Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
geachte [voornaam medeverdachte 3], baas”. [3]
[voornaam verdachte 1], voorzitter. [8] Verder wijst de rechtbank op een tapgesprek d.d. 13 april 2008 waarbij [medeverdachte 4] in belt met [verdachte] en hem voorzitter noemt. [9]
Ik gaf hem dan de verdovende middelen die ik hem moest geven. [14]
hoeveel van die goeie koffie nog over is, hoeveel puur hij daar achtergelaten heeft, hoeveel [bijnaam medeverdachte 1] heeft gebracht en of [bijnaam medeverdachte 1] dat van [voornaam medeverdachte 5] haalt.[medeverdachte 2] geeft steeds antwoord en zegt onder meer dat
[bijnaam medeverdachte 1] het geld heeft en dat hij boodschappen doet en dat [voornaam medeverdachte 5] de helft krijgt wat [bijnaam medeverdachte 1] binnenhaalt. [40]
de [bijnaam verdachte] (voorzitter) gebeld heeft en dat hij ([bijnaam medeverdachte 1]) moet kijken waar [voornaam medeverdachte 2] is gebleven. [43] Later die dag vinden er telefoongesprekken plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 1]. Eerst belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] waarin laatstgenoemde laat weten
dat hij bij de woning is en dat hij net de auto geparkeerd heeft. [44] Daarna belt [medeverdachte 1] [verdachte] terug en zegt [medeverdachte 1]
dat de deur wel open gaat maar heel moeilijk.[verdachte] vraagt
of daar de insecten naar binnen zijn gegaan.[medeverdachte 1] geeft aan dat hij pand binnen zal gaan. [45] [medeverdachte 1] belt vervolgens naar [medeverdachte 3]:
besluit dat hij er met [voornaam medeverdachte 3] over zal praten. [47] Twintig minuten later belt [medeverdachte 1] opnieuw met [verdachte] en zegt hem dan dat hij gehoord heeft dat
6 is aangetroffenen dat
de nummers ook zijn meegenomen. [48]
ga naar zijn vrouw, daar zijn twee wit (fon) zakken van asbak, zwarte zakken of zo en twee kamers (fon) die leeg zijn (…) en kijk of er geld in de sokken zit. [49]
zegt dat hij bij de kerk is....nvt…[XX 2]. [64]
ja, nummer [XX 2], parkeer jou auto daar, huisnummer [XX 2], nee verder van de kerk. [65]
die drie klanten die ons hebben gebeld, die wit zouden kopen, die hier zijn geweest.
“hij” 100 op de pof wil hebben. “Hij” zelf heeft niets gekocht, “hij” heeft deze meegenomen. Degene die koopt heeft goed gekocht, heeft voor meer dan 1200 gekocht.[verdachte] antwoordt:
geef “hem” 5 kado.
vanavond alsjeblieft ik heb geen huis. Nog acht dagen heb ik geen huis meer. [68]
die ouwe die eigenaar is van dit huis. [69]
die ouwe (vrouwelijk) het water heeft afgesloten bij die jongen.[medeverdachte 3] zegt:
het huis is daar toch, daar beneden?[medeverdachte 2] verklaart verder op in het gesprek:
toen die ouwe (vrouwelijk) naar dat huis ging waar we nu zijn zei “ze”, ik zoek bewoners om in het huis te laten wonen, want dat huis is helemaal leeg. [bijnaam medeverdachte 1] moet dat huis beneden snel gaan inrichten.[voornaam medeverdachte 3] vraagt hem naar die tweedehands winkel te gaan en daar wat te kopen. [70]
net [naam 8] heeft gebeld en heeft gevraagd om met die vrouw morgen te praten of het mogelijk is dat die jongen daar nog kan blijven. [medeverdachte 2] vraagt [verdachte] aan [naam 8] hiervoor geld te geven.[medeverdachte 2] zegt:
we werken al een jaar in dat huis. [71]
ik heb “haar” gebeld, “ze” zei, je krijgt er een maand bij, maar dan aan het eind van de maand april spullen pakken. Jullie hebben dus nog een maand daar te gaan. [72] Daarna belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 3] en zegt: [naam 8]
heeft die ouwe (vrouwelijk) gebeld, heeft een maand geregeld. [73]
je moet [voornaam medeverdachte 3] vragen, hij moet betalen, vandaag is de 1e voorbij.[medeverdachte 2] vraagt:
op het handje?[naam 8] antwoordt:
nee, dat doet hij per bank.[medeverdachte 2] zegt dat
hij hem dadelijk zal bellen. [74]
die jongen is beneden in dat huis dat [bijnaam medeverdachte 1] heeft geregeld. [naam 8] heeft met die vrouw gepraat. Daar zijn drie huizen in die flat/gebouw. De Nederlander is helemaal boven, dan [bijnaam medeverdachte 1] beneden en dan wij midden (fon). Dat huis van beneden heeft [bijnaam medeverdachte 1] gepakt, die ouwe (vrouwelijk) weet niet dat “hij” een relatie met ons heeft. [75]
[bijnaam medeverdachte 1] heeft het geregeld met die zus van [naam 9]. Die woning die hij gepakt heeft, die heeft hij op naam van haar gepakt. Die woning die zij gepakt heeft is dat onder ons? [76]
dat hij gesproken heeft met de huisbaas, die Hollander. Hij heeft me [adres 4] gegeven.[medeverdachte 1] zegt dat
het goed is, pak maar.
Dan kunnen we daar bedienen, daar en hier, in alle woningen.[medeverdachte 2] zegt dat
hij gezegd heeft 1500 per maand en geen borg. Kruideniers verdienen veel geld, daarom wil hij 1500-2000.[medeverdachte 1] zegt
[voornaam medeverdachte 3] moet dit met hem regelen, hij is hem geld schuldig. [medeverdachte 2] zegt
met [bijnaam verdachte] gesproken te hebben en niet met [voornaam medeverdachte 3]. [78]
ik kan 1000 betalen in nmr [adres 4]? [79]
die Hollander heeft gezegd dat iemand moet komen met een Nederlands paspoort en de eigenaar daarvan moet aanwezig zijn. [medeverdachte 1] zegt dat
de prijs te hoog is: wij werken niet met kilo’s. [80]
is het ok?[medeverdachte 2] antwoordt:
ja, ok, vrijdag kom ik sleutels halen?waarop [medeverdachte 6] reageert dat
hij hem morgen ziet en dat hij alvast de borg moet meenemen. Daarna vraagt [medeverdachte 6] of [medeverdachte 2]
die er naast ligt, op [adres 5], ook wil? [81] .
dat die Nederlander misschien [adres 5] en [adres 4] geeft morgen. [82]
dat hij de Nederlander zo’n 2000 heeft gegeven. Over drie dagen krijgt hij de sleutels van [adres 4].[medeverdachte 3] vraagt wat hij voor de huur heeft afgesproken en wordt boos als hij bemerkt dat [medeverdachte 2] daar niets over heeft afgesproken. [medeverdachte 3] wil dat hij geld (borg) terugvraagt. [medeverdachte 2] vraagt:
waar moeten we dan de klanten bedienen?[medeverdachte 3] zegt dat [medeverdachte 2] [medeverdachte 6] moet bellen. [83]
hij [adres 4] moet pakken en niet [adres 5]. Ook zegt hij, in een later gesprek, tegen [medeverdachte 2] om hem te bellen tijdens het onderhandelen over de prijs. Weer later, zegt [medeverdachte 2]:
die Nederlander zei dat hij mij [adres 4] en [adres 5] in een keer zou geven. De voorzitter heeft mij gezegd ze niet allebei te nemen. [medeverdachte 3] vraagt vervolgens:
maak het met “hem” af, of met mij? Waarop [medeverdachte 2] zegt:
ik maak het met jou af geachte [voornaam medeverdachte 3], baas. [84]
ik wil [adres 4] en [adres 5] maar doe goede prijs voor mij. Daarna zendt hij het volgende bericht aan [medeverdachte 6]:
Ik betaal in elke huis 900.
ik heb net die Nederlander getroffen, “hij” zei regel maar een paspoort, moet ik [bijnaam medeverdachte 1] bellen? “Hij” zei regel paspoort, dan krijg je dat huis.[medeverdachte 3] antwoordt:
bel [bijnaam medeverdachte 7] op voor paspoort of identiteit, is hetzelfde. Zeg hem dat [voornaam medeverdachte 3] heeft gezegd om aub het Nederlandse paspoort te regelen. [85]
dat hij met de Nederlander klaar is en hem de “kaart” van [bijnaam medeverdachte 7] heeft gegeven. [87]
gisteren naar het winkelcentrum liep en door iemand achtervolgd werd. Hij is bang want het spul ligt in de woning. [88] Later die dag zegt [medeverdachte 2] tegen [verdachte]:
we werken al een jaar in dat huis.[verdachte] merkt in het gesprek op:
dat geld is niet allemaal winst, geld .. spul is van andere mensen, je moet niet denken dat al dat geld van ons is. [89]
[naam 11] twee spullen heeft gebracht, twee kilo.Verderop in het gesprek zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 2] dat hij
alles moet opschrijven wat hij ontvangt. [90]
waar die jongen die de klanten bedient met het spul naar toe moet.[verdachte] antwoordt dat
de jongen het naar [bijnaam medeverdachte 7] moet brengen. [91]
ik ben vandaag naar die geweest die dat nieuwe nummer gaat doen.[verdachte] merkt op:
oke, zeg maar tegen “hem”, hoe eerder je “ze” terugbrengt hoe beter. [92]
die dingen wat jij en ik uit Marokko hebben gehaald, waar zijn die.[medeverdachte 3] antwoordt:
die zijn in de woning, apart verstopt. [93]
de klanten worden weggepakt door kruideniers (runners).[verdachte] antwoordt:
de kruideniers kunnen klanten pakken, want wij hebben toch geen woning. [96]
hij heeft me alleen zwart gegeven.[verdachte] vraagt:
heeft hij jou die ene niet gegeven, waarmee je mengt. [97]
daar is niet veel, die 50 vingers, ik heb ze geteld. [98]
of de mensen van [voornaam verdachte 1] datgene bevalt wat donker is. Jouw klanten, willen zij die donkere of die grijze? [99] Later die dag belt [verdachte] hem terug en zegt hem dat
datgene waarop veel stippen zitten hem niet bevalt.[medeverdachte 5] merkt op:
het is goed, ik heb het aan mensen gegeven. Ik weet wat het is, het is niet slecht, het is goed, vriend. Dit is topspul. [100]
Ze hebben gezegd dat de kleur hen niet bevalt.[medeverdachte 5] zegt
dat het goed is. Als jij die ander nodig hebt, het is hier. Die andere is hier, waarmee jij altijd werkt en ik aan [voornaam medeverdachte 3] geef. Het spul is goed, alleen de kleur schrikt af.[verdachte] geeft aan dat hij wat nodig heeft:
op dit moment heb ik drie nodig, maar ik pak er een, want ik kan nergens verstoppen. [101]
hoeveel zand NNman nodig heeft.NN-man zegt
ongeveer 600 a 700. [verdachte] zegt dat hij morgen
witheeft. [102]
die dingen, wat ik laatst van jou gekregen heb, die zijn weg. Die waren in de woning, daar zijn de insecten binnengevallen. Luister, de [bijnaam verdachte] (voorzitter) is hier. Ik zeg het je maar, hij gaat nu over die dingen. [103]
of [bijnaam medeverdachte 1] deze week komt voor spullen.[medeverdachte 1] zegt:
voor mij zelf niet, ik zal kijken voor [voornaam medeverdachte 3].Waarop [medeverdachte 5] zegt:
nee, ik heb dat al geregeld met [bijnaam verdachte] (voorzitter). [104]
ik ben moe a ghoya [voornaam verdachte 1] ik kan echt niet meer ik ga stoppen serieus ik heb rust nodig ik word bijna gek van 4 telefoons ik kan echt niet meer 1 jaar. [105] Die dag stuurt hij ook een sms-bericht aan [medeverdachte 3] waarin hij laat weten dat hij wil stoppen, dat hij moe is en het werk haat. [106] Later die dag belt [medeverdachte 2] naar [verdachte] en zegt:
ik kan niet met [voornaam medeverdachte 3] overweg, ook niet met zijn andere broer, trek ben 13 maanden eraan, gratis, heb mijn leven, mijn papieren verpest, vier telefoons. Ik hoopte op hulp bij [voornaam medeverdachte 3]. Maar hij zegt dat ik hem suiker(ziekte) aan doe. [107]
hij niet boos is op [voornaam medeverdachte 4] en dat hij alleen na 13 maanden vakantie wil en daarover niet met “ze” kan praten en dat “ze” alleen aan henzelf denken. [108] Later die dag neemt [medeverdachte 2] ook met [verdachte] contact op en zegt tegen hem:
we werken al een jaar in dat huis. [109]
zegt dat hij bij de kerk is....nvt…[adres 3]. [110]
J ai le speed (tolk: ik heb speed). [111]
veel werk, Franse klanten en telefoons die niet “zwijgen”. [112]
dat de klanten komen en dat [voornaam medeverdachte 4] uit het raam moet kijken tot de klanten aankomen. [voornaam medeverdachte 4] vraagt waar de klanten nu zijn. [voornaam medeverdachte 2] zegt dat het lang kan duren want de klanten komen van 1000 km ver. [113]
(…) en hele Frankrijk komt bij ons (…). [114]
mijn geld geeft je aan niemand, en als je wat wilt doen, moet je eerst met mij overleggen.
Onderhandel met hem over de huur tot uiterlijk 1050 of 1100. [116] [medeverdachte 3] is er kristalhelder over:
ik beslis. [117] En [medeverdachte 2] moet [medeverdachte 3] tijdens die onderhandelingen telefonisch op de hoogte houden zonder zijn naam te noemen. [118]
hij moet de telefoons aan [bijnaam 2 verdachte] geven en hem bellen als hij ze terugheeft. [medeverdachte 4] zal dat doen:
hij zal hem goed helpen. Je kunt daar blijven zonder bang te zijn … ik zorg voor een woning, ik ga kruideniers halen en alles terughalen …. [119]
[bijnaam verdachte]en [verdachte] zegt
dat hij graag koffie wil drinken met [voornaam medeverdachte 5] en praten. Twee dagen later vertelt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] dat hij komt
met spullen voor jou … ik heb dat al geregeld met [bijnaam verdachte], ik heb al [bijnaam verdachte] ontmoet. [127]
luister, de voorzitter heeft me voordat hij naar de insecten ging, gebeld. Hij zei: de telefoons moet je aan [bijnaam 2 verdachte] geven. [128] Het gesprek toont aan dat [verdachte] maatregelen treft om de handel te laten doorlopen, ook als hij zelf geen rol meer kan spelen. Op 22 maart 2008 hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] besproken dat
de huisbaas, die Hollander aan [medeverdachte 2] 8 heeft gegeven. [129] Ze praten verder over het pakken van 8 vanaf 1 april
dan hebben we goede klanten,over de huur en de borg en
dat Marokkanen volgens die Hollander veel geld verdienen. [medeverdachte 1] brengt in dat
[voornaam medeverdachte 3] dit eigenlijk moet regelenen [medeverdachte 2] vermeldt dat hij er met [bijnaam verdachte] over heeft gesproken. Over dat laatste wordt hij een paar dagen later vervolgens door [medeverdachte 3] gekapitteld: [medeverdachte 2] moet dat met hem bespreken en
geen ruis/problemen veroorzakentussen hem en [verdachte]. [130]
wewerken al een jaar in dat huis. Naar het oordeel van de rechtbank kan de opmerking van [medeverdachte 2] niet anders worden begrepen dan dat, in ieder geval, hij, [verdachte] en [medeverdachte 3] in die periode al een samenwerkingsverband vormden en zich bezig hielden met de handel in en export van verdovende middelen, waaronder harddrugs.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;