ECLI:NL:RBMAA:2008:BD3920
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Hoekstra
- J.N.F. Sleddens
- F.A.G.M. Vluggen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van verzoek tot wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 12 juni 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de rechter-commissaris, ingediend door de advocaat mr. J.J.J.L. Maalsté namens zijn cliënt, [Verzoeker]. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter-commissaris niet onpartijdig was, omdat de voorgeleiding op 23 mei 2008 had plaatsgevonden zonder de aanwezigheid van een tolk, terwijl [Verzoeker] volgens de advocaat niet in staat was om adequaat te communiceren in het Nederlands. De advocaat had voorafgaand aan de voorgeleiding verzocht om een tolk, maar de rechter-commissaris besloot de voorgeleiding door te laten gaan zonder deze bijstand. Dit leidde tot bezwaren van de advocaat, die meende dat de rechten van zijn cliënt in het geding waren.
De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend. Volgens artikel 513 van het Wetboek van Strafvordering dient een verzoek tot wraking te worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen, aan de verzoeker bekend zijn. De rechtbank concludeerde dat [Verzoeker] al op 23 mei 2008 op de hoogte was van de omstandigheden die aanleiding gaven tot het wrakingsverzoek, maar pas op 27 mei 2008 het verzoek indiende. Dit werd als tardief beschouwd.
De rechtbank verklaarde het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk, omdat de advocaat niet tijdig had gereageerd op de gedragingen van de rechter-commissaris. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters P. Hoekstra, J.N.F. Sleddens en F.A.G.M. Vluggen, in aanwezigheid van de griffier mr. E.G.F. van de Sande.