ECLI:NL:RBMAA:2009:BI0966

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
11 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
297245 CV EXPL 08-5054
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten en schadevergoeding in consumentenrechtelijke geschil met betrekking tot telefonie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 11 maart 2009, heeft de kantonrechter zich gebogen over een vordering van Orange Nederland N.V. tegen een gedaagde, die in deze procedure werd vertegenwoordigd door mr. I.J.M. Gelissen. De vordering betreft de betaling van abonnementskosten en schadevergoeding in het kader van afgesloten telefoonabonnementen. De gedaagde heeft gesteld dat hij de overeenkomsten onder dwang heeft afgesloten, maar de kantonrechter oordeelt dat deze stelling onvoldoende onderbouwd is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomsten zijn gesloten en dat de gedaagde gehouden is de facturen te voldoen, ondanks zijn beweringen over dwang.

De kantonrechter heeft de vordering van Orange gedeeltelijk toegewezen. Van de gevorderde resterende abonnementskosten van € 1.105,00, die betrekking hebben op de contractsperiode, heeft de kantonrechter enkel de kosten van de gratis ter beschikking gestelde telefoontoestellen toewijsbaar geacht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde, als de in het ongelijk gestelde partij, ook in de proceskosten moet worden veroordeeld. De totale proceskosten zijn begroot op € 606,80, inclusief het salaris van de gemachtigde.

De uitspraak van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om hun stellingen goed te onderbouwen en de rol van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/rolnr.: 297245 CV EXPL 08-5054
Typ.: CJ
Vonnis van de kantonrechter d.d. 11 maart 2009
inzake
de naamloze vennootschap Orange Nederland N.V.
woonplaats hebbende te ’s-Gravenhage
eiseres
gemachtigde J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder te Maastricht
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
toevoeging [nummer] d.d. 19 augustus 2008, eigen bijdrage € 94,00
gedaagde
gemachtigde mr. I.J.M. Gelissen te Hoensbroek.
1. Het verdere verloop van de procedure
Ter uitvoering van het door de kantonrechter op 3 september 2008 gewezen tussenvonnis, hebben beide partijen, [gedaagde] ter zitting van 1 oktober 2008 en Orange ter zitting van 26 november 2008, een akte inhoudende uitlating genomen en daarbij producties overgelegd.
Vervolgens hebben beide partijen, [gedaagde] ter zitting van 24 december 2008 en Orange ter zitting van 14 januari 2009, een antwoordakte genomen.
De inhoud van voormelde stukken geldt als hier ingevoegd.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Met betrekking tot het onder dwang c.q. bedreiging afsluiten van diverse overeenkomsten heeft [gedaagde] bij akte gesteld dat hij daartoe door een tweetal onbekende mannen is overgehaald en dat hij de daarbij verstrekte telefoons - Samsung D600 -, aan die personen heeft afgegeven. [gedaagde] heeft daarvan op 19 december 2005 aangifte gedaan en legt ter onderbouwing hiervan het proces-verbaal over.
2.2 Orange betwist dat [gedaagde] de overeenkomsten onder dwang heeft afgesloten. Orange is hiervan niets bekend en de verkopers in de betreffende telefoonwinkels hadden bij het aangaan van de telefoonabonnementen geen enkele reden het bestaan van bedreiging te veronderstellen. Verder wijst Orange erop dat uit de aangifte blijkt dat [gedaagde] heeft verklaard een aantal abonnementen te hebben afgesloten tegen betaling. Daaruit blijkt volgens Orange dat [gedaagde] de onderhavige overeenkomsten niet alleen uit vrije wil heeft gesloten, maar daaraan ook heeft willen verdienen. Orange stelt zich op het standpunt dat zij op grond van artikel 3:44 lid 5 BW bescherming geniet.
2.3 De kantonrechter merkt dienaangaande het navolgende op. Ingevolge artikel 3:44 BW is een rechtshandeling die onder bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen vernietigbaar. In casu vonden de onder dwang, c.q. met bedreiging verrichte handelingen echter plaats door derden, die geen partij zijn bij de rechtshandeling. Derhalve kan [gedaagde] hierop geen beroep doen, tenzij Orange reden had het bestaan daarvan te veronderstellen. Nu Orange heeft gesteld dat de verkopers in de betreffende telefoonwinkels bij het aangaan van de telefoonabonnementen geen enkele reden hadden het bestaan van dwang c.q. bedreiging te veronderstellen, heeft [gedaagde] zijn stelling feitelijk niet, althans onvoldoende onderbouwd, zodat daaraan zal worden voorbijgegaan.
2.4 Dat [gedaagde] nimmer gebruik heeft gemaakt van deze, ten behoeve van derden, afgesloten telefoonabonnementen en de daarbij verkregen telefoontoestellen, doet aan het bestaan van de overeenkomsten met Orange en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting niet af. Nu vast is komen te staan dat partijen de onderhavige overeenkomsten hebben gesloten, is [gedaagde] uit dien hoofde gehouden de facturen, welke betrekking hebben op de abonnements- en verbruikskosten, te voldoen. Deze vordering van in totaal € 734,63 (€ 460,01 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer] +
€ 274,62 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer]) zal dan ook worden toegewezen.
2.5 Wat betreft de gevorderde hoofdsom resteert dan ter beoordeling nog een bedrag van
€ 1.105,00, zijnde tweemaal een bedrag van € 552,50 aan resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode. Orange heeft bij akte gesteld dat niet het door haar bij dagvaarding genoemde artikel 14.2 maar artikel 4.6 van de algemene voorwaarden aan deze vordering ten grondslag ligt. De door [gedaagde] pas bij antwoordakte ingenomen stellingname - dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn nu deze niet ter hand zijn gesteld – dient naar het oordeel van de kantonrechter als tardief te worden aangemerkt en wordt in strijd geacht met de goede procesorde. De kantonrechter volhardt dan ook bij zijn tussenvonnis, waarin hij heeft geoordeeld dat de algemene voorwaarden op de onderhavige overeenkomsten van toepassing zijn.
2.6 De kantonrechter heeft Orange bij akte in de gelegenheid gesteld haar schadeposten nader te concretiseren. Orange is daarop weliswaar ingegaan bij akte, maar is er niet in geslaagd om de totstandkoming en samenstelling van dat totaalbedrag ad € 1.105,00 (tweemaal € 552,50) voldoende inzichtelijk te maken. Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat van het bedrag ad € 1105,00 aan resterende abonnementskosten slechts de bedragen van de gratis ter beschikking gestelde telefoontoestellen van het merk Samsung D600, zijnde tweemaal een bedrag van € 300,00, toewijsbaar zijn. De gevorderde vervallen wettelijke rente ad € 94,71 ligt eveneens voor toewijzing gereed.
2.7 Orange stelt voldoende incassowerkzaamheden te hebben verricht en volstaat met verwijzing naar een schermafdruk. De kantonrechter is van oordeel dat Orange aldus onvoldoende verifieerbare incassowerkzaamheden heeft verricht, zodat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
2.8 [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten, waarbij het salaris op 2,5 punt zal worden begroot.
3. De uitspraak
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Orange tegen bewijs van kwijting te betalen de somma van
€ 1.429,34, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.334,63 vanaf 19 juni 2008 tot de dag der voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de aan de zijde van Orange gerezen proceskosten, welke worden begroot op € 606,80, waarin begrepen € 153,00 vastrecht, € 78,80 explootkosten en € 375,00 salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. A.J. Henzen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.