ECLI:NL:RBMAA:2009:BH6642
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en bewijsvoering van vertegenwoordiging
In deze zaak heeft eiser, een bouwmaterialenleverancier, gedaagde aangeklaagd voor het niet betalen van facturen die verband houden met de levering van bouwmaterialen. Gedaagde heeft de materialen besteld, maar stelt dat hij dit deed namens zijn werkgever, een derde partij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor deze stelling bij gedaagde ligt. Eiser heeft de materialen geleverd en de bijbehorende facturen verzonden, maar gedaagde heeft deze tot op heden niet betaald. Eiser vordert een bedrag van € 838,19, inclusief wettelijke handelsrente en vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank heeft de processtukken en de argumenten van beide partijen zorgvuldig bekeken. Eiser heeft aangetoond dat gedaagde zich als klant heeft aangemeld en dat de facturen aan hem zijn verzonden. Gedaagde heeft echter betwist dat hij als koper kan worden aangemerkt, omdat hij de bestelling zou hebben geplaatst namens zijn werkgever. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De enkele stelling dat de materialen op het adres van de werkgever zijn afgeleverd, is niet voldoende om aan te tonen dat eiser had moeten weten dat gedaagde niet de koper was.
De rechtbank concludeert dat gedaagde in gebreke is gebleven met zijn bewijsvoering en dat hij de vordering van eiser moet voldoen. De rechtbank wijst de vordering toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was.