ECLI:NL:RBMAA:2009:BI3159
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Witwassen van geld afkomstig uit misdrijf via consignatie-overeenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 21 april 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, die in de periode van 12 april 2005 tot en met 5 september 2006 in de gemeente Kerkrade handelde, werd ervan beschuldigd samen met anderen een bedrag van € 60.000 te hebben gewitwasd. Dit bedrag was afkomstig uit een consignatie-overeenkomst die de verdachte op 12 april 2005 had gesloten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn mededader wisten dat het geld afkomstig was uit een misdrijf, maar dat de verdachte niet kon bewijzen dat het geld legaal verkregen was.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachte als ongeloofwaardig bestempeld. De verdachte had verklaard dat hij de kunstwerken, waarvan de verkoop de basis vormde voor de consignatie-overeenkomst, van zijn grootvader had gekregen. De rechtbank vond het echter onwaarschijnlijk dat een kunsthandelaar zonder enige documentatie deze kunstwerken in consignatie zou nemen. Bovendien waren er aanwijzingen dat de verdachte eerder was veroordeeld voor drugsmisdrijven, wat de rechtbank deed concluderen dat het geld uit de drugshandel afkomstig was.
De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan het witwassen van het bedrag van € 60.000 en heeft hem een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het delict, de omstandigheden waaronder het delict was gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak benadrukt de ernst van witwassen en de impact ervan op de maatschappij.