ECLI:NL:RBMAA:2009:BI0963
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de Wet op het Consumentenkrediet bij debetsaldo en kredietverlening
In deze zaak, uitgesproken op 8 april 2009 door de Rechtbank Maastricht, sector Kanton, werd de eiseres, International Card Services B.V. (ICS), vertegenwoordigd door de gerechtsdeurwaarders Jongejan Wisseborn, geconfronteerd met een gedaagde die niet verschenen was. De zaak betrof een debetsaldo op de creditcard van de gedaagde, die niet tijdig als een toerekenbare tekortkoming was aangemerkt door ICS. De kantonrechter oordeelde dat ICS niet binnen de vereiste termijn van drie maanden na het ontstaan van het debetsaldo had gehandeld, en dat de registratie van de achterstand bij het BKR niet tijdig was gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat de bepalingen van de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van toepassing waren op de vordering van ICS.
De rechter oordeelde dat ICS, door de gespreide betalingen te gedogen, een vorm van krediet had verleend. De gedaagde was in de periode van juni 2005 tot en met juli 2008 in gebreke gebleven, maar had wel maandelijks het minimaal te betalen bedrag voldaan. De kantonrechter wees de vordering van ICS toe, maar beperkte het rentepercentage tot het maximaal toelaatbare percentage volgens de WCK. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 1.823,20, vermeerderd met rente, en de kosten van de procedure werden begroot op € 439,71.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige registratie van debetsaldi en het correct toepassen van de WCK in kredietrelaties. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Deze uitspraak is een belangrijke reminder voor kredietverstrekkers om zich aan de wettelijke vereisten te houden en tijdig actie te ondernemen bij betalingsachterstanden.