ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ5379
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en schadevergoeding na geweldsincident
In deze zaak heeft een vrachtwagenchauffeur een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, nadat hij een beëindigingsovereenkomst had getekend waarin zijn arbeidsovereenkomst per 11 februari 2009 werd beëindigd. De chauffeur betwist de geldigheid van deze overeenkomst en vordert doorbetaling van zijn loon met alle emolumenten. De werkgever heeft een voorwaardelijk ontbindingsverzoek ingediend voor het geval de beëindigingsovereenkomst niet standhoudt. De chauffeur heeft in deze procedure een zelfstandig tegenverzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2009 te ontbinden en een schadevergoeding van € 75.000,-- te ontvangen, omdat hij stelt dat er een onwerkbare situatie is ontstaan door lichamelijk geweld van de directeur van het bedrijf tijdens een incident op 4 november 2008.
De kantonrechter heeft de chauffeur toegelaten bewijs te leveren van zijn stelling. Na het horen van twee politieagenten als getuigen, concludeert de kantonrechter dat de chauffeur is geslaagd in zijn bewijslevering. De getuigen hebben verklaard dat de directeur fysiek geweld heeft gebruikt, wat heeft geleid tot lichamelijk letsel bij de chauffeur. De kantonrechter oordeelt dat de verstoring van de arbeidsrelatie te wijten is aan de werkgever en kent de chauffeur een vergoeding van € 30.000,-- toe.
De werkgever heeft betoogd dat hij niet in staat is om een hoge vergoeding te betalen, maar de kantonrechter verwerpt dit standpunt, omdat de werkgever niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie. De kantonrechter oordeelt dat de beëindigingsovereenkomst geen stand houdt en dat de arbeidsrelatie door toedoen van de werkgever is verstoord. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever tot verwijzing naar de rechtbank Venlo af en kent de chauffeur de gevorderde schadevergoeding toe, evenals de proceskosten.