ECLI:NL:RBMAA:2008:BG5573

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
26 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
129905
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag en geslachtsnaam na overlijden van de moeder

In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 26 november 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag en de geslachtsnaam van een kind. De vader, die de zorg voor het kind heeft, verzocht om het ouderlijk gezag te verkrijgen en de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in zijn eigen geslachtsnaam. De moeder van het kind was op 22 juni 2007 overleden, en de vader had eerder het vaderschap laten vaststellen. De rechtbank overwoog dat, volgens artikel 1:5 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek, de vader een verklaring omtrent de naamskeuze had moeten afleggen, maar dit had nagelaten. Hierdoor kon het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam niet worden toegewezen. De rechtbank oordeelde echter dat het in het belang van het kind was dat de vader het ouderlijk gezag zou uitoefenen, en heeft dit verzoek toegewezen. De beschikking is gegeven door mr. P.H. Brandts, rechter en kinderrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 26 november 2008
Zaaknummer: 129905 / FA RK 08-821
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven inzake:
[naam vader],
verzoeker, verder te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats verzoeker],
advocaat mr. L. Bovenkamp.
1. Verloop van de procedure
De vader heeft op 23 mei 2008 een verzoekschrift tot wijziging in de uitoefening van het ouderlijk gezag ingediend.
De vader heeft zijn verzoek bij brief van 15 oktober 2008 aangevuld met een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 29 oktober 2008.
2. Vaststaande feiten
De vader heeft een relatie gehad met [naam moeder], verder te noemen: de moeder.
Uit deze relatie is op [geboortedatum kind] te [geboorteplaats kind] [naam kind] geboren.
De moeder is op 22 juni 2007 overleden.
Bij beschikking met zaaknummers 121602 en 124991 van deze rechtbank van 20 december 2007 is het vaderschap van de vader vastgesteld. Bij beschikking met zaaknummer 120806 is de vader benoemd tot voogd over [naam kind]. Deze beschikkingen zijn inmiddels in kracht van gewijsde.
3. Beoordeling
De vader heeft verzocht de bij beschikking van deze rechtbank d.d. 20 december 2007 vastgestelde voogdijvoorziening te wijzigen, in die zin, dat hij voortaan het ouderlijk gezag zal uitoefenen over [naam kind].
De vader heeft [naam kind] vanaf zijn geboorte verzorgd en opgevoed en wenst thans het gezag over [naam kind] uit te oefenen.
De rechtbank zal het verzoek van de vader toewijzen, nu dit in het belang van [het kind] is.
De vader heeft aanvullend verzocht de geslachtsnaam van [het kind] te wijzigen in [geslachtsnaam vader].
De vader stelt daartoe dat hij eerder een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van [het kind] heeft ingediend bij het Ministerie van Justitie. Op grond van de regels van het Besluit geslachtsnaamswijziging is een wijziging van een geslachtsnaam echter eerst mogelijk als de vader het kind gedurende een periode van vijf jaar heeft verzorgd en opgevoed. Van deze termijn kan niet worden afgeweken.
Door het overlijden van de moeder van [het kind] was het niet mogelijk, ter gelegenheid van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, een gezamenlijke verklaring af te leggen als bedoeld in artikel 1:5 lid 2 Burgerlijk Wetboek. De vader is daartoe alsnog bereid.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van artikel 1:5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek geldt dat [het kind], nu hij op het moment van zijn geboorte alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder stond, haar geslachtsnaam heeft verkregen. De vader heeft [het kind] bij de geboorte niet erkend.
Artikel 1:5 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat, indien een der ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn gedaan is overleden en er geen naamskeuze is gedaan, de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze aflegt. Gelet hierop en met inachtneming van het bepaalde in artikel 1:5 lid 2, 4e volzin van het Burgerlijk Wetboek had de vader de verklaring van de naamskeuze uiterlijk ter gelegenheid van de gerechtelijke vaststelling moeten afleggen. Zulks heeft hij echter nagelaten, zodat de rechtbank het verzoek dient af te wijzen.
3. Beslissing
De rechtbank:
Wijzigt de beschikking van deze rechtbank d.d. 20 december 2007.
Bepaalt dat de vader het ouderlijk gezag heeft over [naam kind], geboren te [geboorteplaats kind] op [geboortedatum kind].
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het verzoek tot geslachtsnaamswijziging.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H. Brandts, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
LF
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.