ECLI:NL:RBMAA:2009:BI0969

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
1 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
300907 CV EXPL 08-6305
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling en veroordeling tot ongedaanmaking BKR-registratie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 1 april 2009, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen Lindorff Purchase B.V. en een gedaagde partij. Lindorff vorderde betaling van een restantbedrag van € 3.537,65, vermeerderd met rente, op basis van een betalingsregeling die niet was nagekomen door de gedaagde. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat er geen koopovereenkomst met Wehkamp tot stand was gekomen, omdat zij geen goederen had besteld of ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat Lindorff niet voldoende bewijs had geleverd om de vordering te onderbouwen, en wees de vordering in conventie af. In reconventie werd Lindorff veroordeeld tot ongedaanmaking van de BKR-registratie die betrekking had op de gedaagde, voor zover deze registratie betrekking had op klantnummer 263.25.442. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
zaakno: 300907 CV EXPL 08-6305
typ: YT
coll:
Vonnis van 1 april 2009
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lindorff Purchase B.V., voorheen genaamd Transfair Purchase B.V., statutair gevestigd te Zwolle,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, nader te noemen: Lindorff,
gemachtigden: voorheen F.G.C. Vaessen en J.A.P.M. Kerckhoffs, gerechtsdeurwaarders, thans E.G. Boenink;
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [adres],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, nader te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gemachtigde: mr. J.M.J.W.C. Crompvoets.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Door partijen zijn de volgende processtukken ingediend c.q. proceshandelingen verricht:
-dagvaarding;
-conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
-conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie, met producties;
-conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie, met producties;
-conclusie van dupliek in reconventie.
Daarna is vonnis bepaald waarvan de uitspraak is gesteld op heden.
HET GESCHIL EN DE VORDERINGEN
In conventie en reconventie:
Wehkamp Finance B.V. -nader te noemen: Wehkamp- heeft in de periode 10 mei 2000 tot 1 december 2005 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zaken verkocht en geleverd voor een bedrag van € 5.027,41. Op de gesloten overeenkomsten zijn de leverings- en betalingsvoorwaarden van Wehkamp van toepassing.
Wehkamp heeft, nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft aangegeven het verschuldigde bedrag in termijnen te willen betalen, aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een van de kredietlimiet afhankelijke kredietvergoeding over de openstaande saldi in rekening gebracht. Deze kredietvergoeding is berekend in overeenstemming met de bepalingen van de Wet op het Consumentenkrediet en het Besluit Kredietvergoeding.
Aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], ondanks aanmaningen en ingebrekestelling, per 1 december 2005 nalatig is gebleven met aanzuivering van de betalingsachterstand, heeft Wehkamp het restant verschuldigde ad € 3.537,65 -zijnde opgemelde hoofdsom, vermeerderd met de kredietvergoeding vanaf 20 september 1999 tot 11 april 2008 ad € 3.139,32 en verminderd met betaling(en) ad € 4.629,08- geheel vervroegd opeisbaar gesteld.
Wehkamp heeft haar vordering verkocht en gecedeerd aan Lindorff en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daarvan schriftelijk in kennis gesteld.
Lindorff is op 10 oktober 2007 met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een betalingsregeling overeengekomen, welke regeling [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet is nagekomen. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ondanks aanmaningen en sommaties niet bereid is in der minne de contractuele verplichtingen na te komen, vordert Lindorff bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling van het restantbedrag ad € 3.537,65, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,460% per maand over
€ 2.860,38 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gemotiveerd verweer gevoerd stellende onder meer dat er nooit een koopovereenkomst tussen haar en Wehkamp tot stand is gekomen nu zij bij Wehkamp geen goederen heeft besteld en goederen of geld heeft ontvangen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in conventie Lindorff niet-ontvankelijk te verklaren of de vordering af te wijzen met veroordeling van Lindorff in de kosten van de procedure en in reconventie veroordeling van Lindorff tot ongedaanmaking van de BKR-registratie binnen 14 dagen na datum van dit vonnis met veroordeling van
Lindorff in zowel de buitengerechtelijke- als de proceskosten.
Lindorff heeft daarop nog verweer gevoerd en bij conclusie van antwoord in reconventie verzocht [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in haar vordering niet ontvankelijk te verklaren althans haar de vordering als ongegrond en onbewezen te ontzeggen, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van de procedure. Partijen hebben over en weer nog conclusies genomen en bij hun vorderingen gepersisteerd.
BEOORDELING
In conventie:
Gelet op de aard van de vordering merkt de kantonrechter ambtshalve op, dat het bepaalde in de Wet op het Consumentenkrediet in casu van toepassing is.
Het verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], dat het op de nota’s en aanmaningen vermelde klantnummer, bankrekeningnummer, mobiele telefoonnummer, de geboortedatum, de straatnaam en het afleveradres van de goederen niet van haar doch van haar ex-partner zijn, waardoor er geen sprake is van een tussen haar en Wehkamp gesloten overeenkomst en dientengevolge geen sprake is van wanprestatie en een betalingsverplichting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] jegens (thans) Lindorff, treft doel.
Het had op de weg van Lindorff gelegen om dit gemotiveerde verweer middels overlegging van bescheiden -te denken valt aan door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ondertekende bestelformulieren, afleveringsbonnen, opdrachten tot geldoverboekingen van Money at Home, de getroffen betalingsregeling en de afschriften van de betalingsontvangsten met bijbehorende rekeningnummer(s)- te weerleggen.
De stelling van Lindorff dat zij niet bekend is met een administratieve fout waarbij de klantgegevens zijn verwisseld met een andere klant en het door haar geuite vermoeden “De zaken waarvan eiseres thans voldoening vordert werden allen afgeleverd op het bij eiseresses laatstbekende adres van gedaagde aan de Maastrichtselaan 88 te Vaals. Eiseres gaat er vanuit, gezien de vele betalingen welke door Wehkamp werden ontvangen naar aanleiding van de levering van de bestelde zaken dat gedaagde woonachtig is geweest op het voornoemde adres en bovendien dat gedaagde deze zaken heeft ontvangen.” zijn, in het licht van het eerder overwogene alsmede in het licht bezien van het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde uittreksel van de gemeentelijke basisadministratie waaruit genoegzaam is gebleken op welke tijdstippen en op welke adressen zij heeft gewoond en thans woont, onvoldoende om de grondslag van de vordering te kunnen dragen.
Een en ander in samenhang bezien met het bepaalde in artikel 21 Rv leidt ten slotte tot het oordeel dat Lindorff de voor de beslissing van belang zijnde feiten niet volledig en/of naar waarheid heeft aangevoerd hetgeen van haar, zeker bij conclusie van repliek, verwacht mocht worden, waardoor de vordering zal worden afgewezen met veroordeling van Lindorff, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure.
In reconventie:
Uit het over en weer gestelde is de kantonrechter gebleken dat beide partijen de registratie bij het BKR als gevolg zien van de (mogelijke) tussen hen gesloten overeenkomsten.
Nu, zoals is overwogen, de vordering in conventie is afgewezen, ligt de reconventionele vordering te dien aanzien voor toewijzing gereed met dien verstande dat de veroordeling tot ongedaanmaking zal worden beperkt tot de registratie die ziet op klantnummer 263.25.442. Immers, uit het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde BKR-overzicht is de kantonrechter gebleken dat de ingangsdatum van de door Wehkamp verzochte registratie 24 mei 1999 betreft, welke registratie geruime tijd vóór de (gepretendeerde) leveringen in de periode 10 mei 2000-
1 december 2005 heeft plaatsgevonden. Nu daarbij nog komt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zelf heeft gesteld dat zij onder klantnummer 912.28.422 ook klant bij Wehkamp is en uit de registratie niet valt af te leiden dat deze enkel ziet op de vorderingen van Wehkamp voor klantnummer 263.25.442, komt het de kantonrechter aannemelijk voor dat de door Wehkamp verzochte registratie tevens, of mogelijk alleen maar, ziet op klantnummer 912.28.422. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
Wat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten betreft merkt de kantonrechter op dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoldoende gespecificeerd en gemotiveerd heeft gesteld om daaruit te kunnen concluderen dat werkzaamheden zijn verricht en kosten zijn gemaakt die de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te buiten gaan. Nu niet is komen vast te staan dat de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bedoelde werkzaamheden en kosten verder strekten dan de verrichtingen en kosten waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Rv een voorziening geven, zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
Met inachtneming van het vorenoverwogene zal de kantonrechter de proceskosten compenseren in dier voege dat iedere partij de hare draagt.
UITSPRAAK
In conventie:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Lindorff in de kosten van deze procedure tot aan dit vonnis aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gerezen en begroot op € 350,00 aan salaris gemachtigde.
In reconventie:
Veroordeelt Lindorff tot ongedaanmaking van de BKR-registratie ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor zover deze ziet op klantnummer 263.25.442.
Compenseert de kosten van deze procedure in dier voege dat iedere partij de hare draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.