ECLI:NL:RBMAA:2008:BD5759
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Oosterman-Meulenbeld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot onderbreking van het recht op levering van water
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 25 juni 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de regionale monopolist NV Waterleiding Maatschappij Limburg (eiseres) en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres had een vordering ingediend om het recht op levering van water aan de gedaagde te onderbreken. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen, omdat de gedaagde niet om de eiseres heen kan om een beroep te doen op zijn recht op water. Dit recht is verankerd in internationaal erkende rechten, zoals het recht op een adequate levensstandaard en het recht op gezondheid, zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten.
De kantonrechter merkte op dat de eiseres onvoldoende had aangetoond dat er kosten waren gemaakt die de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te boven gingen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de gevorderde kosten gerechtvaardigd waren. Daarnaast werd opgemerkt dat de gevorderde maatregel in geen verhouding stond tot de achterstallige hoofdsom, waardoor het belang van de gedaagde bij het voortzetten van de levering van water prevaleerde boven dat van de eiseres.
De rechter heeft verder vastgesteld dat de gedaagde niet om de regionale monopolist heen kan om zijn recht op water te kunnen uitoefenen. Dit recht is erkend door Nederland, en de kantonrechter benadrukte dat de erkenning van het recht op water en sanitatie een explicitering is van bestaande rechten. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 204,56 aan de eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.