ECLI:NL:RBMAA:2008:BD6924

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
25 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
276177 CV EXPL 07-7525
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen door Vodafone Libertel B.V. tegen gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 25 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Vodafone Libertel B.V. en een gedaagde. De eiseres, Vodafone, vorderde betaling van openstaande facturen die voortvloeiden uit een overeenkomst voor mobiele telefonie. De gedaagde had de overeenkomst voortijdig ontbonden, waardoor Vodafone niet in staat was om de investeringen, waaronder een telefoontoestel en een actiekorting, volledig terug te verdienen. De kantonrechter oordeelde dat het beding in de algemene voorwaarden van Vodafone, dat betrekking had op de verplichtingen van de gedaagde, niet als onredelijk bezwarend kon worden aangemerkt. De kantonrechter wees erop dat de gedaagde zich had verplicht tot een minimale looptijd van 24 maanden en dat hij maandelijks een bedrag van € 20,00 aan abonnementskosten diende te betalen. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Vodafone, inclusief de gevorderde rente en proceskosten, toewijsbaar was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 481,46, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van Vodafone, die op € 408,85 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/rolnr.: 276177 CV EXPL 07-7525
typ: CJ
Vonnis van de kantonrechter d.d. 25 juni 2008
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vodafone Libertel B.V.
woonplaats hebbende te Maastricht
eiseres
gemachtigde J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder te Maastricht
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
[postcode & woonplaats]
gedaagde.
1. Het verdere procesverloop
Ter uitvoering van het door de kantonrechter op 26 maart 2008 gewezen tussenvonnis, heeft Vodafone ter zitting van 23 april 2008 een akte inhoudende uitlating genomen en daarbij een productie overgelegd.
De inhoud geldt als hier herhaald.
Ofschoon [gedaagde] daartoe in de gelegenheid is gesteld, heeft hij op de akte van Vodafone niet gereageerd.
Vervolgens is zijn recht daartoe vervallen verklaard en vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is gesteld op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 De kantonrechter die de zaak tot op heden heeft behandeld, is vanwege de overstap naar een andere sector niet meer in staat vonnis te wijzen, zodat de thans vonniswijzende kantonrechter de zaak heeft overgenomen.
2.2 Terzake de door de kantonrechter in haar tussenvonnis van 26 maart 2008 genoemde arresten van het HvJ EG van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007, 201 Mostaza Claro) heeft Vodafone gesteld dat het beding als opgenomen in artikel 15 lid 2 van de algemene voorwaarden niet is aan te merken als een onredelijk bezwarend beding. Vodafone voert daartoe aan dat overeenkomsten als de onderhavige vergezeld gaan van ofwel een bepaalde korting ofwel het verstrekken van een gratis telefoontoestel, waarbij verband bestaat tussen de waarde van de kortingen of telefoontoestellen en de minimale looptijd waarop de consument zich wil vastleggen. Vodafone merkt op dat in casu sprake is van een minimale looptijd van 24 maanden, hetgeen betekent dat [gedaagde] zich heeft verplicht om gedurende minimaal 24 maanden maandelijks € 20,00 aan vaste abonnementskosten te voldoen. Tot slot legt Vodafone de kassabon over, welke is opgemaakt bij het sluiten van de overeenkomst. Hieruit blijkt dat aan [gedaagde] een telefoontoestel van het merk Sony Ericson ter beschikking is gesteld met een waarde van
€ 359,95 en dat aan [gedaagde] tevens een speciale actiekorting van € 29,95 is verstrekt. Vodafone stelt zich dan ook op het standpunt dat zij als gevolg van de voortijdige, aan [gedaagde] te wijten, ontbinding van de overeenkomst, deze investeringen niet volledig heeft kunnen terugverdienen.
2.3 Hoewel de door Vodafone overgelegde kassabon slecht leesbaar is, kan de kantonrechter daaruit wel afleiden dat het simnummer vermeld op de kassabon overeenstemt met het simnummer genoemd in de door partijen gesloten overeenkomst. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat de kassabon betrekking heeft op de door [gedaagde] gesloten overeenkomst terzake mobiele telefoonaansluiting.
2.4 Ofschoon [gedaagde] in de gelegenheid is gesteld mondeling dan wel schriftelijk te reageren op de akte van Vodafone, heeft hij van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om gemotiveerd in te gaan op de akte, nu de inhoud daarvan tot aanvullende stellingname of toespitsing van het verweer aanleiding gaf.
2.5 Onder deze omstandigheden acht de kantonrechter het in artikel 15 lid 2 van de algemene voorwaarden neergelegde beding, waarop Vodafone zich in casu beroept, niet onredelijk bezwarend, zodat de vordering betreffende de factuur d.d. 4 januari 2007 met factuurnummer 000064915832 ad € 226,42, betrekking hebbende op de periode na afsluiting van de telefoon en ontbinding van de overeenkomst, zal worden toegewezen. [gedaagde] heeft de factuur d.d. 11 oktober 2006 met factuurnummer 000061316464 ad € 173,60 niet weersproken, zodat de vordering op dit onderdeel kan worden toegewezen. De gevorderde rente tot 20 november 2007 ad € 6,44 zal eveneens worden toegewezen.
2.6 Hoewel Vodafone desgevraagd ter comparitie geen sommatiebrieven kon overleggen, noch kon aangeven op welke data deze brieven zijn verstuurd, is de kantonrechter van oordeel dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten wel toewijsbaar zijn, aangezien meerdere malen (driemaal) betalingsregelingen overeengekomen zijn, welke uiteindelijk niet door [gedaagde] werden nagekomen en uit het door Vodafone overgelegde schermafdruk blijkt dat op 26 juli 2007 een aanmaning aan [gedaagde] is verzonden.
2.7 Vodafone vordert wettelijke rente over de vervallen wettelijke rente. Deze vordering zal worden afgewezen nu rente op rente van rechtswege verschuldigd is, zij het met de beperking dat alleen over achterstallig rente die over een vol jaar verschuldigd is, opnieuw rente in rekening wordt gebracht.
2.8 Voorzover [gedaagde] alsnog een betalingsregeling wil treffen, moet hij zich daarvoor wenden tot Vodafone. De kantonrechter heeft namelijk niet de wettelijke mogelijkheid om een betalingsregeling op te leggen aan partijen.
2.9 [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
3. Uitspraak
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Vodafone tegen bewijs van kwijting te betalen de somma van
€ 481,46 vermeerderd met de wettelijke rente over € 475,02 vanaf 22 november 2007 tot de dag der voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de aan de zijde van Vodafone gerezen proceskosten, welke worden begroot op € 408,85, waarin begrepen € 151,00 vastrecht, € 77,85 explootkosten en € 180,00 salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.