ECLI:NL:RBMAA:2008:BD3933
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens openlijke geweldpleging met vrijspraak voor diefstal met geweld
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 23 mei 2008, is de verdachte veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen een slachtoffer, terwijl de primair ten laste gelegde diefstal met geweld niet bewezen kon worden. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 28 oktober 2006 in Hoensbroek, waar de verdachte samen met anderen het slachtoffer op straat heeft beroofd van zijn telefoon en beurs. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 mei 2008, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten, vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer, terwijl hij zich in een café bevond, door de verdachte en medeverdachten werd benaderd en later op straat werd vastgepakt en op de grond geduwd. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor openlijke geweldpleging, maar dat de diefstal niet bewezen kon worden, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de telefoon en beurs daadwerkelijk had weggenomen. De rechtbank heeft de verdachte daarom vrijgesproken van de diefstal, maar heeft hem wel veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur, met aftrek van het voorarrest naar rato van 2 uur per dag. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de verdachte een blanco strafblad heeft en dat het feit al enige tijd geleden heeft plaatsgevonden. De rechtbank benadrukte dat geweld niet de juiste manier is om conflicten op te lossen en dat de verdachte en zijn medeverdachte het slachtoffer in een bedreigende situatie hebben gebracht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2008.