RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700707-07
Datum uitspraak: 25 maart 2008
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 maart 2008 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid Oost, Huis van Bewaring Roermond te Roermond.
Aan de verdachte is na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2007 tot en met 16 november 2007 in de gemeente Eijsden, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer medewerker(s) van de SNS-bank, gelegen aan de [adres Bank], te bewegen tot de afgifte van 29.000 euro, in elk geval een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - nadat door een of meer anderen, althans door hem, verdachte, met genoemd oogmerk, als een persoon, zich noemende [V.], met die bank telefonisch kontact was opgenomen (om op 15 november 2007 een geldbedrag van 29.000 euro te komen afhalen met een volmacht van de [naam firma] en/of nadat (vervolgens) door een of meer anderen, althans door hem, verdachte, op 15 november 2007 als een persoon zich noemende [G.] die afspraak was afgezegd, - zich (vervolgens) op 16 november 2007 bij die bank als zijnde [G.], directeur van voornoemde firma [naam firma] en onder overlegging van een (vals) rijbewijs, op naam van die [G.], heeft gemeld om voornoemd geldbedrag af te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2007 tot en met 8 november 2007 in de gemeente Meerssen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer medewerkers van de SNS-bank, [adres Bank], heeft bewogen tot de afgifte van 49.000 euro, in elk geval een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid als een persoon zich noemende [E.], van de [naam benadeelde partij], telefonisch kontact opgenomen met voornoemde bank (om van rekeningnummer [nummer rekening] van die firma 49.000 euro op te nemen) en hebbende hij, verdachte, zich noemende en/of zich voordoende als [E.], zich vervolgens) bij die bank gemeld en/of een (vals) rijbewijs, op naam van die [E.], overgelegd en/of (tevens) een bankpas op naam van die [E.], overgelegd, waardoor die medewerker(s) van die bank werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op of omstreeks 16 november 2007 in de gemeente Eijsden opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e) rijbewijs, - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, dat vals(e) of vervalst(e) rijbewijs heeft gebruikt om zich te legitimeren als een ander en/of om een bankmedewerker van de SNS-bank te bewegen tot afgifte van 29.000 euro, in elk geval een hoeveelheid geld en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat - het complete dokument (drieluik) bleek door middel van een afwijkende druk (reproductietechniek) te zijn geïmiteerd en gepersonaliseerd en/of
- de aangebrachte pasfoto op een afwijkende wijze was voorzien van een golflijn, de lettercombinatie NL bovenaan en het gemeentenummer onderaan (stans d.m.v. snijden/knippen geïmiteerd) en/of
- het personaliablad van het drieluik was voorzien van een afwijkend (namaak)laminaat.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 12 november 2007 tot en met 16 november 2007 in de gemeente Eijsden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels de SNS-bank, gelegen aan de [adres Bank], te bewegen tot de afgifte van 29.000 euro, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - nadat door een ander, met genoemd oogmerk, als een persoon, zich noemende [V.], met die bank telefonisch kontact was opgenomen (om op 15 november 2007 een geldbedrag van 29.000 euro te komen afhalen met een volmacht van de [naam firma] en nadat vervolgens door een ander, op 15 november 2007 als een persoon zich noemende [G.] die afspraak was afgezegd, - zich vervolgens op 16 november 2007 bij die bank als zijnde [G.], directeur van voornoemde firma [naam firma] en onder overlegging van een (vals) rijbewijs, op naam van die [G.], heeft gemeld om voornoemd geldbedrag af te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in de periode van 30 oktober 2007 tot en met 8 november 2007 in de gemeente Meerssen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels de SNS-bank, adres Bankj], heeft bewogen tot de afgifte van 49.000 euro, hebbende verdachte of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid als een persoon zich noemende [E.], van de [naam benadeelde partij], telefonisch kontact opgenomen met voornoemde bank (om van rekeningnummer [nummer rekening] van die firma 49.000 euro op te nemen) en hebbende hij, verdachte, zich noemende en zich voordoende als [E.], zich vervolgens bij die bank gemeld en een vals rijbewijs, op naam van die [E.], overgelegd en tevens een bankpas op naam van die [E.], overgelegd, waardoor die bank werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op 16 november 2007 in de gemeente Eijsden opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals rijbewijs, - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, dat valse rijbewijs heeft gebruikt om zich te legitimeren als een ander en om de SNS-bank te bewegen tot afgifte van 29.000 euro en bestaande die valsheid hierin dat
- het complete dokument (drieluik) bleek door middel van een afwijkende druk (reproductietechniek) te zijn geïmiteerd en gepersonaliseerd en
- de aangebrachte pasfoto op een afwijkende wijze was voorzien van een golflijn, de lettercombinatie NL bovenaan en het gemeentenummer onderaan (stans d.m.v. snijden/knippen geïmiteerd) en
- het personaliablad van het drieluik was voorzien van een afwijkend (namaak)laminaat.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
ten aanzien van de feiten 1 en 3:
eendaadse samenloop van medeplegen van poging tot oplichting
opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
medeplegen van oplichting.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straffen
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1, 2 en 3 zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsvrouwe heeft aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met de persoon van verdachte en de omstandigheden waarin verdachte verkeert, zodat de gevorderde straf te hoog is.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straffen het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straffen gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving;
- de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte bij de oplichting en de poging tot oplichting slechts een kleine rol heeft gespeeld. Bij dit soort oplichtingen zijn doorgaans meerdere personen betrokken, waarbij de rol van degene die uiteindelijk wordt ingeschakeld om fysiek de oplichting te plegen en die het grootste risico loopt gepakt te worden, over het algemeen niet gelijkwaardig is aan die van zijn mededaders die zich aan het zicht onttrokken weten te houden. De rechtbank komt dan ook tot een beduidend lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Het in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een camouflagesnor, is vatbaar voor verbeurdverklaring.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het een voorwerp betreft met behulp waarvan het onder 1 bewezen verklaarde is begaan of voorbereid.
De rechtbank heeft bij deze beslissing rekening gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De vordering van de benadeelde partij
Ter terechtzitting is het formulier, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [naam benadeelde partij] zich ter zake van haar vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet van zodanig eenvoudige aard dat deze zich voor behandeling in dit strafgeding leent, reden waarom zij zal bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is en die vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 47, 55, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van VIJFTIEN MAANDEN;
- beveelt, dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot DRIE MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit, dan wel de volgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen overeenkomstig de door de Reclassering Nederland, Regio Limburg, Unit Maastricht, gevestigd te 6224 LA Maastricht, Heerderweg 25, te stellen richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- geeft opdracht aan genoemde instelling aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomene, te weten;
203172184 2 1 goed
camouflage (plak)snor
- gelast de teruggave aan verdachte voornoemd van het inbeslaggenomene, te weten;
203172184 1 GSM, kleur: grijs
NOKIA
2007163597 6 1 papier
reclamefolder SNS bank.
- verklaart de benadeelde partij [naam en adres benadeelde partij], in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde partij] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. S.V. Pelsser, voorzitter, mr. B.G.L. van der Aa en mr. R.A.J. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Wijckerheld Bisdom, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 25 maart 2008, zijnde mr. B.G.L. van der Aa buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen