ECLI:NL:RBMAA:2008:BC8205
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over toepasselijkheid van arbitragebeding in strijdige algemene voorwaarden
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Maastricht, ging het om een geschil tussen de naamloze vennootschap EDIBO N.V., gevestigd te Lommel (België), en een B.V. gevestigd te Schinnen. De zaak betreft de toepasselijkheid van een arbitragebeding in de algemene voorwaarden van beide partijen. De rechtbank heeft op 5 maart 2008 uitspraak gedaan in het incident, waarbij de vraag centraal stond welk recht van toepassing is op de overeenkomst van aanneming tussen partijen. De rechtbank had eerder op 16 januari 2008 een tussenvonnis gewezen waarin partijen de gelegenheid kregen om zich uit te laten over het toepasselijke recht. EDIBO N.V. refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank, terwijl de B.V. stelde dat zij impliciet voor het Nederlandse recht had gekozen.
De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden van de B.V. van toepassing zijn gebleven, omdat deze niet uitdrukkelijk van de hand zijn gewezen in de overeenkomst. Dit betekende dat het arbitragebeding in de voorwaarden van EDIBO N.V. buiten toepassing bleef. De rechtbank concludeerde dat zij bevoegd was om van de vordering van de B.V. kennis te nemen op basis van de EEX-Verordening. De incidentele vordering van EDIBO N.V. werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van de B.V. waren gevallen. De rechtbank verwees de hoofdzaak naar de rol van 23 april 2008 voor verdere behandeling, waarbij een conclusie van antwoord van EDIBO N.V. werd verwacht.
Deze uitspraak benadrukt de complexiteit van de strijd tussen verschillende algemene voorwaarden en de rol van arbitragebedingen in dergelijke geschillen. De rechtbank heeft duidelijk gemaakt dat de keuze van het toepasselijke recht en de voorwaarden die partijen hanteren cruciaal zijn voor de uitkomst van de procedure.