ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ3917

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
29 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-702783-09
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift en oplichting bij woningtaxaties en hypotheekfraude

Op 29 juli 2009 heeft de Rechtbank Maastricht in een strafzaak uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift en oplichting. De verdachte had in de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 februari 2007 in Sittard meermalen valse taxatierapporten en een waardebepaling opgemaakt. Deze documenten waren bedoeld om hypotheken te verkrijgen, waarbij de verdachte de schijn wekte dat de taxaties waren uitgevoerd door een gecertificeerde makelaar. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de bewijsstukken die tijdens de zitting zijn gepresenteerd.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat deze niet van zo eenvoudige aard was dat deze zich leende voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vier maanden voorwaardelijk op, met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 240 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de noodzaak om de belangen van huiseigenaren te beschermen tegen onverantwoorde risico's bij het aangaan van financiële verplichtingen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door het opmaken van valse documenten, niet alleen de banken had misleid, maar ook de huiseigenaren had benadeeld. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan een voortgezette handeling van valsheid in geschrift en oplichting, wat de rechtbank zwaar aanrekende. De uitspraak benadrukt de noodzaak van betrouwbaarheid in het financieel-economische verkeer, vooral bij het verstrekken van hypotheken, en de rol van gecertificeerde taxateurs in het waarborgen van deze betrouwbaarheid.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/702783-09
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 juli 2009
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsvrouw is mr. D.M.H.R. Garé, advocate te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 juli 2009, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: valse taxatierapporten en een valse waardebepaling heeft opgemaakt;
Feit 2: samen met anderen een groot aantal huiseigenaren en een aantal banken heeft opgelicht door valse taxatierapporten en een valse waardebepaling op te maken.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen. Daarbij acht de officier van justitie niet bewezen dat verdachte het tweede feit samen met anderen heeft gepleegd. Ook acht de officier van justitie niet bewezen dat verdachte door middel van de valse geschriften banken heeft bewogen tot het verstrekken van leningen. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak van het ten laste gelegde. De verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting erkend in strijd met de waarheid op de taxatierapporten en de waardebepaling te hebben vermeld dat de taxaties en waardebepaling waren uitgevoerd door [B.], waarmee de schijn werd gewekt dat de taxaties door een gecertificeerde makelaar/taxateur waren uitgevoerd. Ook heeft verdachte toegegeven de handtekening van [B.] te hebben nagebootst.
Verdachte heeft verklaard voor het opmaken van de taxatierapporten en waardebepaling betalingen te hebben ontvangen van de desbetreffende huiseigenaren.
De taxatierapporten en waardebepaling waren bestemd om te worden gebruikt bij de beoordeling van hypotheekaanvragen. Verdachte heeft verklaard dat hij de rapporten en waardebepaling in strijd met de waarheid opmaakte, omdat de banken anders de taxaties niet zouden accepteren.
Verdachte heeft naar voren gebracht niet geweten te hebben dat [B.] ten tijde van het opmaken van de taxaties geen gecertificeerde makelaar/taxateur meer was. Verdachte heeft verklaard te zijn opgehouden met het opmaken van taxatierapporten vanaf het moment dat hij hiervan op de hoogte raakte.
3.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 15 juli 2009;
- de verklaring van verdachte opgenomen in het proces-verbaal van verhoor van 15 januari 2009;
- de geschriften met het opschrift “Taxatierapport” en “Waardebepaling”;
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 15 juli 2009;1
- de verklaring van verdachte opgenomen in het proces-verbaal van verhoor van 15 januari 2009;2
- de verklaring van verdachte opgenomen in het proces-verbaal van verhoor van 29 januari 2009;
- de geschriften met het opschrift “Taxatierapport” en “Waardebepaling”;3
- het geschrift Mutatie Overzicht 95.75.11.922.
De rechtbank acht wettig en overtuigen bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 februari 2007 te Sittard meermalen taxatierapporten en 1 waardebepaling - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte telkens valselijk voormelde taxatierapporten en waardebepaling:
- voorzien van de zinsnede 'De taxatie is uitgevoerd door [B.]'; en
- valselijk ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van [B.],
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 2
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 februari 2007 te Sittard telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door een of meer listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels huiseigenaren telkens heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte toen aldaar telkens met voren omschreven oogmerk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid taxatierapporten en een waardebepaling opgemaakt ten behoeve van die huiseigenaren, waardoor voornoemde huiseigenaren telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 en feit 2
de voortgezette handeling van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een taakstraf van 240 uren op te leggen.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bij pleidooi naar voren gebracht zich te kunnen vinden in de eis van de officier van justitie en heeft zich ten aanzien van de op te leggen straf gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Naar aanleiding van de door de officier van justitie bij repliek gedane vordering tot vrijspraak op onderdelen, heeft de raadsvrouw bij dupliek bepleit dat de gevorderde vrijspraak op onderdelen ook door moet klinken in de strafmaat.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van wat bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende betrokken.
Verdachte heeft in een periode van ruim een jaar een groot aantal taxatierapporten en een waardebepaling valselijk opgemaakt door deze in strijd met de waarheid te voorzien van de mededeling dat de taxatie was uitgevoerd door [B.], waarmee verdachte de schijn heeft gewekt dat de taxaties uitgevoerd waren door een gecertificeerde makelaar/taxateur. Vervolgens heeft verdachte een handtekening op de rapporten geplaatst die moest doorgaan voor de handtekening van [B.]. Verdachte wist ten volle dat zijn handelwijze in strijd met de waarheid was en ongeoorloofd.
De taxatierapporten en waardebepaling waren bestemd te worden gebruikt door diverse verstrekkers van hypothecaire leningen en waren van betekenis bij het nemen van beslissingen tot het al dan niet verstrekken van leningen aan de desbetreffende huiseigenaren. Ook dit wist verdachte goed. Naar eigen zeggen wist hij bovendien dat de geldverstrekkers de rapporten niet geaccepteerd zouden hebben als zij op de hoogte waren geweest van de werkelijkheid. Dat zelfde geldt voor de (potentiële) huiseigenaren, die immers de gebruikelijke tarieven voor de taxaties en waardebepaling hebben betaald.
De betrouwbaarheid van genoemde documenten is voor de financiering van vastgoed evident van groot belang. Daarnaast is het van even groot belang dat huiseigenaren bescherming genieten tegen onverantwoorde risico’s bij het aangaan van grote en langlopende financiële verplichtingen.
De in het financieel-economische verkeer veelal gestelde eis dat taxatierapporten, dan wel waardebepalingen worden opgesteld door gecertificeerde taxateurs waarborgt de betrouwbaarheid van deze geschriften en daarmee de te beschermen belangen. Verdachte heeft deze belangen bewust geschaad in zijn streven om op een simpele en snelle manier geld te verdienen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan en acht daarom in beginsel het opleggen van een gevangenisstraf straf geboden.
Nu verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en gelet op diens persoonlijke omstandigheden, acht de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. De rechtbank zal verdachte daarom een werkstraf voor de maximale duur opleggen om de ernst van de feiten te benadrukken met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd.
6 De benadeelde partijen
De benadeelde partijen [naam benadeelde partij 1], [naam benadeelde partij 2], [naam benadeelde partij 3], [naam benadeelde partij 4] en [naam benadeelde partij 5], vorderen elk ter zake van de feiten 1 en 2 een schadevergoeding ter hoogte van de kosten van een taxatierapport, dan wel waardebepaling.
De rechtbank is van oordeel dat deze gevorderde schades - elk afzonderlijk - een rechtstreeks gevolg zijn van het bewezen verklaarde. De rechtbank acht verdachte aansprakelijk voor die schades en zal de vorderingen toewijzen en daarbij telkens de schademaatregel opleggen.
De benadeelde partij [naam benadeelde partij 6] vordert een schadevergoeding ter hoogte van € 33.775,- ter zake van de feiten 1 en 2. De rechtbank acht deze vordering niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij [naam benadeelde partij 6] zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering onder de bepaling dat zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De benadeelde partij [naam benadeelde partij 7] en [naam benadeelde partij 8] vordert een schadevergoeding ter zake van de feiten 1 en 2, maar heeft geen schadebedrag, noch een onderbouwing van de vordering in het voegingsformulier vermeld, dan wel toegevoegd. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering onder de bepaling dat zij de vordering slechts bij de burgelijke rechter kan aanbrengen.
De benadeelde partij [naam benadeelde partij 9] heeft zich als benadeelde partij gevoegd door middel van het voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces, maar heeft hierop evenwel vermeld geen schade te hebben geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij [naam benadeelde partij 9] daarom niet-ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partijen [naam benadeelde partij 10], [naam benadeelde partij 11] en [naam benadeelde partij 12]vorderen ter zake van de feiten 1 en 2 schadevergoedingen ter hoogte van respectievelijk € 5.746,03, € 600,- en € 750,-.
De rechtbank acht deze vorderingen, mede gelet op de bewezenverklaring, niet van zo eenvoudige aard dat deze zich lenen voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partijen [naam benadeelde partij 10], [naam benadeelde partij 11] en [naam benadeelde partij 12] zullen daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen onder de bepaling dat zij de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 56, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf voor de duur van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1], [adres benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van € 737,80;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 1] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 14 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 2], [adres benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van € 425,43;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 2] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 2] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 2] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 3], [adres benadeelde partij 3], te betalen een bedrag van € 178,50;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 3] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 3] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 3] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 4], [adres benadeelde partij 4], te betalen een bedrag van € 616,72;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 4] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 4] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 12 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 4] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 5], [adres benadeelde partij 5], te betalen een bedrag van € 420,-;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 5] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 5] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 5] vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde partij 6], [adres benadeelde partij 6], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 6] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde partij 7] en [naam benadeelde partij 8], [adres benadeelde partij 7 en 8], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 7] en [naam benadeelde partij 8] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde partij 9], [adres benadeelde partij 9], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 9] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [adres benadeelde partij 10], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 10] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [adres benadeelde partij 11], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 11] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde partij 12] [adres benadeelde partij 12], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij 12]in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W. Oosterman voorzitter, mr. B.G.L. van der Aa en mr. M.B. Bax, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 juli 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is -na wijziging- ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 01 februari 2007 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) taxatierapporten en/of 1 waardebepaling, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk voormelde taxatierapporten en/of waardebepaling:
- voorzien van een voorblad met de tekst 'Lid Landelijke Makelaars Vereniging' en/of het logo van de Landelijke Makelaars Vereniging en/of het logo van Certificatie Registratie Makelaar Taxateurs; en/of
- voorzien van een voorblad met de tekst '[B.] Register Makelaar/Taxateur' en/of de zinsnede 'De taxatie is uitgevoerd door [B.]'; en/of
- valselijk ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van [B.], zijnde een (gewezen) beëdigd makelaar/taxateur,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 01 februari 2007 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels:
- in 64, althans een of meer, gevallen huiseigenaren (zie aangehechte bijlage I) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (voor het verrichten van taxaties), in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van (een) (hypotheek)lening(en), in elk geval van (een) schuld(en),
en/of
- 9, althans een of meer, hypotheekhouders (zie aangehechte bijlage II) (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (een) (hypotheek)- lening(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als bonafide (beëdigd) makelaar/taxateur, die (telkens) waardetaxaties verrichte van de panden van die huiseigenaren en/of die (telkens) echte en onvervalste taxatierapporten en/of waardebepalingen heeft opgemaakt ten behoeve van die huiseigenaren en/of hypotheekontvangers, waardoor voornoemde huiseigenaren en/of hypotheekontvangers (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of bovenomschreven aangaan van leningen, althans schulden