ECLI:NL:RBMAA:2008:BG5812
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenkomst in onteigeningsprocedure door huurder van te onteigenen percelen
Op 5 november 2008 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een civiele zaak met zaaknummer 132695 / HA ZA 08-902. De eiseres in de hoofdzaak, de Gemeente Heerlen, heeft gedaagden in de hoofdzaak gedagvaard voor de rechtbank en een vordering tot vervroegde onteigening ingesteld. De gedaagden in de hoofdzaak, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. H.H.B. Lamers, hebben geantwoord op de dagvaarding. In het incident heeft een derde, aangeduid als eiser in het incident, een verzoek ingediend om in de hoofdzaak te mogen tussenkomen, omdat hij als huurder van de te onteigenen percelen recht en belang heeft bij de procedure. Deze eiser in het incident werd bijgestaan door zijn advocaat mr. H.M.G. Duijsters.
De rechtbank heeft de zaak op 19 november 2008 opnieuw op de rol gezet voor het nemen van de conclusie van antwoord door de eiser in het incident. In de tussentijd heeft de rechtbank ambtshalve vonnis bepaald op basis van het rechtbankdossier. De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering van de huurder moet worden toegewezen, aangezien de aangevoerde gronden niet zijn weersproken. De Gemeente en de gedaagden in de hoofdzaak hebben zich niet verzet tegen de tussenkomst van de huurder.
In de beslissing heeft de rechtbank de huurder toegestaan om in de hoofdzaak tussen te komen en de beslissing over de kosten van het incident aangehouden tot de hoofdzaak is beslist. De rechtbank heeft verder iedere verdere beslissing in de hoofdzaak aangehouden, wat betekent dat de procedure voortgezet zal worden na de tussenkomst.