ECLI:NL:RBMAA:2008:BD1741
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.M. Beije
- J.R. Sijmonsma
- F.C.B. van Wijmen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mishandeling en ontucht met minderjarige dochter
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 7 maart 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mishandeling van zijn vrouw en ontucht met zijn minderjarige dochter. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van de mishandeling van de vrouw oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was, aangezien de aangifte enkel steun vond in een getuigenverklaring die niet meer informatie bood dan de verklaring van de aangeefster zelf. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de mishandeling, waardoor de verdachte hiervan werd vrijgesproken.
Wat betreft de ontucht met de minderjarige dochter, oordeelde de rechtbank dat de verklaring van het slachtoffer tijdens het studioverhoor niet betrouwbaar was. De rechtbank constateerde dat deze verklaring mogelijk beïnvloed was door externe factoren, gezien de timing van de verklaring in relatie tot de aangifte van de moeder van het slachtoffer. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor dit feit. De rechtbank benadrukte dat de verdachte in zijn verklaringen de beschuldigingen ten stelligste had ontkend.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering tekortschiet en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, en de beslissing werd openbaar gemaakt op 7 maart 2008.