ECLI:NL:RBMAA:2009:BH6571

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
24 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-700397-08
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor hennepteelt, elektriciteitsdiefstal en voorhanden hebben van een imitatiewapen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Maastricht op 24 februari 2009 uitspraak gedaan tegen een verdachte die in een periode van zes maanden hennep heeft gekweekt en elektriciteit heeft gestolen. De verdachte werd beschuldigd van het telen van hennepplanten, het aanwezig hebben van hennep en hennepplanten, het stelen van elektriciteit en het voorhanden hebben van een imitatiewapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 5 juni 2008 in de woning van de verdachte, gelegen aan [adres verdachte] te [woonplaats verdachte], hennepplanten en een aanzienlijke hoeveelheid gedroogde henneptoppen zijn aangetroffen. In totaal werden 240 hennepplanten en 8350 gram hennep aangetroffen, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte elektriciteit had gestolen door middel van braak, wat door een fraude-inspecteur was aangetoond. Ook werd een imitatiepistool aangetroffen in de woning van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden bewezen dat hij de hennepplanten had geteeld, maar dat hij wel verantwoordelijk was voor de aanwezigheid van de hennep en de elektriciteitsdiefstal. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 weken op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde dat de verdachte strafbaar was voor de bewezen feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging hebben genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/700397-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 februari 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats verdachte], [adres verdachte].
Raadsman is mr. P.W. Szymkowiak, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 februari 2009. Tegen de verdachte is verstek verleend. De officier van justitie heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: hennep heeft geteeld;
Feit 2: hennep aanwezig heeft gehad;
Feit 3: elektriciteit heeft gestolen;
Feit 4: een (veerdruk)pistool voorhanden heeft gehad.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.2 Het oordeel van de rechtbank
De rechter-commissaris heeft in het kader van het onderzoek naar een andere verdachte, Casu genaamd, een doorzoeking verricht in het pand [adres verdachte]. Het was de politie en rechter-commissaris niet bekend dat verdachte hier woonachtig was. Verdachte stond op dit adres niet ingeschreven in het register van de burgerlijke stand. De rechtbank acht de doorzoeking derhalve rechtmatig.
Feiten 1 en 2
Blijkens het proces-verbaal relaas aantreffen hennepkwekerij heeft er op 5 juni 2008 een doorzoeking plaats in de woning gelegen aan de [adres verdachte] in de gemeente [woonplaats verdachte]. Op de benedenverdieping van de woning werd een persoon aangetroffen genaamd: [verdachte], geboren te Curaçao op [geboortedatum]. Tijdens de doorzoeking werden meerdere hennepplantages aangetroffen.
In ruimte I werden 130 hennepplanten aangetroffen. In ruimte II werden 110 hennepplanten aangetroffen. In ruimte III werden 77 hennepplantenstekjes gevonden en enkele gripzakken met daarin 1,35 kilogram gedroogde henneptoppen en 7 kilogram fijnvermalen hennepplantenresten.
Uit het ter plaatse ingestelde onderzoek kon worden vastgesteld dat er in de ruimten I en II in een eerder stadium hennepplanten waren geteeld en geoogst.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij sinds december 2007 op het adres [adres verdachte] te [woonplaats verdachte] woont en dat hij hier alleen woont .
In het proces-verbaal Onderzoek Verdovende Middelen wordt gerelateerd dat op 5 juni 2008 in de woning, gelegen aan de [adres verdachte] te [woonplaats verdachte], hennepplanten werden aangetroffen, waaronder 77 stekken van hennepplanten. Daarnaast werd in de woning een partij van 1,35 kg aan gedroogde henneptoppen, alsmede een partij van in totaal 7 kg aan hennepplantenresten aangetroffen. Van deze hennepplanten, hennepstekken, henneptoppen en hennepresten werden enkele monsters genomen. Bij een gehouden ODV-kleurreactie test reageerden de genomen monsters positief op de aanwezigheid van THC (Tetrahydrocannabinol) zijnde het werkbare bestanddeel aanwezig in hennep, zijnde een stof vermeld op lijst II van de Opiumwet.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de aangetroffen 77 hennepplantenstekjes niet heeft geteeld, nu deze op de zolderverdieping in een kartonnen doos zijn aangetroffen.
De rechtbank is tevens van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de aangetroffen hennepplantages in de ruimtes IV en IVA aan verdachte toebehoren. De rechtbank overweegt daartoe dat niet duidelijk is of de hennepplantages in de ruimtes, die alleen toegankelijk zijn door een keukenblok te verplaatsen, behoren aan verdachte. Uit het dossier blijkt niet dat de berging waar deze ruimtes deel van uitmaken alleen voor verdachte toegankelijk was.
Feit 3
Blijkens de aangifte van [naam aangever] werden op 5 juni 2008 onregelmatigheden aangetroffen aan de installatie van [naam aangever] in perceel [adres verdachte] te [woonplaats verdachte]. De fraude-inspecteur doet aangifte van diefstal van energie door middel van braak/verbreking en verklaart dat het weggenomen goed geheel toebehoord aan [naam aangever]. De verzegeling van de [naam aangever] installatie was afwezig en de kabel was rechtstreeks aangesloten voor de meter en achter de hoofdzekering van [naam aangever]. Bij [naam aangever] staat op dit adres als klant geregistreerd: [verdachte].
In het proces-verbaal relaas aantreffen hennepkwekerij wordt over de wijze van stroomgebruik gerelateerd dat er door een ambtenaar van de afdeling fraudebestrijding van [naam aangever] een onderzoek werd ingesteld naar de elektrische installatie en dat is gebleken dat er gefraudeerd was met de elektriciteitsvoorziening en dat er ten nadele van [naam aangever] zonder betaling elektriciteit werd afgenomen.
Blijkens foto nummer 17 is de kabel rechtstreeks aangesloten voor de meter en achter de hoofdzekering van [naam aangever].
Feit 4
Blijkens de kennisgeving van inbeslagneming is op 5 juni 2008 te [woonplaats verdachte], in de woning [adres verdachte], een vuurwapen Magnum Desert Eagle, zijnde een imitatiepistool, in beslag genomen.
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek van de woning aan de [adres verdachte] te [woonplaats verdachte] werd in de woonkamer in een kastje een imitatiepistool aangetroffen.
Blijkens het proces-verbaal Onderzoek Vuurwapens en Munitie is het voorwerp een veerdrukpistool dat voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool, model Desert Eagle 41.
3.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 1 december 2007 tot en met 4 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte], opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [adres verdachte]) 240 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
op 5 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 8350 gram en 317 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
in de periode van 1 december 2007 tot en met 5 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, toebehorende aan [naam aangever], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4.
op 5 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] een wapen van categorie I onder 7°, te weten een veerdrukpistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een werkstraf van 240 uur, bij niet voldoening te vervangen door 120 dagen hechtenis.
5.2 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft in een periode van 6 maanden hennep gekweekt en elektriciteit gestolen. Tevens heeft hij een hoeveelheid hennep en hennepplanten aanwezig gehad.
Voor het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank eerst vastgesteld dat verdachte 240 hennepplanten heeft geteeld en 77 stekjes en 8350 gram hennep aanwezig heeft gehad. Bij 16 planten per m² heeft een hennepplant een opbrengst van 27,7 gram hennep, waardoor 8350 gram hennep omgerekend overeenkomt met 301 hennepplanten. Verdachte heeft aldus in totaal 618 hennepplanten aanwezig gehad. Aansluiting zal daarom worden gezocht bij het oriëntatiepunt voor een hennepkwekerij met 618 planten.
Volgens de oriëntatiepunten straftoemeting van het LOVS wordt er bij de aanwezigheid van 500 tot 1000 hennepplanten 12 weken gevangenisstraf opgelegd. Gelet op het feit dat verdachte 618 planten aanwezig heeft gehad – en aldus tegen de ondergrens van de gestelde hoeveelheden aanzat – overweegt de rechtbank dat 9 weken gevangenisstraf op zijn plaats is.
Ten aanzien van de elektriciteitsdiefstal acht de rechtbank een gevangenisstraf van 2 weken op zijn plaats.
Ten aanzien van het voorhanden hebben van een imitatiewapen acht de rechtbank 1 week gevangenisstraf een passende sanctie.
Alles overwegende komt de rechtbank tot de conclusie dat een gevangenisstraf van 12 weken, met aftrek van het voorarrest, dient te worden opgelegd.
6 Het beslag
De officier van justitie heeft gevorderd alle in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer.
De rechtbank is van oordeel dat de in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het voorwerpen zijn met betrekking tot en met behulp waarvan het onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde is begaan.
Deze voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 weken;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart aan het verkeer onttrokken de volgende voorwerpen:
1 1 wapen, kleur: zwart
MAGNUM DESERT Eagle
imitatiepistool voor plastic balletjes 6 mm;
2 1 kruisboog, kleur: beige
gedeelte van kruisboog (kolf en afschietmechanisme);
8 635 hennepplanten;
9 1.35 kg gedroogde henneptoppen;
10 7.00 kg hennepresten;
11 77 hennepstekjes;
12 1 hennepkwekerij
ruimte 1 [adres verdachte] te [woonplaats verdachte];
13 1 hennepkwekerij
ruimte 2 [adres verdachte] te [woonplaats verdachte];
14 1 elektrische weegschaal;
15 1 elektrische ventilator
16 1 hennepkwekerij
ruimte 4 [adres verdachte] te [woonplaats verdachte];
17 1 hennepkwekerij
ruimte 4 A [adres verdachte] te [woonplaats verdachte].
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Kramer, voorzitter, mr. C.G.A. Wouters en
mr. P. Kistemaker-van Blaricum, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Mahovic, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 februari 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 december 2007 tot en met 4 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in (een) pand(en) aan de [adres verdachte]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 8350 gram hennep en/of ongeveer 712, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan
30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 5 juni 2008 in de gmeente [woonplaats verdachte] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 8350 gram en/of 712 hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2007 tot en met 5 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
4.
hij op of omstreeks 5 juni 2008 in de gemeente [woonplaats verdachte] een wapen van categorie I onder 7°, te weten een (veerdruk)pistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen en/of met een voor ontploffing bestemde voorwerp voorhanden heeft gehad.