ECLI:NL:RBMAA:2008:BD1261

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
6 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
129044 / FT-RK 08.385 en 129045 / FT-RK 08.386
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tot verbod van ontruiming en afsluiting van nutsvoorzieningen in het kader van schuldsanering

In deze zaak hebben verzoekers, beiden woonachtig op een bepaald adres, een verzoek ingediend tot het verkrijgen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet. Dit verzoek is gedaan in het kader van hun aanvraag voor toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoekers hebben een huurachterstand van € 10.000 en zijn door de kantonrechter veroordeeld om hun woning te ontruimen. Tevens hebben zij een schuld aan de Naamloze Vennootschap NV Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) van € 806,43 en is er een dreiging van afsluiting van gas en elektriciteit door Energie Direct. Tijdens de zitting op 6 mei 2008 zijn de verzoekers, bijgestaan door hun advocaat mr. J.W. Rauh, verschenen, terwijl de verhuurder en vertegenwoordigers van WML en Energie Direct ook aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de verzoekers om ontruiming van hun woning te verbieden, gezien hun financiële situatie en de dreigende afsluitingen van nutsvoorzieningen. De verhuurder heeft verweer gevoerd, waarbij hij zijn eigen financiële problemen heeft uiteengezet, maar de rechtbank oordeelt dat het belang van de verzoekers bij het voortzetten van hun woongenot zwaarder weegt dan de belangen van de verhuurder en de nutsbedrijven. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde voorzieningen kunnen worden toegewezen, onder de voorwaarde dat de verzoekers hun huurtermijnen blijven voldoen.

De rechtbank heeft vervolgens de volgende beslissingen genomen: het verbod tot ontruiming van de woning door de verhuurder, het verbod tot afsluiting van water door WML, en het verbod tot afsluiting van gas en elektriciteit door Energie Direct. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verzoekers direct bescherming krijgen tegen de dreigende afsluitingen en ontruiming.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Rekestnummers : 129044/FT-RK 08.385 en 129045/FT-RK 08.386
Vonnisdatum : 6 mei 2008
In de zaak van
[Verzoeker sub 1] en
[Verzoekster sub 2],
beiden wonende te [adres],
bijgestaan door mr. J.W. Rauh,
is door verzoekers tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het geven van een voorlopige voorziening bij voorraad als bedoeld in artikel 287, vierde lid van de Faillissementswet (Fw).
De gevraagde voorzieningen houden het volgende in:
- een verbod tot de ontruiming van de door verzoekers gehuurde woning aan [adres] door de
verhuurder, [naam verhuurder], wonende aan [adres] (hierna:
verhuurder);
- een verbod tot het afsluiten van water door de Naamloze Vennootschap NV Waterleidingmaatschappij Limburg, gevestigd
en kantoorhoudende aan de Limburglaan 25, 6226 GA Maastricht (hierna: WML);
- een verbod tot het afsluiten van gas en elektriciteit (energie) door Energie Direct, gevestigd te Best, postadres: Postbus
266, 5680 AG Best (hierna: Energie Direct).
Het verzoek is ter terechtzitting van 6 mei 2008 behandeld. Verzoekers zijn samen met mr. Rauh verschenen.
Namens verhuurder is mr. R.H.A. Julicher, advocaat te Venray verschenen.
Namens WML is mr. H.P. Janssen verschenen, die volgens de door hem overgelegde volmacht, gevolmachtigd is om WML te vertegenwoordigen.
Energie Direct is, alhoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen.
Na de behandeling ter terechtzitting is bepaald dat op 6 mei 2008, om 16.00 uur mondeling uitspraak gedaan zou worden en dat het vonnis op 8 mei zal worden verzonden.
De beoordeling
Spoedeisend belang
Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat verzoekers een huurachterstand hebben van € 10.000,--. Bij vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Heerlen, is de huurovereenkomst ontbonden en zijn verzoekers veroordeeld om de woning binnen 4 weken na betekening daarvan te ontruimen. Het vonnis is op 11 april 2008 aan verzoekers betekend en de ontruiming is aangezegd per 16 mei 2008 te 9.30 uur. Het spoedeisend belang van verzoekers bij de verzochte voorziening om de ontruiming te verbieden is daarmee gegeven.
Verzoekers hebben een schuld aan WML van € 806,43. WML heeft op 13 februari 2008 een zogenaamde “afsluitbrief” aan verzoekers gestuurd. Zij heeft in correspondentie met de advocaat van verzoekers laten weten de afsluitprocedure niet te willen opschorten. Ook hieruit volgt dat verzoekers bij hun verzoek gericht tegen WML een spoedeisend belang hebben.
Energie Direct heeft de overeenkomst tot levering van energie ontbonden bij brief van 17 april 2008 en erop gewezen dat de netwerkbeheerder op korte termijn zal overgaan tot het afsluiten van de aanvoer van energie. Ook hieruit volgt het spoedeisend belang van verzoekers bij de gevraagde voorziening.
Inhoudelijke beoordeling
WML heeft aangevoerd dat zij, gelet op de betalingsachterstand van verzoekers, gerechtigd is om het water af te sluiten en dat zij hiertoe ook over zal gaan, tenzij verzoekers hun schuld geheel voldoen.
Verhuurder heeft bij monde van zijn advocaat verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij heeft gesteld dat zijn financiële situatie ook te wensen over laat en het water hem tot aan de lippen staat. Hij is geen professionele verhuurder, maar verhuurt slechts dit pand aan verzoekers. Als zij de huur niet betalen, heeft hij een financieel probleem omdat hij dan zelf niet aan zijn hypothecaire verplichtingen kan voldoen. Volgens verhuurder hebben verzoekers ook de afgelopen maanden geen huur betaald en is er alleen over de maand april een betaling binnengekomen. De huurachterstand is helemaal niet ingelopen. Verhuurder wil de ontruiming doorzetten. Als het pand vrij is van huur kan hij het eventueel gunstiger verkopen of het verhuren aan iemand die wel de huur betaalt. Concrete verkoopplannen heeft verhuurder niet gesteld. Verhuurder heeft voorts aangevoerd dat verzoekers waarschijnlijk niet zullen worden toegelaten tot de schuldsanering, omdat zij niet te goeder trouw zijn geweest bij het aangaan en onbetaald laten van hun schulden.
De rechtbank overweegt als volgt.
Een verzoek als het onderhavige kan niet worden toegewezen indien het voorshands onaannemelijk is dat verzoekers tot de schuldsaneringsregeling zullen worden toegelaten. In het verzoekschrift en ter terechtzitting hebben verzoekers een toelichting gegeven op hun schuldensituatie. Volgens hun opgave bedraagt de totale schuldenlast € 105.068,30. Hieronder bevinden zich een groot aantal (33) CJIB-schulden, ter hoogte van in totaal (afgerond) € 8.400,00. Uit de toelichting bij deze schulden blijkt dat het voornamelijk gaat om kleine overtredingen, begaan in 2005 en 2006. Alhoewel kan worden vastgesteld dat verzoekers wat deze schulden betreft in ieder geval niet te goeder trouw zijn geweest, sluit de rechtbank niet uit dat de rechter die uiteindelijk over het verzoek tot toelating in de schuldsanering moet beslissen, toepassing zal geven aan het bepaalde in artikel 288 lid 3 Fw. Het is dan ook niet op voorhand onaannemelijk dat verzoekers zullen worden toegelaten tot de schuldsanering. Volledigheidshalve voegt de rechtbank hieraan toe dat daarmee thans nog niet vaststaat dat verzoekers zullen worden toegelaten.
Uit het voorgaande volgt dat de gevraagde voorziening in beginsel gegeven kan worden. Wel dient de rechtbank de belangen van verzoekers af te wegen tegenover de belangen van verweerders. Ten aanzien van WML en Energie Direct is de rechtbank van oordeel dat hun belang dient te wijken voor de belangen van verzoekers bij het voortzetten van de levering van water en energie, onder de voorwaarde (die de rechtbank ook zal stellen) dat verzoekers wel vanaf heden de lopende termijnen zullen voldoen.
De rechtbank stelt vast dat verhuurder een belang heeft bij ontruiming van de woning door verzoekers. Het is een feit van algemene bekendheid dat een pand vrij van huur meer waard is dan in verhuurde staat. Verzoekers hebben echter een groot belang bij voortzetting van het woongenot in de huidige woning. Verhuurder heeft niet gesteld dat hij concrete verkoopplannen heeft en evenmin een deugdelijke onderbouwing gegeven van de financiële consequenties bij verkoop van het pand in verhuurde of in onverhuurde staat. Evenmin is gesteld of gebleken dat hij bij verhuur aan een ander meer huurpenningen zou kunnen bedingen. De rechtbank kan wegens dit gebrek aan informatie dan ook niet beoordelen hoe groot zijn belang bij ontruiming daadwerkelijk is. De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat het belang van verzoekers zwaarder weegt dan het belang van verhuurder.
Uit het voorgaande volgt dat de verzochte voorzieningen zullen worden toegewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
- verbiedt [verhuurder] om tot ontruiming van de door verzoekers gehuurde woning aan [het adres] over te gaan;
- verbiedt de Naamloze Vennootschap NV Waterleidingmaatschappij Limburg om tot afsluiting van water over te gaan;
- verbiedt Energie Direct om tot afsluiting van gas en elektra over te gaan;
- bepaalt dat bovenstaande voorziening slechts gelden onder de voorwaarde dat vanaf heden de periodiek verschuldigde
(huur)termijnen door verzoekers zullen worden voldaan;
- bepaalt dat de genoemde voorzieningen gelden totdat de uitspraak op de verzoeken tot toelating tot de wettelijke
schuldsaneringsregeling in kracht van gewijsde zijn gegaan, of deze verzoeken zijn ingetrokken;
- verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 mei 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.