ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ5265

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
29 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
140688 / S RK 09-544
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot echtscheiding met nevenvoorziening en beoordeling van ouderschapsplan

In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 29 juli 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding met nevenvoorziening, ingediend door de vrouw en de man op 25 mei 2009. Bij het verzoekschrift is een echtscheidingsconvenant overgelegd, waarin de onderlinge regelingen zijn vastgelegd. De minderjarige kinderen, die de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt, zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken, wat zij hebben gedaan tijdens de zitting op 9 juni 2009.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift en het ouderschapsplan niet voldoen aan de eisen van artikel 815 leden 3 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Er is geen duidelijkheid gegeven over hoe de kinderen betrokken zijn bij het opstellen van de regelingen en hoe de ouders elkaar informeren over belangrijke zaken met betrekking tot de kinderen. De rechtbank heeft opgemerkt dat de minderjarige kinderen [B.] en [C.] wel betrokken zijn, maar dat dit niet geldt voor het minderjarige kind [Q.], dat nog niet de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt.

Gezien deze tekortkomingen heeft de rechtbank besloten om de beslissing aan te houden. De man en de vrouw krijgen de gelegenheid om aan te geven hoe het minderjarige kind [Q.] betrokken is bij het ouderschapsplan en hoe zij elkaar informeren over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de kinderen. De rechtbank houdt iedere beslissing aan voor de duur van vier weken, zodat partijen de kans krijgen om de benodigde informatie te verstrekken.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 29 juli 2009
Zaaknummer: 140688 / S RK 09-544
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven inzake:
[de vrouw],
wonende [adres],
en:
[de man],
wonende [adres],
verzoekers,
verder te noemen: de vrouw en de man,
advocaat mr. R.P.H.W. Haas.
1. Verloop van de procedure
De vrouw en de man hebben op 25 mei 2009 een gemeenschappelijk verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvoorziening ingediend.
De vrouw en de man hebben bij het verzoekschrift overgelegd een door hen ondertekend echtscheidingsconvenant bevattende de getroffen onderlinge regelingen als bedoeld in artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarvan een afschrift aan deze beschikking is gehecht.
De minderjarige kinderen die de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt zijn bij schrijven d.d. 27 mei 2009 in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
De minderjarige kinderen hebben hun mening kenbaar gemaakt ter zitting van 9 juni 2009.
2. Beoordeling
Uit de stukken blijkt hetgeen de vrouw en de man hebben gesteld omtrent de plaats en de dag van de voltrekking van het huwelijk, de voornamen en de geboortedag van de thans nog minderjarige kinderen en de nationaliteit van partijen.
Het verzoekschrift, noch het ouderschapsplan geeft weer op welke wijze de kinderen bij het opstellen van de in artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoemde regelingen zijn betrokken. De rechtbank is van oordeel dat uit het kinderverhoor ter zitting van 9 juni 2009 voldoende is gebleken dat de minderjarige kinderen [B.] en [C.], die de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt, betrokken zijn bij het opstellen van de in het ouderschapsplan vervatte regelingen. Dit geldt echter niet voor het minderjarige kind [Q.], dat de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt. Evenmin geeft het verzoekschrift, noch het ouderschapsplan weer op welke wijze de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de drie minderjarige kinderen Daarmee is niet voldaan aan artikel 815 leden 3 en 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank zal gezien het voorgaande de beslissing op het verzoek aanhouden, teneinde de man en de vrouw in de gelegenheid te stellen aan te geven op welke wijze het minderjarige kind [Q.] betrokken is bij het opstellen van het ouderschapsplan, alsmede op welke wijze de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen [B.], [C.] en [Q.].
3. Beslissing
De rechtbank:
Houdt iedere beslissing aan voor de duur van vier weken.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.M.I.A. Bregonje, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
GK/PA