Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
geachte [voornaam verdachte], baas”. [3]
[bijnaam medeverdachte 4] zegt dat [voornaam medeverdachte 3] zijn naam moet sms’en [5] en
SMS: [medeverdachte 2] . [6]
[voornaam medeverdachte 3], voorzitter. [8] Ook [medeverdachte 4] spreekt [medeverdachte 2] aan met “voorzitter” [9] , terwijl [medeverdachte 5] hem “[bijnaam medeverdachte 3]” noemt [10] .
Ik gaf hem dan de verdovende middelen die ik hem moest geven. [14]
- een herinneringsnota van Essent d.d. 6 december 2007 geadresseerd aan [verdachte], [adres 2] met een acceptgiro ten name van [verdachte] en rekeningnummer [XXXXXXXXX], en
- een jaarafrekening Essent 2006-2007, een betalingsherinnering van Gasrent Limburg d.d. 11 december 2007 en een factuur van Gasrent Limburg d.d. 21 december 2007, alle drie geadresseeerd aan [verdachte], [adres 2].
het nummer van [voornaam medeverdachte 6]. [verdachte] zegt
dat hij het nummer via een bericht zal sturen. [verdachte] zegt tot slot nog
degene waarvan jij spullen afneemt.
hoeveel [medeverdachte 5] hem de afgelopen keer heeft gegeven, antwoordt [medeverdachte 5] dat hij hem
drie heeft gegeven in de auto. Op de vraag
of [voornaam verdachte] dat bij [medeverdachte 5] heeft besteld en of [voornaam verdachte] heeft gezegd dat [medeverdachte 5] drie moest brengen, antwoordt [medeverdachte 5] bevestigend. [50]
nu 1½ nodig heeft. [medeverdachte 5] geeft dan aan dat hij zo zal terugbellen. In het kort daarna gevoerde gesprek spreken ze af over 40 minuten. [medeverdachte 5] zegt
bel me maar als je komt. [52]
hoeveel van die goeie koffie nog over is, hoeveel puur hij daar achtergelaten heeft, hoeveel [bijnaam medeverdachte 4] heeft gebracht en of [bijnaam medeverdachte 4] dat van [voornaam medeverdachte 6] haalt.[medeverdachte 1] geeft steeds antwoord en zegt onder meer dat
[bijnaam medeverdachte 4] het geld heeft en dat hij boodschappen doet en dat [voornaam medeverdachte 6] de helft krijgt wat [bijnaam medeverdachte 4] binnenhaalt. [54]
altijd komt. En om 21:50 heeft [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 5] gezegd
ik ben daar. [59] [medeverdachte 5] antwoordde toen
ik ben bij je.
of er nog geld bij mij in de woning ligt en waar het geld van het werk van de afgelopen maand is. Zijn broer geeft aan dat hij
straks gaat kijken hoeveel daar ligt en dat hij hem dan terugbelt. Ook vermeldt hij dat
[bijnaam medeverdachte 3] heeft gebeld en dat hij ([bijnaam medeverdachte 4]) moet kijken waar [voornaam medeverdachte 1] is gebleven.Kennelijk is op dat moment nog niet bekend dat [medeverdachte 1] eerder die dag om 15:15 is aangehouden in de [adres 3].
dat hij bij de woning is en net de auto heeft geparkeerd. [62] Drie minuten later belt [medeverdachte 3] terug en zegt
dat de deur wel open gaat maar heel moeilijk. [63] [medeverdachte 2] vraagt dan
of daar de insecten naar binnen zijn gegaan.Een paar minuten later geeft [medeverdachte 3] aan dat hij het pand binnen zal gaan. [64] Vervolgens heeft [medeverdachte 3] naar zijn broer [verdachte] gebeld [65] :
dat hij er met [voornaam verdachte] over zal praten.Twintig minuten later belt [medeverdachte 3] opnieuw met [medeverdachte 2] en zegt hem dan dat hij gehoord heeft dat
6 is aangetroffenen dat
de nummers ook zijn meegenomen. [67]
wat niet goed is, die drugs. Hij ontkent vervolgens zelf drugs te gebruiken. [69] In een andere verklaring heeft hij gezegd dat hij [voornaam verdachte] kent en hem wel eens in Marokko heeft gebeld om over Marokko te praten. [70]
dat hij bij de kerk is…[XX 3]. [83]
ja, nummer [XX 3], parkeer jou auto daar, huisnummer [XX 3], nee verder van de kerk. [84]
die drie klanten die ons hebben gebeld, die wit zouden kopen, die hier zijn geweest.
“hij” 100 op de pof wil hebben. “Hij” zelf heeft niets gekocht, “hij” heeft deze meegenomen. Degene die koopt heeft goed gekocht, heeft voor meer dan 1200 gekocht.[medeverdachte 2] antwoordt:
geef “hem” 5 kado.
die ouwe die eigenaar is van dit huis. [89]
die ouwe (vrouwelijk) het water heeft afgesloten bij die jongen.[verdachte] zegt daarop:
het huis is daar toch, daar beneden?[medeverdachte 1] verklaart verderop in het gesprek:
toen die ouwe (vrouwelijk) naar dat huis ging waar we nu zijn zei “ze”, ik zoek bewoners om in het huis te laten wonen, want dat huis is helemaal leeg. [bijnaam medeverdachte 4] moet dat huis beneden snel gaan inrichten.[verdachte] vraagt hem
naar die tweed hands winkel te gaan en daar wat te kopen. [90]
net [naam 9] heeft gebeld en heeft gevraagd om met die vrouw morgen te praten of het mogelijk is dat die jongen daar nog kan blijven. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] aan [naam 9] hiervoor geld te geven.[medeverdachte 1] zegt:
we werken al een jaar in dat huis. [91]
ik heb “haar” gebeld, “ze” zei, je krijgt er een maand bij, maar dan aan het eind van de maand april spullen pakken. Jullie hebben dus nog een maand daar te gaan. [92] Daarna heeft [medeverdachte 1] naar [verdachte] gebeld en tegen hem gezegd: [naam 9]
heeft die ouwe (vrouwelijk) gebeld, heeft een maand geregeld. [93]
je moet [voornaam verdachte] vragen, hij moet betalen, vandaag is de 1e voorbij.[voornaam medeverdachte 1] vraagt:
op het handje?[naam 9] antwoordt:
nee, dat doet hij per bank.[voornaam medeverdachte 1] zegt dat
hij hem dadelijk zal bellen. [94]
die jongen is beneden in dat huis dat [bijnaam medeverdachte 4] heeft geregeld. [naam 9] heeft met die vrouw gepraat. Daar zijn drie huizen in die flat/gebouw. De Nederlander is helemaal boven, dan [bijnaam medeverdachte 4] beneden en dan wij midden (fon). Dat huis van beneden heeft [bijnaam medeverdachte 4] gepakt, die ouwe (vrouwelijk) weet niet dat “hij” een relatie met ons heeft. [95]
[bijnaam medeverdachte 4] heeft het geregeld met die zus van [naam 10]. Die woning die hij gepakt heeft, die heeft hij op naam van haar gepakt. Die woning die zij gepakt heeft is dat onder ons? [96]
hij gesproken heeft met de huisbaas, die Hollander. Hij heeft me [XX 4] gegeven.[medeverdachte 3] zegt dat
het goed is, pak maar.
Dan kunnen we daar bedienen, daar en hier, in alle woningen.[medeverdachte 1] zegt dat
hij gezegd heeft 1500 per maand en geen borg. Kruideniers verdienen veel geld, daarom wil hij 1500-2000.[medeverdachte 3] zegt:
[voornaam verdachte] moet dit met hem regelen, hij is hem geld schuldig. [medeverdachte 1] zegt
met [bijnaam medeverdachte 3] gesproken te hebben en niet met [voornaam verdachte]. [99]
ik kan 1000 betalen in nmr [XX 4]? [100] De dag erna telefoneert [medeverdachte 1] met [medeverdachte 3] en zegt tegen hem:
die Hollander heeft gezegd dat iemand moet komen met een Nederlands paspoort en de eigenaar daarvan moet aanwezig zijn. [medeverdachte 3] zegt dat
de prijs te hoog is: wij werken niet met kilo’s. [101]
is het ok?, waarop [medeverdachte 1] antwoordt:
ja, ok, vrijdag kom ik sleutels halen. [medeverdachte 6] reageert dan dat
hij hem morgen ziet en dat hij alvast de borg moet meenemen. Daarna vraagt [medeverdachte 6]
of [medeverdachte 1] die er naast ligt, op [XX 5], ook wil? [102]
dat die Nederlander misschien [XX 5] en [XX 4] geeft morgen. [103]
dat hij de Nederlander zo’n 2000 heeft gegeven. Over drie dagen krijgt hij de sleutels van [XX 4].[verdachte] vraagt wat hij voor de huur heeft afgesproken en wordt boos als hij bemerkt dat [medeverdachte 1] daar niets over heeft afgesproken. [verdachte] wil dat hij geld (borg) terugvraagt. [medeverdachte 1] vraagt:
waar moeten we dan de klanten bedienen?[verdachte] zegt dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] moet bellen. [104]
hij [XX 4] moet pakken en niet [XX 5]. Ook zegt hij, in een later gesprek, tegen [medeverdachte 1] om hem te bellen tijdens het onderhandelen over de prijs. Weer later, zegt [medeverdachte 1]:
die Nederlander zei dat hij mij [XX 4] en [XX 5] in een keer zou geven. De voorzitter heeft mij gezegd ze niet allebei te nemen. [verdachte] vraagt vervolgens:
maak het met “hem” af of met mij? Daarop zegt [medeverdachte 1]:
ik maak het met jou af geachte [voornaam verdachte], baas. [105]
je vien a 13h30, tu ma pas repondu je peus venir?en
j’arrive dans 30min. Het oudste bericht dateert van 7 april 2007 en het meest recente van 13 maart 2008. [109]
je me passe dans 1h30. je t appel quand je suis a liege. [110]
le brun est moins bon et la blanche a 30 que t avais est bien mieu que la cristal de cette fois. [111]
- een passepartout voor een simkaart met nummer [XX-XXXXXXXXX]: op 19 en 20 maart 2008 probeerde [medeverdachte 6] 4x contact te krijgen met dit nummer,
- een salarisstrook van Uitzendbureau Zuid van € 1.300 ten name van [verdachte], voor de periode 1 maart 2008 tot en met 31 maart 2008, en
- twee sleutels, een van de centrale toegangsdeur van de [adres 5] en een van de centrale toegangsdeur van de [adres 6].
: Ik trek al 13 maanden eraan. Ik ben moe met vier telefoons. De junks maken hem gek met telefoontjes. [113] Eerder die dag heeft [medeverdachte 1] ook al tegen [medeverdachte 2] gezegd dat hij
er 13 maanden aan trekt. [114] [medeverdachte 1] heeft in verschillende sms-berichten aan [verdachte] en [medeverdachte 2] aangegeven dat hij wil stoppen, omdat hij moe is. [115] Ook tegen een ander klaagt [medeverdachte 1] over
veel werk, Franse klanten en telefoons die niet zwijgen. [116]
het halen van spullen,
sleutelsen
het werken vanuit die twee huizen.[medeverdachte 1] besluit het gesprek met
het gaat om het werk … [voornaam verdachte] is degene die daarover gaat, ik ben alleen een werker. [117]
die Nederlander straks naar mij komt.
Hij wil een paspoort en de eigenaar zien. Hij heeft gezegd dat hij een schil heeft en die was niet goed. Daar moet je wel voor moeten betalen.[voornaam verdachte] zegt
dan geef je hem 100 euro of 150.[voornaam medeverdachte 1] zegt
hij wil 1000 euro.[voornaam verdachte] zegt wat verderop in het gesprek
geef hem 400en
hij zal die 400 pakken. [118]
[voornaam verdachte] heeft gezegd een schil te regelen. Als [medeverdachte 7] hem niet goed begrijpt, legt hij uit
een paspoort, een paspoort.[medeverdachte 7] geeft dan aan dat
hij een deze dagen een junk zal vragen. [119]
voor die huisbaas 1200 in de envelop te doen, op de verwarming te leggen en er huur op te schrijven. [voornaam verdachte] zegt verder
ik stuur je straks een nummer per sms van die vrouw. Dan stuur je haar een bericht als volgt “de huur is thuis op de verwarming, bij de voordeur.”. [120] [medeverdachte 1] heeft die opdracht uitgevoerd, weten we uit de verklaring van de verhuurster [getuige 4]. Zij heeft een sms-bericht met die inhoud ontvangen. Ook is bij een observatie van het pand [adres 3] de envelop liggend op de verwarming bij de voordeur gezien. [121]
dat hij het moet mengen. [voornaam medeverdachte 1] zegt dan
dat hij het heeft gedaan, 200 schil plus 30 en 250 zand.[voornaam verdachte] zegt
gooit het erin. [122]
die spullen die [naam 11] heeft gehaald, wat rekenen jullie voor [naam 12]?En [verdachte] antwoordt dan
3000. [123]
het zand.
Een kilo is wit en de andere oranje. [voornaam verdachte] zegt even later dat
[voornaam medeverdachte 1] gewoon moet mengen en niet zoveel vragen moet stellen.Het gesprek wordt beëindigd, maar even later belt [medeverdachte 1] weer en zegt [voornaam verdachte]
waarom bel je me weer?[medeverdachte 1] zegt dat hij
wil praten over die zand. ... Die zak van die kilo heb ik opengemaakt en daarna …[voornaam verdachte] zegt dan:
ik heb je gezegd je moet mij niet bellen daarvoor.En weer wat later in het gesprek:
je moet het zelf weten, mengen met dat of mengen met dat andere, zoek het zelf maar uit. [124]
dat [bijnaam medeverdachte 4] met de jongens moet praten, dat [bijnaam medeverdachte 4] met [voornaam verdachte] en de voorzitter moet praten en dat hij wil stoppen. [bijnaam medeverdachte 4] zegt daarop
dat [voornaam medeverdachte 1] zelf met hen moet praten of een bericht sturen, waarop [medeverdachte 1] antwoordt
dat hij dit al 3 weken doet en dat het 3 weken oorlog is. [bijnaam medeverdachte 4] zegt dan
dat hij er niks aan kan doen. [125]
we werken al een jaar in dat huisondersteunt deze conclusie. Uit de genoemde berichten in de gsm’s van de [adres 1] volgt dat die activiteiten ook al in februari 2007 plaatsvonden. De tenlastegelegde periode van 1 januari 2007 tot en met 23 april 2008 zal daarom bewezen worden verklaard.
mijn geld geef je aan niemand, en als je wat wilt doen, moet je eerst met mij overleggen.
Onderhandel met hem over de huur tot uiterlijk 1050 of 1100. [126] [verdachte] is er kristalhelder over:
ik beslis. [127] En [medeverdachte 1] moet [verdachte] tijdens die onderhandelingen telefonisch op de hoogte houden zonder zijn naam te noemen. [128]
hij moet de telefoons aan [bijnaam 2 medeverdachte 3] geven en hem bellen als hij ze terugheeft. [medeverdachte 4] zal dat doen:
hij zal hem goed helpen. Je kunt daar blijven zonder bang te zijn … ik zorg voor een woning, ik ga kruideniers halen en alles terughalen …. [129]
[bijnaam medeverdachte 3]en [medeverdachte 2] zegt
dat hij graag koffie wil drinken met [voornaam medeverdachte 6] en praten. Twee dagen later vertelt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] dat hij komt
met spullen voor jou … ik heb dat al geregeld met [bijnaam medeverdachte 3], ik heb al [bijnaam medeverdachte 3] ontmoet. [135]
luister, de voorzitter heeft me voordat hij naar de insecten ging, gebeld. Hij zei: de telefoons moet je aan [bijnaam 2 medeverdachte 3] geven. [136] Het gesprek toont aan dat [medeverdachte 2] maatregelen treft om de handel te laten doorlopen, ook als hij zelf geen rol meer kan spelen.
Zeg niet mijn naam je kent me, hetgeen [medeverdachte 4] beaamt. Daarna zegt [medeverdachte 7] tegen hem
haal die spullen daar weg,
maak dat huis schoon en breng het naar buiten nu meteen. [medeverdachte 4] zal dat doen. Kennelijk weet [medeverdachte 4] precies wat [medeverdachte 7] bedoelt, ook al gebruikt hij de vage term “spullen”. Dit verhullende taalgebruik komt veelvuldig voor. Genoemd zijn in het voorgaande behalve spul/spullen woorden als vingers, zwart en zand en uit de context volgt dat het in die gesprekken om verdovende middelen gaat.
de huisbaas, die Hollander aan [medeverdachte 1] [XX 4] heeft gegeven. [138] Ze praten verder over het pakken van [XX 4] vanaf 1 april
dan hebben we goede klanten,over de huur en de borg en
dat Marokkanen volgens die Hollander veel geld verdienen. [medeverdachte 3] brengt in dat
[voornaam verdachte] dit eigenlijk moet regelenen [medeverdachte 1] vermeldt dat hij er met [bijnaam medeverdachte 3] over heeft gesproken. Over dat laatste wordt hij een paar dagen later vervolgens door [verdachte] gekapitteld: [medeverdachte 1] moet dat met hem bespreken en
geen ruis/problemen veroorzakentussen hem en [medeverdachte 2]. [139]
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
een gevangenisstraf van 7 jaren;