RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
zaakno: 297098 CV EXPL 08-4962
typ: YT
coll:
Vonnis van 8 oktober 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN B.V., voorheen h.o.d.n. KPN Telecom B.V., zijnde de rechtsopvolgster onder algemene titel van KPN Mobile The Netherlands B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
eiseres, nader te noemen KPN,
gemachtigde: mr. M.F.W. Vroomen, gerechtsdeurwaarder;
[gedaagde],
wonende aan de [adres],
gedaagde partij, nader te noemen: [gedaagde],
verschenen in persoon.
VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE:
Naar aanleiding van het door de kantonrechter op 2 juli 2008 gewezen tussenvonnis heeft KPN op 15 juli 2008 ten behoeve van de te houden comparitie stukken in het geding gebracht en heeft er op 1 augustus 2008 een comparitie van partijen plaatsgevonden waarvan een proces-verbaal is opgemaakt.
De inhoud van deze stukken geldt als hier herhaald.
Daarna is vonnis bepaald waarvan de uitspraak is gesteld op heden.
2.1 KPN vordert om [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.030,79, zijnde € 835,83 aan hoofdsom, € 150,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 44,96 aan tot 12 juni 2008 vervallen rente, vermeerderd met de wettelijke rente over € 835,83 vanaf 12 juni 2008 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2 KPN legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen haar en [gedaagde] een overeenkomst is gesloten terzake het gebruik van telecommunicatiediensten in welk kader zij een communicatie-aansluiting en een of meerdere mobiele telefoonnummers aan [gedaagde] ter beschikking heeft gesteld en een abonnement met een SIM-kaart aan [gedaagde] heeft verschaft.
[gedaagde] heeft zich uit hoofde van opgemelde overeenkomst verplicht tot betaling aan KPN terzake de door KPN geleverde diensten. Op de litigieuze overeenkomst zijn de door KPN gehanteerde Algemene Voorwaarden van toepassing.
2.3 Daar [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten met betaling van de facturen van KPN heeft KPN haar vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar incassogemachtigde en vordert zij op grond van de toepasselijke voorwaarden alsmede het bepaalde in artikel 6:96 BW betaling van de met de incassowerkzaamheden gepaard gaande kosten. Gelet op het verzuim van [gedaagde] heeft KPN hem schriftelijk de wettelijke rente aangezegd en heeft zij, nu [gedaagde] in verzuim blijft, recht en belang [gedaagde] in rechte te betrekken.
2.4 [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarbij hij heeft aangegeven dat hij het niet eens is met de vordering. Hij heeft in december 2006 een abonnement voor twee maanden op proef afgesloten onder afgifte van een machtiging voor automatische incasso. Nu er kennelijk geen automatische incasso heeft plaatsgevonden, heeft [gedaagde] een brief van KPN ontvangen waarin KPN heeft aangegeven dat er sprake was van een betalingsachterstand.
[gedaagde] heeft daarop gelijk betaald en KPN meegedeeld dat hij een machtiging had afgegeven doch nimmer enige factuur had ontvangen. Daarna heeft [gedaagde] nog eens een brief terzake betalingsachterstand ontvangen en was zijn telefoon afgesloten.
Ter comparitie heeft KPN verklaart dat er in het contract geen sprake is van betaling middels automatische incasso doch van betaling middels acceptgiro’s. [gedaagde] heeft dit standpunt van KPN ter zitting niet bestreden zodat de kantonrechter er van uit gaat dat [gedaagde] het verweer ten aanzien van de machtiging automatische incasso niet langer handhaaft.
De concrete betalingsachterstand op 27 juni 2007 bedraagt 3x€ 41,59=€ 124,77 en ziet op de maandtermijnen van het abonnement die door [gedaagde] niet zijn betaald en die tot ontbinding van de overeenkomst hebben geleid. [gedaagde] bestrijdt deze achterstand niet zodat de kantonrechter als vaststaand feit in de onderhavige procedure uitgaat van deze achterstand. De totale schade bedraagt echter volgens KPN € 835,83.
Uit de door KPN overgelegde producties is de kantonrechter gebleken dat het gevorderde bedrag ad € 835,83 bestaat uit het factuurbedrag van 11 juli 2007 ad € 711,06, vermeerderd met de concrete schade ad € 124,77. Het factuurbedrag van € 711,06 vordert KPN kennelijk op basis van de algemene voorwaarden.
Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ) van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007/201, Mostaza Claro), is de kantonrechter ambtshalve verplicht tot toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten.
In de EG Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is bepaald in artikel 3:
“Artikel 3
1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2. (…)
3. De bijlage bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.”
In de bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG is opgenomen onder e) dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt, bedingen, die tot doel of tot gevolg hebben:
“de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.”
Onder o) is opgenomen, dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt, bedingen die tot doel of tot gevolg hebben: “de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt”.
De kantonrechter is van oordeel dat een beding, als opgenomen in artikel 2:8 sub 8 van de toepasselijke algemene voorwaarden, gekwalificeerd kan worden als een beding dat tot doel of gevolg heeft om aan de consument, die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen. Tegenover de verplichting tot betaling van de vaste abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst, staan vanaf datum ontbinding, voor zover daar in casu sprake van is, immers geen diensten meer van KPN. De kantonrechter merkt daarbij op dat KPN ter zitting heeft bevestigd dat het om een sim-only-contract ging. Een gratis mobiele telefoon is derhalve niet verstrekt.
In het kader van een richtlijnconforme interpretatie van artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vormt het feit, dat een beding is opgenomen in de bijlage bij artikel 3 lid 3 van de Richtlijn 93/13/EEG, een indicatie, dat er sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
De kantonrechter komt dan tot het oordeel dat artikel 2:8 sub 8 van de toepasselijke algemene voorwaarden, in het licht van alle omstandigheden van het geval, een onredelijk bezwarend beding betreft, welk beding de kantonrechter, gelet op de inhoud van het voornoemde Mostaza Claro arrest, op grond van artikel 6:233 sub a BW buiten toepassing zal laten, hetgeen er toe leidt dat enkel de onweersproken concrete schade zal worden toegewezen.
Nu, in aansluiting op het vorenoverwogene, de kantonrechter van oordeel is dat KPN in elk geval vanaf juli 2007 onjuiste bedragen aan [gedaagde] heeft gefactureerd, ziet de kantonrechter reden de vordering betreffende de buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen.
Met inachtneming van het vorenoverwogene komt de kantonrechter niet meer toe aan het overige door partijen aangevoerde en zullen de proceskosten worden gecompenseerd.
Veroordeelt [gedaagde] om aan KPN, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen de som van € 124,77, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldag van de respectieve facturen tot aan de dag der algehele voldoening.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de hare draagt.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. A.J. Henzen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.