ECLI:NL:RBMAA:2008:BD8246
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in consumentenovereenkomsten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 16 juli 2008, gaat het om een geschil tussen Vodafone Libertel B.V. en een gedaagde die in gebreke is gebleven met de betaling van zijn telecomdiensten. De eiseres, Vodafone Libertel B.V., vordert een bedrag van € 1.875,22, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde. De gedaagde erkent de overeenkomst, maar betwist de hoogte van het gevorderde bedrag en stelt dat hij nooit gebruik heeft gemaakt van bepaalde servicenummers. Hij betwist ook de ontvangst van de facturen, die naar een adres in Sittard zijn gestuurd, waar hij nooit heeft gewoond.
De kantonrechter heeft in deze zaak de verplichting om ambtshalve te toetsen of er sprake is van onredelijk bezwarende bedingen in de algemene voorwaarden, zoals bepaald in de Europese Richtlijn 93/13/EEG. De rechter verwijst naar eerdere arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, die de verplichting van de rechter onderstrepen om dergelijke bedingen te toetsen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat artikel 4 van de algemene voorwaarden mogelijk een onredelijk bezwarend beding betreft, en dat de beoordeling hiervan moet plaatsvinden in het licht van alle omstandigheden van het geval.
De eiseres krijgt de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over de werkelijke schade die zij heeft geleden door de ontbinding van de overeenkomst. De gedaagde zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling, waarbij de rechter de partijen heeft verzocht om aanvullende informatie te verstrekken. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden, en de verdere procedure zal worden voortgezet op 10 september 2008.