren zoals jerrycans inhoudende diverse (brandbare en/of
(licht) ontvlambare) chemicaliën en/of hulpmiddelen zoals gasbranders met daarbij horende gasflessen, ontstaat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd Naam getuige M. en/of Naam getuige S.en/of de overige ter plaatse dienstdoende brandweerlieden, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet informatie heeft verzwegen/achtergehouden, te weten de aanwezigheid van een xtc-lab en/of de aanwezigheid van een tweede ingang naar de brandende ruimte, welke informatie noodzakelijk was om het bluswerk op veilige,
verantwoorde wijze te verrichten en/of om op juiste en adequate wijze om te kunnen gaan met de gevaarzetting welk door de aanwezigheid van een xtc-lab, met toebehoren zoals jerrycans inhoudende diverse (brandbare en/of (licht) ontvlambare) chemicaliën en/of hulpmiddelen zoals gasbranders met daarbij horende gasflessen, ontstaat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verbeterde schrijffout
Tengevolge van kennelijke schrijffouten staat in de tekst van de aan verdachte uitgereikte dagvaarding in regel 13 van het ten laste gelegde onder 2 vermeld “scheidstrechter” in plaats van “scheidtrechter” en in regel 5 van het ten laste gelegde onder 3 primair vermeld “zij” in plaats van “hij”.
De rechtbank herstelt deze fouten, aangezien dit mogelijk is zonder dat verdachte daardoor in zijn verdediging wordt geschaad.
De vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder
3 primair en subsidiair en onder 4 primair en subsidiair is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Ten aanzien van het onder 3 primair en subsidiair tenlaste gelegde:
Er is onvoldoende bewijs dat de in de tenlastelegging aangeduide voertuigen en voertuigonderdelen daadwerkelijk van misdrijf afkomstig zijn. Zo deze voorwerpen al van misdrijf afkomstig zouden zijn, dan nog staat niet vast dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen en/of verwerven van de voertuigen en voertuigonderdelen wist dan wel moest vermoeden dat deze voertuigen en voertuigonderdelen van misdrijf afkomstig waren.
Het is daarom dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde:
Blijkens de in het dossier opgenomen aangifte van Naam getuige M. en het verhoor als getuige van Naam getuige S.is verdachte door zowel Naam getuige M., Officier van Dienst bij de Brandweer Parkstad Limburg, als Naam getuige S., Bevelvoerder bij de Brandweer Parkstad Limburg, verzocht informatie te verschaffen die voor het blussen van de in verdachtes pand woedende brand relevant was.
Blijkens het verhoor van getuige Naam getuige S. is verdachte in dat kader gevraagd naar wat er aanwezig was in de brandende ruimte, of er een tweede ingang was en hoe daar te komen. Voorts is verdachte nog gevraagd naar het aanwezig zijn van stoffen en gasflessen in de brandende ruimte.
Verdachte heeft die vragen toen slechts gedeeltelijk naar waarheid beantwoord. Verdachte heeft immers, blijkens het verhoor van getuige Naam getuige S., weliswaar geantwoord dat er twee gasflessen stonden, maar heeft het bestaan van een tweede toegang en de in de brandende ruimte aanwezige laboratoriumopstelling bestemd voor de productie van synthetische drugs en de daarbij gestalde brandgevaarlijke en/of lichtontvlambare goederen, verzwegen.
Een en ander heeft de officier van justitie kennelijk gebracht tot het aan verdachtes adres maken van het verwijt zoals dat onder 4 op de dagvaarding prijkt.
Bij de beoordeling van dit, aan verdachte in twee varianten gemaakte verwijt, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of bewezen kan worden verklaard dat verdachte door te handelen zoals ten laste is gelegd, (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de dood van dan wel het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de in de tenlastelegging genoemde personen.
De rechtbank beantwoordt die vraag in al haar varianten ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
Hoewel boven alle redelijke twijfel verheven is dat door het door verdachte slechts gedeeltelijk naar waarheid beantwoorden van de hem door de brandweerlieden gestelde vragen, de brandweerlieden de brand op een andere wijze hebben bestreden dan zij gedaan zouden hebben indien zij zouden hebben geweten van een tweede ingang naar de brandende ruimte en/of van de in de brandende ruimte aanwezige goederen, staat onvoldoende vast dat de brandweerlieden door te handelen zoals zij thans gedaan hebben aan een significant groter gevaar voor lijf en leven hebben blootgestaan dan indien zij wel volledig van de situatie ter plaatse op de hoogte zouden zijn geweest. Zo is er geen deskundigenrapportage op basis waarvan een inschatting kan worden gemaakt van de mate waarin de brandweerlieden in concreto hebben blootgestaan aan de kans dat zij tijdens de bluswerkzaamheden “overvallen” zouden worden door ontploffingen en/of brandversnellingen en/of enig ander lijf en leven bedreigende omstandigheid.
Zo al moet worden aangenomen dat de brandweerlieden door te handelen zoals zij gedaan hebben aan een significant groter gevaar voor lijf en leven hebben blootgestaan, dan nog staat onvoldoende vast dat verdachte van dit gevaar geweten heeft en dit gevaar heeft willen aanvaarden.
Verdachte heeft zich, hoewel meermalen door de brandweerlieden gewaarschuwd om zich te verwijderen, meermalen (willen) begeven naar de brandende ruimte. Zo bezien zou verdachte zelf ook aan een verhoogd gevaar hebben blootgestaan. Bij gebrek aan aanwijzingen voor het tegendeel, wordt niet waarschijnlijk geacht dat verdachte geweten heeft van de eventueel aanmerkelijke kans dat een ontploffing en/of brandversnelling en/of enig ander lijf en leven bedreigende omstandigheid plaats zou vinden, en hij als gevolg daarvan zelf de dood zou kunnen vinden dan wel zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen, en dat hij die kans op de koop toe heeft willen nemen.
Verdachte dient daarom vrij te worden gesproken van hetgeen hem onder 4 ten laste is gelegd.
Nadere bewijsoverweging
Met betrekking tot hetgeen onder 2 ten laste is gelegd overweegt de rechtbank als volgt.
Standpunt van de Officier van Justitie:
Door de Officier van justitie is aangevoerd dat de feiten en omstandigheden zoals die uit het dossier naar voren komen, mede gelet op hun onderlinge samenhang, voldoende bewijs bieden dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Standpunt van de verdediging:
Door de verdediging is primair aangevoerd dat er geen sprake is van (wettig) bewijs voor de aanwezigheid van formamide, mierenzuur, zoutzuur, BMK en amfetamine.
Subsidiair is aangevoerd dat verdachte niet opzettelijk heeft gehandeld en niet wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de aangetroffen zaken en producten bestemd waren tot het plegen van het feit zoals dat ten laste is gelegd.
Door de verdediging wordt om deze redenen geconcludeerd tot vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank:
Op 18 december 2008 heeft er brand gewoed in een gedeelte van een aan verdachte toebehorend en bij hem in gebruik zijnd bedrijfspand. Na het blussen van de brand heeft de bevelvoerder van de brandweer, Naam getuige S., het bedrijfspand, dat gevestigd is op het adres Adresgegevens te Heerlen, geïnspecteerd en heeft daarbij geconstateerd dat in het gedeelte waar de brand woedde, kennelijk een laboratoriumopstelling voor de productie van synthetische drugs was geplaatst.
Het gedeelte waar de brand woedde, betrof een van de overige in het bedrijfspand ingerichte ruimten afgeschermd gedeelte. Bij de op 19 december 2008 plaatsgehad hebbende doorzoeking is daaromtrent geconstateerd dat vanuit de showroom de ruimte waar de brand woedde alleen te bereiken is via een andere ruimte en dat die andere ruimte alleen bereikt kan worden via een deur die zich bevond in een in de showroom geplaatste zogenoemde radiowand. Deze deur was met hetzelfde materiaal bekleed als de radiowand en was niet voorzien van een klink.
In de ruimte waar de brand woedde zijn bij de op 19 december 2008 plaatsgehad hebbende doorzoeking onder meer aangetroffen en inbeslaggenomen:
- een witte jerrycan met ongeveer 10 ml vloeistof met, volgens verbalisant Wijnen, de geur van BMK;
- drie industriële kookketels;
- zeven rondbodemkolven, waarvan één gebroken en waarvan drie met gevuld met vloeistof;
- zes gasflessen, en
- één scheidtrechter.
Blijkens het proces-verbaal kennisgeving inbeslagneming en de “Aanvraag onderzoek” is uit voornoemde witte jerrycan een monster genomen, voorzien van nummer O1A, en is uit één van de rondbodemkolven een monster genomen, voorzien van nummer L9A. Blijkens een in het dossier opgenomen “Tussentijds rapport” van het Nederlands Forensisch Instituut bevat eerstgenoemd monster benzylmethylketon (BMK) en bevat laatstgenoemd monster amfetamine en verbindingen die kunnen ontstaan bij de synthese van amfetamine volgens Leuckart.
Door de inspecteurs van politie V. en D.V., verbonden aan de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen, is een nader onderzoek uitgevoerd in de ruimte waar de brand woedde. Op basis van de in die ruimte aangetroffen materialen komen zij tot de conclusie dat in voormelde ruimte een laboratorium voor het vervaardigen van amfetamine volgens de zogeheten Leuckart-methode was ingericht. Hun bevindingen hebben voormelde inspecteurs van politie neergelegd in een proces-verbaal van bevindingen waarop handgeschreven de aantekening ‘concept’ is aangebracht en dat niet door hen is ondertekend.
Omtrent de ruimte waar de brand woedde zijn zowel door verdachte als door getuigen verklaringen afgelegd.
Getuige Naam getuige, een voormalige werknemer van verdachte, heeft als getuige verklaard dat zij niet wist van de ruimte achter de radiowand. Datzelfde verklaren Naam dochter 1 verdachte en Naam dochter 2 verdachte, de dochters van verdachte, alsook verdachtes werknemer V.V.. Ook verdachtes werknemer Naam werknemer heeft verklaard dat hij pas na de brand heeft gezien dat er een ruimte zat achter de ruimte die via de radiowand kon worden betreden, alsmede dat hij vóór de brand nimmer in die ruimte is geweest. Verdachtes voormalige werknemer Naam werknemer 2 heeft als getuige verklaard dat hij achteraf hoorde dat er een deur in de radiokast was en dat die deur voorheen niet zichtbaar was. Getuige Naam getuige heeft verklaard dat hij vanaf enig moment eens per week een middag op de zaak lette en dat hij pas na de brand kennis heeft genomen van de ruimte. Getuige Naam getuige 2 heeft verklaard dat hij in de periode vóór de brand in een periode van zes weken iedere dag een paar uur voor verdachte in zijn bedrijf heeft gewerkt en dat hij in die periode één maal in de ruimte waar de brand heeft gewoed is geweest, dat hij daar auto-onderdelen aantrof alsook een groot blauw kunststof vat en dat hij in de door hem beschreven periode niemand de ruimte heeft zien betreden.
Getuige Naam getuige heeft voorts nog verklaard dat verdachte, toen zij hem aansprak over hetgeen zij in de media over de zaak had vernomen, te kennen gaf dat het “overdreven” en “niet zoveel” was en dat hij het “voor jullie” had gedaan.
Getuige Naam werknemer 2 heeft ook verklaard over verdachtes reactie toen hij verdachte aansprak over hetgeen hij over de zaak had gehoord en gelezen; “Naam verdachte verklaarde hierover dat het niet veel voorstelde. Ze zeiden dan wel een lab, Naam verdachte zei nogmaals dat het niet veel voorstelde. Verder heeft Naam verdachte verteld dat hij om financiële redenen iets had willen proberen.”
Verdachte heeft bij de politie verklaard samen met zijn vrouw eigenaar te zijn van onder meer het bedrijfspand Adresgegevens te Heerlen en het daarin gevestigde garagebedrijf en dat hij werkzaam is in dit garagebedrijf.
Op vragen over de brand en de vervolgens aangetroffen goederen heeft verdachte zich tegenover de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Wel heeft hij een verklaring afgelegd ten overstaan van een door een verzekeraar ingeschakelde schade-expert. De schriftelijke weergave van die verklaring is door Naam expertise buro voorgehouden aan verdachte, waarna verdachte deze voor akkoord heeft ondertekend. Ter zitting heeft verdachte bevestigd deze verklaring aldus te hebben afgelegd.
In deze verklaring is onder meer vermeld dat verdachte voornemens was antiek van zijn vrouw te gaan ‘logen’ en dat hij in dat kader onder meer 15 à 20 zakken, naar de rechtbank begrijpt, caustic soda had gehaald, alsmede een jerrycan van 25 liter zoutzuur en 3 butagasflessen. Ook wordt in de verklaring – kort gezegd – gemeld dat verdachte een opstelling voor het logen had voorbereid en dat, toen verdachte met een handbrander een industriebrander wilde aansteken, hij een vonkje zag, een knal hoorde en gelijk een grote steekvlam zag. Hij had vervolgens zijn vrouw en dochter gewaarschuwd en gedrieën hadden zij het pand verlaten.
Ter terechtzitting heeft verdachte een verklaring afgelegd met de volgende strekking:
De ruimte waarin de brand heeft gewoed had hij enkele weken voordien verhuurd aan derden over wie hij geen verdere gegevens wenst te verstrekken. Dit laatste, omdat hij door dezen of door een van hen was bedreigd na de brand.
Als tegenprestatie voor de verhuur van de ruimte zou hij € 2.000,00 per maand ontvangen. Er zouden waardevolle spullen moeten worden gestald. De ruimte was ongeveer 7 à 8 x 3 meter groot.
Aan de huurder(s) had verdachte een sleutel gegeven van de poort rondom het bedrijfsterrein en een sleutel van de deur in de radiowand.
Verdachte heeft nooit gezien dat de huurder(s) de ruimte hebben betreden. Wel heeft hij gemerkt dat ‘ze’ een paar keer waren geweest als hij niet aanwezig was. Verdachte heeft desgevraagd niet nader willen toelichten op welke wijze hij dat dan had gemerkt.
Verdachte heeft ontkend dat hij wist welke zaken zich in de ruimte bevonden. Gevraagd naar zijn verklaring ten overstaan van de schade-expert, op het punt waar hij spreekt over de aanschaf van verschillende materialen voor het ‘logen’ die ook gebruikt worden voor/bij de productie van amfetamine, heeft verdachte gezwegen.
Verdachte gaf aan dat het bedrijfsterrein aan Adresgegevens middels een alarm is beveiligd. ’s Avonds en als hij en zijn vrouw voor langere tijd weg zijn, wordt het alarm ingeschakeld. In de korte periodes dat verdachte en zijn vrouw er niet zijn, zijn er personeelsleden aanwezig en/of wordt het terrein bewaakt door de honden van verdachte. De huurder(s) hebben niet de code van het alarm ontvangen. Desgevraagd kon verdachte niet verklaren hoe, gegeven deze omstandigheden, de derde(n) dan het bedrijfsterrein zou(den) kunnen betreden als hij er niet was. Ook kon verdachte niet verklaren hoe de goederen dan wel in zijn afwezigheid in de afgeschermde ruimte zouden kunnen zijn gebracht.
Op de avond van de brand hoorde hij een klap uit richting van de verhuurde ruimte en zag hij iemand, van wie hij de identiteit niet wil onthullen, wegrennen. Vervolgens heeft hij geconstateerd dat er brand was in de verhuurde ruimte, welke ruimte hij vanaf het moment dat deze verhuurd was, niet meer had betreden en heeft hij geprobeerd de brand te blussen.
Het vorenstaande leidt de rechtbank tot het volgende oordeel.
Voorop gesteld dient te worden dat – tenzij uit feiten en/of omstandigheden anders blijkt – degene, die over een onroerend goed de beschikkingsmacht heeft, voor hetgeen zich daarin bevindt verantwoordelijk is en daarvan ook wetenschap heeft.
Verdachte heeft verklaard, en ook overigens is gebleken, dat hij eigenaar is van het garagebedrijf op het adres Adresgegevens te Heerlen en dat hij daar ook werkt en woont.
Verdachte heeft ten overstaan van zijn (voormalige) werknemers Naam getuige en Naam werknemer 2 uitlatingen gedaan die wijzen op betrokkenheid bij de aangetroffen goederen.
Van (de aanwezigheid van) de door verdachte opgevoerde derde(n) is op geen enkele wijze gebleken. Geen van de als getuige gehoorde (ex-)werknemers van verdachte rept van de aanwezigheid van (een) onbekende derde(n) in het garagebedrijf van verdachte. In de ruimte waar de brand heeft gewoed, is ook geen spoor van een of meer derden aangetroffen.
Het, eerst ter zitting ingenomen, standpunt van verdachte komt er op neer dat hij aan een derde of derden een gedeelte van zijn bedrijfspand heeft verhuurd zonder dat hij wist wat deze(n) daarmee precies zou(den) willen doen. Zeker gelet op het feit dat verdachte niet wenste te verklaren over zijn relatie met deze perso(o)n(en), is dat een zeer ongewone afspraak; verdachte zou aan een of meer derden tegen betaling een ruimte in zijn pand waarin zijn bedrijf en zijn woning zijn gesitueerd, ter beschikking hebben gesteld, zonder dat hij zou weten wat er in de ruimte zou worden geplaatst.
Als tegenprestatie zou verdachte € 2.000,00 per maand ontvangen, hetgeen een hoog bedrag is voor een van verdere faciliteiten gespeende ruimte van ongeveer 7 à 8 x 3 meter.
De aanwezigheid van een of meer onbekende derden acht de rechtbank daarenboven onaannemelijk gelet op de verklaring van verdachte dat hij de derde(n) gedurende de huurperiode niet heeft gezien, terwijl tegelijkertijd buiten zijn medeweten niemand het bedrijfsterrein kan betreden. Wanneer hij er zelf niet is, zijn er immers personeelsleden aanwezig of is het terrein middels een alarm en honden beveiligd.
Het voorgaande brengt mee dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist wat zich in de ruimte achter de radiowand bevond. Verdachte heeft de in de ruimte waar de brand heeft gewoed aanwezige goederen in strafrechtelijke zin voorhanden gehad.
De goederen waarvan in ieder geval vaststaat dat verdachte die voorhanden heeft gehad – een groot aantal jerrycans, inhoudende diverse chemicaliën, waaronder BMK, industriële kookketels, rondbodemkolven, gasflessen en een scheidtrechter – leiden, gevoegd bij het feit van algemene bekendheid dat deze goederen worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs, tot de conclusie dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorbereiden en/of bevorderen van de in artikel 10 van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
De verdediging heeft aangevoerd dat er geen wettig bewijs is voor de aanwezigheid van BMK en amfetamine.
Er zijn geen processen-verbaal van het nemen van monsters opgemaakt, zodat de handelwijze op dat punt niet kan worden gecontroleerd. Het NFI heeft in het kader van een ander, in deze zaak plaatsgehad hebbend onderzoek – naar een volgelaatsmasker – gerapporteerd dat de bemonstering van het stuk van overtuiging veilig is gesteld onder een ander SIN (Sporen Identificatie Nummer) dan het oorspronkelijke SIN. Het proces-verbaal van verbalisanten van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen is niet ondertekend en is daarmee geen proces-verbaal is in de zin van artikel 152 Wetboek van Strafvordering. Het proces-verbaal kan als ‘ander geschrift’ slechts gelden als bewijs in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Het proces-verbaal van inbeslagneming is geen ter zake relevant bewijsmiddel, mede gelet op het feit dat het niet ten spoedigste is opgemaakt.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Er is, gelet op de inhoud van het proces-verbaal van inbeslagneming, het verzoek om onderzoek bij het NFI en het rapport van het NFI, in onderling verband en samenhang beschouwd, geen aanleiding om te veronderstellen dat er onvolkomenheden zijn opgetreden bij de monsterneming en het daarop volgende onderzoek van de monsters. De enkele verwijzing naar hetgeen het NFI heeft opgemerkt met betrekking tot het SIN van het volgelaatsmasker maakt dat niet anders.
Het feit dat het proces-verbaal van de doorzoeking en de inbeslagneming op 19 december 2008 pas is opgemaakt op 28 januari 2009, maakt dit proces-verbaal niet ongeschikt als bewijsmiddel. Enkel de verstreken tijd biedt daarvoor onvoldoende reden, terwijl ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die tot bewijsuitsluiting zouden nopen.
Het proces-verbaal van verbalisanten van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen wordt door de rechtbank gehanteerd als een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering. In de bewijsconstructie wordt dit geschrift dan ook enkel in combinatie met de andere bewijsmiddelen gebruikt.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte hetgeen hem onder 1 en 2 ten laste is gelegd heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen, een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie III, onder 4, te weten een alarmrevolver, merk Kimar, kaliber .380K en munitie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van categorie III, te weten 42 knalpatronen met inscriptie 9mm/BX, voorhanden heeft gehad;
2.
hij omstreeks 19 december 2008 in de gemeente Heerlen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl-MDA en/of metamfetamine en/of brolamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl-MDA en/of metamfetamine en/of brolamfetamine en/of amfetamine, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, een groot aantal jerrycans, inhoudende diverse chemicaliën, waaronder BMK, alsmede drie kookketels en rondbodemkolven en gasflessen en een scheidtrechter, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en).
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 meer of anders ten laste is gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
T.a.v. feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met artikel 10a lid 1 onder 3 van de Opiumwet.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 primair zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De raadsman heeft primair bepleit om te volstaan met een geldboete terzake van feit 1. Voor het geval de rechtbank ook de overige tenlastegelegde feiten bewezen zou verklaren, heeft hij subsidiair bepleit een combinatie van een werkstraf, een voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete op te leggen, aangezien de verdachte zijn bedrijf niet in stand kan houden indien hij een gevangenisstraf moet ondergaan.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, mede in verhouding tot andere strafbare feiten, met het belang van een juiste normhandhaving en met de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank rekent het verdachte aan, dat hij een alarmrevolver en munitie in zijn bedrijfsruimte heeft gebracht en aldaar in een bureaulade heeft gedeponeerd. Verdachte heeft niets ondernomen om het verboden wapenbezit te beëindigen.
De rechtbank rekent het verdachte ook aan dat hij betrokken is geweest bij de (voorbereiding en/of bevordering van de) productie van synthetische drugs. Drugs, die grote gevaren opleveren voor de gezondheid van de gebruikers ervan. De handel in en het gebruik van verdovende middelen gaat daarbij vaak gepaard met diverse vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor aan de samenleving ernstige schade wordt berokkend.
De rechtbank zal om voormelde redenen overgaan tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf. In de omstandigheid dat verdachte niet eerder is veroordeeld, ziet de rechtbank aanleiding om een gedeelte van de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank zal de aan verdachte op te leggen vrijheidsbenemende straf beperken tot nader te noemen omvang, nu zij zich ervan bewust is dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf negatieve gevolgen geeft voor de bedrijfsvoering van verdachte.
De rechtbank houdt er voorts in het voordeel van verdachte rekening mee dat hij niet eerder is veroordeeld.
Het beslag
De officier van justitie heeft de onttrekking aan het verkeer van de onder de nummers 1 tot en met 110 en 113 tot en met 120 op de beslaglijst opgenomen voorwerpen gevorderd.
De rechtbank overweegt omtrent de op de beslaglijst opgenomen voorwerpen het navolgende.
Ten aanzien van de in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen in de beslaglijst opgenomen onder de nummers 1 tot en met 110, is bij het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat het voorwerpen zijn met behulp van welke het onder 2 bewezen verklaarde is begaan. Nu deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang, zullen deze voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken.
Ten aanzien van de in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen in de beslaglijst opgenomen onder de nummers 113, 114, 115, 117 en 118, zal de rechtbank, gelet op het bepaalde in de artikelen 36b, 36c en 36d van het Wetboek van Strafrecht, de vordering van de officier van justitie niet volgen. Met betrekking tot de voorwerpen genummerd 113, 115, 117 en 118 kan niet worden vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. Van het voorwerp genummerd 114, personenauto VW Kever, staat wel vast dat het chassisnummer is vervalst, echter dit voorwerp behoort niet aan de verdachte toe. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om met betrekking tot deze voorwerpen de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer te gelasten.
Ten aanzien van de in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen in de beslaglijst opgenomen onder de nummers 119 en 120, is bij het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Deze voorwerpen zullen daarom aan het verkeer worden onttrokken.
Ten aanzien van de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen zoals in de beslaglijst opgenomen onder de nummers 111, 112, 113, 117, 118 en 121 tot en met 132 ,
zal de rechtbank de teruggave aan Naam verdachte, voornoemd, gelasten.
Ten aanzien van het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp zoals in de beslaglijst opgenomen onder nummer 114, zal de rechtbank de teruggave aan R.M. gelasten.
Ten aanzien van het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp in de beslaglijst opgenomen onder nummer 115, zal de rechtbank de teruggave aan de rechthebbende, zijnde B.P., gelasten. Het voorwerp onder nummer 115 is onder verdachte inbeslaggenomen en verdachte heeft diverse keren te kennen gegeven dat dit voorwerp eigendom is van B.P. en wat hem betreft terug kan naar B.P..
Ten aanzien van het in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp in de beslaglijst opgenomen onder nummer 133 volgt uit het dossier dat dit voorwerp ten onrechte op de beslaglijst van verdachte staat, immers is het goed in beslag genomen bij de doorzoeking van de woning van R.M.. Nu geen mogelijkheid voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van dit voorwerp bestaat, zal de rechtbank de teruggave van dit voorwerp aan de rechthebbende, zijnde R.M., gelasten.
De vordering van de benadeelde partij
Ter terechtzitting is het formulier, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij Brandweer Parkstad Limburg, de heer Naam getuige M.,
Adresgegevens getuige M. zich ter zake van haar vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte ten aanzien van het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, kan de benadeelde partij alleen om deze reden al niet in haar vordering worden ontvangen.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op:
- de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en
- de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 3 primair of subsidiair en onder 4 primair of subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 14 maanden;
- beveelt, dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot vijf maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit;
- beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomene, te weten:
- 2008169486 1 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
30 L.
O 1
- 2008169486 2 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 1A monster uit witte jerrycan
- 2008169486 3 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
FOR 30 L
O 2 blauwe kunststof ton
- 2008169486 4 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 2A monster uit blauw kunststof vat
- 2008169486 5 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L
O 3 inh. ca.7 ltr. heldere vloeistof
- 2008169486 6 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 3A geur ammonia
- 2008169486 7 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
30 L
O 4
- 2008169486 8 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 4A geur BMK
- 2008169486 9 1.00 STK diverse goederen Kl:wit
VAT 60 L
O 5
- 2008169486 10 1.00 STK diverse goederen Kl:wit
VAT 60 L.
O 6
- 2008169486 11 1.00 STK diverse goederen Kl:wit
VAT 60 L.
O 7 geur amfetamine
- 2008169486 12 1.00 STK diverse goederen Kl:wit
VAT 60 L
O 8 tekst formide
- 2008169486 13 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 60 L
O 9
- 2008169486 14 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 60 L
O 10
- 2008169486 15 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 60 L.
O 11
- 2008169486 16 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 60 L
O 12 gevulde met heldere vloeistof
- 2008169486 17 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 12A uit blauw vat
- 2008169486 18 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
30 L
O 13
- 2008169486 19 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 13A uit jerrycan
- 2008169486 20 1.00 STK Metselkuip Kl:zwart
65 L
O 14
- 2008169486 21 1.00 STK diverse goederen
ZUURKOOLVAT 55 L
O 15 geheel gevuld met vloeistof
- 2008169486 22 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 15A uit zuurkoolvat
- 2008169486 23 1.00 STK diverse goederen
ZUURKOOLVAT 55 L
O 16 geheel gevuld met vloeistof
- 2008169486 24 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 16A uit zuurkoolvat
- 2008169486 25 1.00 STK diverse goederen
ZUURKOOLVAT 55 L
O 17 geheel gevuld met vloeistof
- 2008169486 26 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
O 17A uit zuurkoolvat
- 2008169486 27 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 220 L
B 1 inh. ca 5 ltr vloeistof
- 2008169486 28 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
B 1A uit blauw vat
- 2008169486 29 1.00 STK Gasinstallatie
W 1 gasbrander op standaard
- 2008169486 30 1.00 STK diverse goederen
W 2 metalen standaard
- 2008169486 31 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 22 L
L 1 inh. heldere vloeistof PH=14
- 2008169486 32 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 1A uit kunststof vat
- 2008169486 33 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 220 L
L 2
- 2008169486 34 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 2A uit kunststof vat
- 2008169486 35 1.00 STK diverse goederen
L2B verbrande resten van kunststof vat
- 2008169486 36 1.00 STK Gasfles
L 3 gemodificeerd vermoedelijk tbv stoomdestilatie
- 2008169486 37 1.00 STK Gasfles
L 4
- 2008169486 38 1.00 STK Jerrycan
25 L
L 5 grotendeels weggebrand
- 2008169486 39 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 5A uit verbrande jerrycan
- 2008169486 40 1.00 STK diverse goederen
20 L
L 6 3 hals rondbodemkolf met ca.5 ltr.vloeistof
- 2008169486 41 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 6A
- 2008169486 41A 1.00 STK Emmer Kl:zwart
L7 inh. gebroken driehals rondbodemkolf (als L6)
- 2008169486 42 1.00 STK diverse goederen
RONDBODEMKOLF 20 L
L 8 op brander inh. ca 5 ltr.vloeistof
- 2008169486 43 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 8 A
- 2008169486 44 1.00 STK diverse goederen
RONDBODEMKOLF 20 L
L 9 inh. ca 15 ltr.vloeistof
- 2008169486 45 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 9 A
- 2008169486 46 1.00 STK Ketel
L10 met 3 branders, inh. ca. 15 ltr.vloeistof
- 2008169486 47 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 10 A
- 2008169486 48 1.00 STK diverse goederen
L 10 B deksel behorende bij L 10
- 2008169486 49 1.00 STK Gasfles
L11 gemodificeerd verm. tbv. stoomdestilatie
- 2008169486 50 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
VAT 60 L
L 12 sterk ingebrand inh. heldere vloeistof
- 2008169486 51 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 12 A
- 2008169486 52 1.00 STK Ketel
L 13 inh. ca 30 ltr.vloeistof
- 2008169486 53 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 13A
- 2008169486 54 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
TON rond
L 14 1/3e ingebrand
- 2008169486 55 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 14A
- 2008169486 56 1.00 STK Ketel
INDUSTRIEEL
L 15 inh. ca 15 ltr.vloeistof
- 2008169486 57 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 15A
- 2008169486 58 1.00 STK diverse goederen Kl:blauw
TON 60 L
L 16 sterk ingebrand
- 2008169486 59 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 16A
- 2008169486 60 1.00 STK Container
IBC 1000 L
L 17 inh. vloeistofpomp
- 2008169486 61 1.00 STK Gasfles
L 18
- 2008169486 62 1.00 STK diverse goederen
ZUURKOOLVAT 54 L
L 19 inh. ca.25 Ltr. vloeistof
- 2008169486 63 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 19A
- 2008169486 64 1.00 STK Gasfles
L 20 voorzien van drukregelaar en slang
- 2008169486 65 1.00 STK Jerrycan
L 20A lag naast L20
- 2008169486 66 1.00 STK Jerrycan
L 20 B lag naast L20
- 2008169486 67 1.00 STK Gasfles
L 21 voorzien van drukregelaar en slang
- 2008169486 68 1.00 STK Gasfles
L 22 voorzien van drukregelaar en slang
- 2008169486 69 1.00 STK Gasfles
GEMODIFICEERD
L 23 vermoedelijk tbv stoomdestilatie
- 2008169486 70 1.00 STK Gasfles
L 24 voorzien van drukregelaar en slang
- 2008169486 71 1.00 STK Gasfles
GEMODIFICEERD
L 25 vermoedelijk tbv stoomdestilatie
- 2008169486 72 1.00 STK diverse goederen
BAK
L 26
- 2008169486 73 2.00 STK Jerrycan
ZOUTZUUR 30 %
L 27
- 2008169486 74 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 27 A
- 2008169486 75 1.00 STK diverse goederen Kl:wit
LEKBAK kunststof
L 28 inh. emmer en jerrycan met ca.5 ltr.inhoud
- 2008169486 76 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 28A
- 2008169486 77 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L.
L 29 inh. 10 ltr. vloeistof
- 2008169486 78 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 29A
- 2008169486 79 1.00 STK diverse goederen
SOLVAY 25 KG
L30 kunststof zak inh. ca 8 kg. caustic soda
- 2008169486 80 8.00 STK Emmer Kl:zwart
12 L.
L 31
- 2008169486 81 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L
L 31 inh. ca 20 ltr. vloeistof
- 2008169486 82 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 32A
- 2008169486 83 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L
L 33 ca 12 ltr. bruin residu
- 2008169486 84 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 33 A
- 2008169486 85 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L.
L 34
- 2008169486 86 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L.
L 35
- 2008169486 87 2.00 STK Jerrycan
ZOUTZUUR 30% 5 L.
L 36
- 2008169486 88 1.00 STK Jerrycan
5 L.
L 37 gevuld met heldere vloeistof
- 2008169486 89 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 37 A
- 2008169486 90 1.00 STK diverse goederen
L 38 spiraalkoeler 100 cm lengte
- 2008169486 91 1.00 STK Gasfles
L 39
- 2008169486 92 1.00 STK Gasfles
L 40
- 2008169486 93 1.00 STK Gasfles
L 41
- 2008169486 94 1.00 STK Doos
L 42 inh. vacuumzakken en losse handschoenen
- 2008169486 95 2.00 STK Handschoen Kl:rood
L 43 lengte ca. 60 cm
- 2008169486 96 1.00 STK diverse goederen
VAT 60 L.
L 44 gevuld met heldere vloeistof
- 2008169486 97 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 44A
- 2008169486 98 1.00 STK Jerrycan Kl:wit
25 L.
L 45
- 2008169486 99 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 45 A
- 2008169486 100 20.00 STK Jerrycan
M 25 L
L46 7 vol, 7 leeg, 6 versmolten
- 2008169486 101 1.00 STK diverse goederen
MONSTER
L 46 A
- 2008169486 102 1.00 STK diverse goederen
10 L.
L 47 trechter
- 2008169486 103 1.00 STK Ventilator
Z 1 slakkenhuis
- 2008169486 104 1.00 STK Ventilator
Z2 slakkenhuis
- 2008169486 105 1.00 STK Ventilator
Z3 slakkenhuis
- 2008169486 106 1.00 STK diverse goederen
RONDBODENKOLF 20 L
Z 4 glas
- 2008169486 107 1.00 STK diverse goederen
RONDBODENKOLF 20 L.
Z 5 glas
- 2008169486 108 1.00 STK diverse goederen
RONDBODENKOLF 20 L.
Z 6 glas
- 2008169486 109 4.00 STK diverse goederen
SPIRAALKOELERS
Z 7 ongeveer 80 cm.
- 2008169486 110 1.00 STK diverse goederen
SOLVAY 25 KG. kunststof
SA 1 zak gevuld met caustic soda
- 2008169486 119 1.00 STK Wapen Kl:zwart
KIMAR 380-K 9 mm
gas-alarmrevolver incl. patronen in houder
- 2008169486 120 37.00 STK Munitie Kl:goudkleur
9 mm k bx (in groene doos);
gelast de teruggave aan Naam verdachte van het inbeslaggenomene, te weten:
- 2008169486 111 1.00 STK Camper
Fiat X 244 2002 BT-FJ-92
- 2008169486 112 1.00 STK Personenauto 99-ZP-RD
MERCEDES M1 350 2004 Kl: blauw
- 2008169486 117 1.00 STK Personenauto
PORSCHE Kl: zwart
klassiek model motornr. of chassisnr. niet in orde
- 2008169486 118 1.00 STK Motorfiets MV-21-JJ
HARLEY DAVIDSON Kl: rood
kenteken hoort thuis op Honda
- 2008169486 121 Geld Nederlands
5065,- euro (IBG 19-12-2008)
- 2008169486 122 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden van dooren
- 2008169486 123 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden hydraflex
- 2008169486 124 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden rajapack/klok logistics
- 2008169486 125 1.00 STK Boek
Kruse Ootmarsum catalogus
- 2008169486 126 5.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden oxxio
- 2008169486 127 3.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden vegro
- 2008169486 128 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden electro scheppers
- 2008169486 129 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden van dooren
- 2008169486 130 3.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden plieger
- 2008169486 131 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden parking serena
- 2008169486 132 1.00 STK Papier
schriftelijke bescheiden notities;
- 203-206412 113 1.00 STK Motorblok
motornummer niet leesbaar;
- gelast de teruggave aan R.M., Adresgegevens R.M. van het inbeslaggenomene, te weten:
- 203-206412 114 1.00 STK Personenauto
VOLKSWAGEN Kever
motor (chassisnummer vals);
- 2008169486 133 1.00 STK Papier Kl:wit
opschr. ;
- gelast de teruggave aan B.P., Adresgegevens B.P.van het inbeslaggenomene, te weten:
- 203-206412 115 1.00 STK Motorfiets MX-97-KV,
HARLEY DAVIDSON Heritage 2002 Kl:groen,
motornummer niet in orde;
- verklaart de benadeelde partij Brandweer Parkstad Limburg, de heer Naam getuige M.,
Adresgegevens getuige M., in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij Brandweer Parkstad Limburg, de heer Naam getuige M., in de
kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. J.H. Klifman, voorzitter, mr. M.B. Bax en mr. B.R.M. de Bruijn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Schuwirth, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 29 mei 2009.