ECLI:NL:RBMAA:2008:BF3172

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
24 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
124190 / HA ZA 07-1019
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur van reclameruimte op rolstoelen

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Maastricht, ging het om een geschil tussen VITRINA B.V. en GEHLEN ZONWERING B.V. over de huur van reclameruimte op rolstoelen. De eiseres, VITRINA B.V., stelde dat zij een deel van de rolstoel ter beschikking had gesteld aan de gedaagde voor reclame-doeleinden, waarvoor een jaarlijkse huurprijs van € 1.000,- gold. De rechtbank onderzocht de reclame-overeenkomst en concludeerde dat er sprake was van een huurovereenkomst, zoals gedefinieerd in artikel 7:201 BW. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde, GEHLEN ZONWERING B.V., de controle had over de inhoud en het gebruik van de reclameruimte, wat de voorwaarden voor een huurovereenkomst vervulde.

Tijdens de procedure werd er een vonnis gewezen op 20 augustus 2008, waarna beide partijen aanvullende aktes indienen. De rechtbank heeft vervolgens besloten dat zij onbevoegd is om van de zaak kennis te nemen en heeft de zaak verwezen naar de sector kanton, locatie Sittard-Geleen. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij in persoon mogen procederen, zonder dat een advocaat verplicht is. De uitspraak werd gedaan door rechter J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 24 september 2008
Zaaknummer : 124190 / HA ZA 07-1019
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VITRINA B.V.,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
eiseres,
advocaat mr. F.G.F.M. Tripels te Maastricht;
tegen:
de besloten vennootschap GEHLEN ZONWERING B.V.,
gevestigd te Sittard,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.B.G. Briaire te Maastricht.
1. Het verdere verloop van de procedure
Naar aanleiding van het in deze zaak gewezen vonnis van 20 augustus 2008 heeft eiseres een akte na vonnis dd 20 augustus 2008 genomen en heeft gedaagde een akte uitlaten genomen. De rolrechter heeft vervolgens bepaald dat vonnis zal worden gewezen waarvan de uitspraak bij vervroeging is bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Eiseres is in de door haar genomen akte van mening dat er geen sprake is van een huurovereenkomst omdat, kort gezegd, zij geen ruimte ter beschikking aan gedaagde heeft gesteld, er is niets “in gebruik verstrekt”. Gedaagde heeft zich gerefereerd.
2.2.1 Het betreft in de onderhavige zaak de volgende feitelijkheid.
Uit de door gedaagde overgelegde “reclame-overeenkomst rolstoelen” begrijpt de rechtbank dat eiseres de beschikking heeft over een ruimte aan beide zijden van in elk geval één rolstoel. Dit wordt de reclameruimte genoemd. Indien deze reclameruimte wordt gebruikt voor reclame, huurt (zie art. 1 van de overeenkomst) de reclamemaker reclamepaneelruimte (in de overeenkomst “reklamepaneelruimte” genoemd) waarvoor hij € 1.000,- per jaar dient te betalen. De kosten voor het maken van een reclamepaneel komen ten laste van de opdrachtgever die tevens opdracht kan geven om een paneel te wijzigingen of te vervangen.
2.2.2 Gelet op deze inhoud heeft eiseres een deel van de rolstoel voor een specifiek doel aan gedaagde in gebruik verstrekt. Dit gebruik is weliswaar gelimiteerd maar het is gedaagde die beslist welk bord er hangt, wat er op het bord komt te staan en die gebruik mag maken van een ruimte om dat bord op te hangen waarvoor hij een prijs betaalt. Aldus is aan alle criteria van art. 7:201 BW voldaan zodat er in dit geval sprake is van een huurovereenkomst. Deze zaak wordt dan ook verwezen naar de sector kanton van deze rechtbank en wel, gelet op de vestigingsplaats van gedaagde, naar de locatie Sittard.
2.3 Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank:
verklaart zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen en verwijst de zaak naar de sector kanton, locatie Sittard-Geleen van deze rechtbank en wel naar de rol van 22 oktober 2008 voor beraad verder procederen;
verstaat dat de kantonrechter onder meer zal oordelen over het betaalde griffierecht;
wijst partijen er op dat zij in persoon mogen procederen (een advocaat is niet verplicht);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.