ECLI:NL:RBMAA:2008:BD9769
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid VUT-fonds voor onjuiste informatie over FPU-regeling
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. A.W. van Leeuwen, dat het VUT-fonds aansprakelijk werd gesteld voor schade die hij zou hebben geleden door onjuiste informatie over de FPU-regeling. Eiser, geboren op 23 september 1950, had tot 1 januari 2006 de mogelijkheid om gebruik te maken van de FPU. Hij stelde dat een medewerker van de gemeente Den Haag op 22 september 2005 een verzoek had gedaan voor een FPU-offerte met als ingangsdatum 1 december 2005. Echter, in een brief van 19 oktober 2005 werd hem meegedeeld dat hij niet meer in aanmerking kwam voor de FPU. Eiser ontdekte pas medio 2006 dat deze informatie onjuist was. Hij voerde aan dat het VUT-fonds hem had moeten wijzen op de mogelijkheid om een aanvraag te doen voor een ingangsdatum vóór 1 januari 2006.
De kantonrechter oordeelde dat eiser geen schade had geleden, omdat hij vijf dagen per week bleef werken en zijn inkomen daardoor hoger was dan wanneer hij vier dagen had gewerkt en gebruik had gemaakt van de FPU. De rechter verwierp ook de stelling van eiser dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, omdat hij slechts een offerte had gevraagd en geen aanvraag had ingediend. De rechter concludeerde dat het beroep van eiser moest worden verworpen en dat hij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De uitspraak werd gedaan op 20 augustus 2008 door mr. A.J. Henzen, kantonrechter, en de vordering van eiser werd afgewezen. Eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van het VUT-fonds waren begroot op € 214,- voor het salaris van de gemachtigde.