RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700761-07
Datum uitspraak: 4 april 2008
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 maart 2008 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen de minderjarige
[Naam verdachte],
geboren te [Geboortegegevens verdachte],
wonende te [Woonadres verdachte].
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2007 tot en met 4 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een garage, behorende bij een woning gelegen aan de [Adres] heeft weggenomen een of meer tas(sen) met inhoud (onder andere haarverzorgingsproducten en/of een koffiezetapparaat), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer1] en/of aan 'De Spaanse Ladies', in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij in of omstreeks de periode van 5 november 2007 tot en met 12 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een garage, behorende bij een woning gelegen aan de [Adres] heeft weggenomen een (Ikea)tas met inhoud (onder andere fotolijsten) en/of een doos met inhoud, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij in of omstreeks de periode van 24 november 2007 tot en met 29 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [Adres2] weg te nemen een of meer goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk over een schuur en/of een tuinafscheiding is geklommen en/of de tuin behorende bij die woning heeft betreden en/of zich heeft begeven naar de achterdeur van die woning en/of (vervolgens) doende is geweest de ruit van die achterdeur in te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 6 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan de [Adres3]heeft weggenomen (onder andere) een computer en/of een beeldscherm en/of een scanner en/of een DVD-speler en/of geluidsboxen en/of een hoeveelheid sieraden en/of een hoeveelheid geld en/of een hoeveelheid parfum en/of een tas en/of een riem en/of een afstandsbediening en/of een of meer DVD('s) en/of een of meer CD-rom(s), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
hij op of omstreeks 2 november 2007 in de gemeente Beek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [Adres4] weg te nemen een of meer goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk op het balkon van die woning is geklommen en/of een ruit van die woning heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op of omstreeks 30 oktober 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kookplaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
7.
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2007 tot en met 26 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een kelderbox ([Adres5]) heeft weggenomen een hoeveelheid DVD's en/of een of meer computerspel(len), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 1 november 2007 tot en met 4 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een garage, behorende bij een woning gelegen aan de [Adres] heeft weggenomen tassen met inhoud (onder andere haarverzorgingsproducten en een koffiezetapparaat), toebehorende aan [Naam slachtoffer1] en/of aan 'De Spaanse Ladies', waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
hij in de periode van 5 november 2007 tot en met 12 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een garage, behorende bij een woning gelegen aan de [Adres] heeft weggenomen een Ikeatas met inhoud (onder andere fotolijsten) en een doos met inhoud, toebehorende aan [Naam slachtoffer1], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
hij in de periode van 24 november 2007 tot en met 29 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [Adres2] weg te nemen goed(eren) en/of geld, toebehorende aan [Naam slachtoffer2], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak en inklimming, met zijn mededaders, met voornoemd oogmerk over een schuur is geklommen en de tuin behorende bij die woning heeft betreden en zich heeft begeven naar de achterdeur van die woning en vervolgens doende is geweest de ruit van die achterdeur in te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 6 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een woning gelegen aan de [Adres3] heeft weggenomen een computer en een beeldscherm en een scanner en een DVD-speler en geluidsboxen en een hoeveelheid sieraden en een hoeveelheid geld en een hoeveelheid parfum en een tas en een riem en een afstandsbediening en DVD's en CD-roms, toebehorende aan [Naam slachtoffer3], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
5.
hij op 2 november 2007 in de gemeente Beek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [Adres4] weg te nemen goed(eren) en/of geld, toebehorende aan [Naam slachtoffer4] en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak en inklimming, met zijn mededaders met voornoemd oogmerk op het balkon van die woning is geklommen en een ruit van die woning heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op 30 oktober 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kookplaat, toebehorende aan [Naam slachtoffer5];
7.
hij in de periode van 25 november 2007 tot en met 26 november 2007 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een kelderbox ([Adres5]) heeft weggenomen een hoeveelheid DVD's en computerspellen, toebehorende aan [Naam slachtoffer6], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming.
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
Nadere overweging ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De raadsman heeft ter terechtzitting ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde aangevoerd dat er geen sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen [Naam verdachte] en zijn medeverdachten en dat verdachte derhalve van het onder 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. De raadsman verwijst naar pagina 157 van het procesdossier alwaar [Naam verdachte] heeft verklaard dat hij niets te maken wilde hebben met de inbraak in de garage behorende bij de woning gelegen aan de [Adres] te Geleen. Alleen [Naam medeverdachte] heeft bij deze inbraak goederen meegenomen uit voornoemde garage. [Naam verdachte] is volgens eigen zeggen slechts kort in de garage geweest zonder iets mee te nemen.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Het onder 2 aan verdachte ten laste gelegde betreft het medeplegen van een inbraak in een garage behorende bij de woning gelegen aan de [Adres] te Geleen. Blijkens zijn eigen verklaring op pagina 157 van het dossier wist verdachte heel goed met welk doel men voor de tweede keer naar die garage ging – verdachte had er reeds eerder die maand ingebroken – namelijk “om te kijken of er nog iets lag”. Aangezien verdachte de desbetreffende garage ook daadwerkelijk heeft betreden, heeft hij heeft zich niet gedistantieerd van deze inbraak. Om deze reden verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman en acht zij het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
T.a.v. feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 3:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
T.a.v. feit 4:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 5:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
T.a.v. feit 6:
diefstal door twee of meer verenigde personen
T.a.v. feit 7:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straffen
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren. Ten slotte heeft de officier van justitie een taakstraf gevorderd in de vorm van een werkstraf voor de duur van 120 uren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede een taakstraf in de vorm van een leerstraf “Slachtoffer in Beeld” voor de duur van 20 uren.
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken nu dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Ten aanzien van de straftoemeting refereert de raadsman zich met het opleggen van een taakstraf alsmede de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich dient te houden aan de richtlijnen van de jeugdreclassering. Ten aanzien van de duur van de gevorderde voorwaardelijke jeugddetentie merkt de raadsman op dat deze, gelet op de persoon van de verdachte, te omvangrijk is. De raadsman verzoekt de rechtbank om deze te matigen dan wel de omvang van de gevorderde taakstraf te verhogen naar het wettelijk maximum en een deel daarvan voorwaardelijk op te leggen, zodat de oplegging van een voorwaardelijke jeugddetentie achterwege kan blijven.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straffen het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straffen gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank ten bezware van de verdachte er rekening mee gehouden dat de verdachte heeft erkend zich schuldig te hebben gemaakt aan meerdere strafbare feiten, vervat in het dossier met onderhavig parketnummer, terzake waarvan de officier van justitie heeft medegedeeld dat de verdachte daarvoor niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd, te weten:
- de periode van 12 november 2007 tot en met 18 december 2007, Frans Halsstraat te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, poging tot inbraak in een garage, tezamen en in vereniging;
- 21 november 2007, Jan Steenstraat te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, diefstal in vereniging;
- 27 oktober 2007, Johan Frisostraat te Spaubeek, gemeente Beek, poging tot inbraak in een woning, tezamen en in vereniging;
- 4 november 2007, Seipgensstraat te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, inbraak in een garage, tezamen en in vereniging;
- de periode van 26 oktober tot en met 29 oktober 2007, Nobelstraat te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, poging tot inbraak in een woning, tezamen en in vereniging.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een geheel voorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt en een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving, de mate waarin het bewezenverklaarde persoonlijk leed teweeg heeft gebracht en de mate waarin het bewezenverklaarde schade teweeg heeft gebracht.
Ten aanzien van de aan verdachte op te leggen taakstraf begrijpt de rechtbank dat het niet de bedoeling is om de leerstraf “Slachtoffer in Beeld” bij wijze van leerstraf aan verdachte op te leggen, maar dat geadviseerd wordt verdachte het project ‘Slachtoffer in Beeld” uit Utrecht te laten volgen en dat dit door de Jeugdreclassering zal plaatsvinden in het kader van de aan verdachte op te leggen bijzondere voorwaarde.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [Naam slachtoffer5] en [Naam slachtoffer4] zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de kookplaat van de benadeelde partij [Naam slachtoffer5], waarvan deze benadeelde partij vergoeding vordert, is terug gevonden en derhalve aan hem kan worden geretourneerd. Om deze reden dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat vordering van de benadeelde partij [Naam slachtoffer4], volledig door haar verzekeraar is vergoed. Om deze reden dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 45, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een jeugddetentie voor de duur van zes maanden;
- beveelt, dat de opgelegde jeugddetentie niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit dan wel de volgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de proeftijd zich zal gedragen overeenkomstig de door of vanwege de Jeugdreclassering van het Bureau Jeugdzorg in het arrondissement Maastricht te stellen richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- geeft aan voornoemde instelling opdracht aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf die zal bestaan uit een werkstraf, te weten het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van 140 uren;
- beveelt dat indien de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 70 dagen zal worden toegepast;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, naar de maatstaf van twee uren per dag;
- heft op de geschorste voorlopige hechtenis met ingang van heden;
- verklaart de benadeelde partij [Naam slachtoffer5], [Adresgegevens slachtoffer5], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [Naam slachtoffer5] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [Naam slachtoffer4], [Adresgegevens slachtoffer4], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [Naam slachtoffer4] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.A.M. van Uum, voorzitter, kinderrechter, mr. M. Senden en mr. I. Becker-Hartenhof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 4 april 2008, zijnde mr. I. Becker-Hartenhof en mr. I.K. Bakker buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.