ECLI:NL:RBMAA:2009:BH5918

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
17 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
136865 / OT RK 09-89
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid kinderrechter Maastricht inzake verzoek tot intrekking voorlopige voogdij en ondertoezichtstelling

Op 17 februari 2009 heeft de kinderrechter te Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op 1 november 2008. De moeder van de minderjarige, die op dat moment minderjarig was en onder toezicht stond van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, had een verzoek ingediend tot intrekking van de voorlopige voogdij. De kinderrechter heeft zich echter onbevoegd verklaard om dit verzoek te behandelen, omdat de beslissing over de voorlopige voogdij al door de kinderrechter te Roermond was genomen. Dit is in overeenstemming met artikel 241 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Daarnaast heeft de kinderrechter ook het verzoek tot ondertoezichtstelling onbevoegd verklaard, aangezien de minderjarige onder gezag staat van de Stichting Bureau Jeugdzorg Roermond, die op basis van artikel 12 BW bevoegd is om deze zaken te behandelen. De kinderrechter te Maastricht heeft de zaak vervolgens verwezen naar de kinderrechter te Roermond voor verdere behandeling.

De Raad voor de Kinderbescherming te Maastricht had eerder op 20 januari 2009 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige. Tijdens de zitting op 10 februari 2009 heeft de raad aanvullend verzocht om de voorlopige voogdij in te trekken. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat hij niet bevoegd was om van deze verzoeken kennis te nemen en heeft de zaak in de stand waarin deze zich bevond, verwezen naar de kinderrechter te Roermond.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 17 februari 2009
Zaaknummer: 136865 / OT RK 09-89
De kinderrechter heeft de navolgende beschikking gegeven in de zaak met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige] geboren te [geboortegegevens minderjarige]
kind van:
[moeder], wonende te [adres moeder].
Advocaat mr. A. Crombag.
Belanghebbende:
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, gevestigd te 6040 AA Roermond, Postbus 34,
1. Verloop van de procedure:
Op 20 januari 2009 heeft de Raad voor de Kinderbescherming te Maastricht, verder te noemen de raad, een verzoekschrift tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 10 februari 2009.
2. Vaststaande feiten
[minderjarige] is geboren op 1 november 2008 uit de moeder voornoemd.
De moeder is minderjarig en staat onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. Zij wordt op 19 februari 2009 meerderjarig.
Bij beschikking van 9 december 2008 van de kinderrechter te Roermond is Bureau Jeugdzorg Limburg belast met de voorlopige voogdij over [minderjarige], die bij pleegouder(s) op een geheim adres verblijft.
3. Verzoek
De raad heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige] uit te spreken voor een periode van een jaar met ingang van 19 februari 2009 en een machtiging te verlenen om [minderjarige] uit huis te plaatsen bij pleegouder(s) voor de duur van de ondertoezichtstelling.
In voormeld verzoekschrift heeft de raad gesteld dat hij het verzoek voorlopige voogdij heeft ingetrokken ingaande 19 februari 2009.
Ter zitting van 10 februari 2009 heeft de raad aanvullend verzocht de voorlopige voogdij over [minderjarige] in te trekken.
4. Beoordeling:
De kinderrechter te Maastricht acht zich op grond van artikel 241 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet bevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot intrekking van de voorlopige voogdij, nu de beslissing daartoe door de kinderrechter te Roermond is genomen.
Ook met betrekking tot het verzoek tot ondertoezichtstelling acht de kinderrechter zich niet bevoegd nu de minderjarige onder gezag van de Stichting Bureau Jeugdzorg Roermond staat en de kinderrechter te Roermond op grond van artikel 12 BW bevoegd is.
De kinderrechter zal zich derhalve onbevoegd verklaren van beide verzoeken kennis te nemen en de zaak naar de kinderrechter te Roermond verwijzen.
5. Beslissing:
Verklaart zich onbevoegd van beide verzoeken kennis te nemen.
Verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kinderrechter te Roermond.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2009 in tegenwoordigheid van griffier.
MD