ECLI:NL:RBMAA:2008:BC8325
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift en bewijs van verzending per fax in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door eisers is ingediend tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Maastricht. De rechtbank heeft op 26 maart 2008 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken. De eisers, beiden wonende te Maastricht, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van 24 januari 2006, waarbij hen een terugvordering van bijstandsuitkeringen werd medegedeeld. Het bezwaarschrift is op 6 maart 2006 ingediend, maar de gemeente heeft dit bezwaarschrift niet ontvangen, wat heeft geleid tot een niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de gemeente op 14 februari 2007.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de indiener niet aannemelijk heeft gemaakt dat het bezwaarschrift daadwerkelijk per fax is verzonden. Hoewel het verzenden van een fax een geoorloofde wijze van verzending is, ligt het risico van verzending bij de verzender. De rechtbank oordeelt dat de enkele vermelding van 'verzending OK' op het verzendjournaal niet voldoende bewijs levert voor de daadwerkelijke verzending van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat de ontvanger van het faxbericht niet volstaat met een enkele ontkenning van ontvangst, maar dat er een onderzoeksplicht rust op de ontvanger, die in dit geval niet is nagekomen.
De rechtbank concludeert dat de eisers in deze zaak niet hebben aangetoond dat het bezwaarschrift op de juiste wijze is verzonden en dat de termijn voor het indienen van het bezwaar is overschreden. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de gemeente om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren in stand blijft. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de bewijsvoering rondom elektronische communicatie in bestuursrechtelijke procedures.