ECLI:NL:RBMAA:2009:BI0648

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
8 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
312797 CV EXPL 08-9868
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten en incassokosten door KPN B.V. tegen gedaagde

In deze zaak vordert KPN B.V. betaling van abonnementskosten en buitengerechtelijke incassokosten van de gedaagde. De gedaagde heeft twee overeenkomsten met KPN gesloten voor mobiele telecommunicatiediensten, maar is in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde bedragen. KPN vordert een totaalbedrag van € 1.689,80, bestaande uit hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde met de betaling van de abonnementskosten in gebreke is gebleven en dat de door de gedaagde overgelegde betalingsbewijzen niet betrekking hebben op de in geding zijnde vordering. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde gehouden is de facturen te voldoen, en dat KPN recht heeft op betaling van de kosten voor de ter beschikking gestelde telefoons en de vervallen wettelijke rente. De kantonrechter wijst de vordering van KPN gedeeltelijk toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 664,33, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/rolnr.: 312797 CV EXPL 08-9868
Typ.: CJ
Vonnis van de kantonrechter d.d. 8 april 2009
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN B.V., voorheen h.o.d.n. KPN Telecom B.V., zijnde de rechtsopvolgster onder algemene titel van KPN Mobile The Netherlands B.V.
gevestigd te ’s-Gravenhage
eiseres
gemachtigden J.L.G. Jeukens en mr. R.H.A. Buttolo, gerechtsdeurwaarders te Heerlen
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
gedaagde.
1. Het verloop van de procedure
Door partijen zijn de volgende processtukken ingediend c.q. proceshandelingen verricht:
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek.
De inhoud daarvan geldt als hier herhaald.
Vervolgens is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader is gesteld op heden.
2. De beoordeling
2.1 Op grond van de stukken en stellingen van partijen staat voor de kantonrechter vast dat [gedaagde] met KPN terzake het gebruik van mobiele telecommunicatiediensten een tweetal overeenkomsten op 13 maart 2006 respectievelijk 13 december 2007 voor de duur van 24 maanden is aangegaan. Op grond hiervan heeft KPN aan [gedaagde] een communicatie-aansluiting en één of meerdere mobiele telefoonnummers, te weten 06-[nummer] en 06-[nummer], ter beschikking gesteld, alsmede een abonnement met SIM-kaart waarmee [gedaagde] telefoongesprekken heeft kunnen accepteren en voeren. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van KPN van toepassing.
2.2 Omdat [gedaagde], ondanks herhaalde aanmaningen, met de nakoming van haar betalingsverplichtingen in gebreke is gebleven, vordert KPN bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.689,80, zijnde
€ 1.374,44 aan hoofdsom, € 15,36 aan vervallen wettelijke rente en € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.374,44 vanaf 28 oktober 2008 tot de dag der voldoening, alsmede met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.3 [gedaagde] stelt dat zij de nota’s tijdig heeft betaald en legt ter onderbouwing hiervan de betalingsbewijzen over.
2.4 Bij repliek heeft KPN, mede aan de hand van overgelegde producties, haar vordering nader toegelicht. Ten aanzien van het telefoonnummer 06-[nummer] betreft het de onbetaalde nota’s met nummer 67, 69, 71 en 73 en ten aanzien van het telefoonnummer 06-[nummer] betreft het de onbetaalde nota’s met nummer 72 en 74. KPN wijst erop dat de door [gedaagde] gestelde betalingen zien op notanummers die geen betrekking hebben op de in het geding zijnde vordering, op een abonnement inzake vaste telefonie (huistelefoon) en (digitale) televisie.
2.5 [gedaagde] handhaaft bij dupliek haar verweer. Verder betwist zij de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten en de factuur d.d. 7 augustus 2008. Zij brengt wederom betaalbewijzen in het geding.
2.6 De kantonrechter stelt op grond van de overgelegde facturen vast dat de hoofdsom ad
€ 1.374,44 betrekking heeft op beide abonnementen en als volgt is opgebouwd:
- de vordering betreffende het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer] bedraagt € 812,29, zijnde € 193,58 aan abonnements- en verbruikskosten en
€ 618,71 aan resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode;
- de vordering betreffende het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer] bedraagt € 562,15, zijnde € 37,39 aan abonnements- en verbruikskosten en € 524,76 aan resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode.
2.7 Uit de overgelegde stukken en de stellingen van partijen leidt de kantonrechter evenals KPN af dat de in dit geding zijnde facturen onbetaald zijn gebleven. De bij dupliek door [gedaagde] in het geding gebrachte betaalbewijzen komen gedeeltelijk overeen met de reeds bij antwoord overgelegde betaalbewijzen. Met betrekking tot de overige bij dupliek overgelegde betaalbewijzen merkt de kantonrechter het navolgende op. Gelet op hetgeen KPN bij repliek onweersproken heeft gesteld kan de kantonrechter concluderen dat de betaalbewijzen die aanvangen met betalingskenmerk 0042353510 zien op de vaste telefonie. Met betrekking tot de betaalbewijzen die aanvangen met betalingskenmerk 0073138319 merkt de kantonrechter op dat de volgnummers geen betrekking hebben op de in het geding zijnde onbetaalde notanummers. Nu de door [gedaagde] overgelegde betaalbewijzen niet zien op de onderhavige vordering en vast staat dat partijen de onderhavige overeenkomst hebben gesloten, is [gedaagde] uit dien hoofde gehouden de facturen, welke betrekking hebben op de abonnements- en verbruikskosten, te voldoen. Deze vordering ad € 230,97 (€ 193,58 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer] + € 37,39 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer]) ligt dan ook voor toewijzing gereed.
2.8 Wat betreft de gevorderde hoofdsom resteert nog een bedrag van € 1.143,47 (€ 618,71 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer] + € 524,76 inzake het abonnement met telefoonnummer 06-[nummer]), welke betrekking heeft op de periode na afsluiting van de telefoon tot het einde van de contractsperiode. KPN heeft gesteld dat de algemene voorwaarden aan deze vordering ten grondslag ligt. KPN heeft vanwege de wanbetaling van [gedaagde] de dienstverlening vroegtijdig beëindigd. Zij heeft haar schadeposten bij repliek nader geconcretiseerd. Daartoe heeft KPN aangevoerd dat zij [gedaagde] telefoons ter beschikking heeft gesteld, te weten een Samsung SGH-Z320 i met een waarde van thans € 113,00 en een Samsung SGH-G800 met een waarde van thans € 155,00. Verder bestaat de schade uit de abonnementsgelden welke KPN niet meer kon innen vanaf het moment van beëindiging van de overeenkomsten tot aan de uiteindelijke einddatum van de overeenkomsten, alsmede de gelden uit het gebruik van het netwerk van KPN zijnde de gesprekskosten en de in rekening te brengen kosten voor data verkeer (SMS).
2.9 De kantonrechter oordeelt dat gesteld noch gebleken is dat tegenover de in de algemene voorwaarden neergelegde verplichting tot betaling van de vaste abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst vanaf datum afsluiting nog diensten van KPN staan. Verder is niet gesteld noch gebleken dat KPN vanaf dat moment kosten moet maken samenhangende met de instandhouding van een mobiele telefonieaansluiting. Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat van het bedrag ad € 1.143,47 aan resterende abonnementskosten slechts de bedragen van de gratis ter beschikking gestelde telefoontoestellen toewijsbaar zijn, zijnde een bedrag van € 268,00 (€ 113,00 + € 155,00). De gevorderde vervallen wettelijke rente ad € 15,36 ligt eveneens voor toewijzing gereed.
2.10 De vordering terzake de buitengerechtelijke incassokosten zal ook worden toegewezen, zij het gematigd. Niet de gevorderde hoofdsom ad € 1.374,44 geldt nu als uitgangspunt, doch het bedrag van € 514,33. Immers, ter verkrijging van dit bedrag heeft KPN [gedaagde] meerdere keren aangemaand en het is deze vordering die uiteindelijk ten grondslag ligt aan de onderhavige procedure. Op basis van Rapport Voorwerk II zal een bedrag worden toegewezen conform het in dit geval gebruikelijke forfaitair tarief, zijnde € 150,00. [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
3. De uitspraak
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan KPN tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 664,33, vermeerderd met de wettelijke rente over € 498,97 vanaf 28 oktober 2008 tot de dag der voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de aan de zijde van KPN gevallen proceskosten, welke worden begroot op € 475,52, waarin begrepen € 201,00 vastrecht, € 74,52 explootkosten en
€ 200,00 salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. A.J. Henzen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.