ECLI:NL:RBMAA:2008:BC7805

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
27 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117755 - HA ZA 07-187
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie en vernietiging exoneratiebeding in geschil tussen Kado Design en Vivant

In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vivant en Kado Design over de levering van voile zakjes. Vivant had op verzoek van Kado Design een offerte uitgebracht voor de productie van deze zakjes, die bestemd waren voor de klant Jéh Collection. Na een aantal communicatieproblemen en klachten over de kwaliteit van de geleverde zakjes, heeft Kado Design de overeenkomst ontbonden en schadevergoeding geëist. Vivant heeft de vordering van Kado Design betwist en zich beroepen op haar algemene voorwaarden, waarin aansprakelijkheid voor gebreken is uitgesloten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Vivant tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde zakjes niet voldeden aan de afgesproken kwaliteitseisen. De rechtbank oordeelt dat de streep op de zakjes niet recht stond, wat voor Kado Design essentieel was. De rechtbank heeft het exoneratiebeding in de algemene voorwaarden van Vivant vernietigd, omdat dit onredelijk bezwarend was voor Kado Design. De vordering van Kado Design tot ontbinding van de overeenkomst is toegewezen, terwijl de vordering van Vivant tot betaling van de factuur is afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en afspraken tussen partijen in commerciële overeenkomsten, evenals de mogelijkheid om exoneratiebedingen te vernietigen indien deze als onredelijk bezwarend worden beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 27 februari 2008
Zaaknummer : 117755 / HA ZA 07-187
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Naam B.V.]., tevens h.o.d.n. VIVANT,
gevestigd te Bunde, gemeente Meerssen,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Vivant,
procureur mr. M.B. Keus;
tegen:
[Naam h.o.d.n.], h.o.d.n. KADO DESIGN,
wonende te Kropswolde gem.Hoogezand-Sappemeer,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Kado Design,
procureur mr. O.T.J.A. Kicken.
1 Het verloop van de procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 14 februari 2007,
- het depot waarvan akte is opgemaakt,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie,
- de akte in het geding brengen stukken van de zijde van Kado Design,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen gehouden op 17 januari 2007.
1.2. Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
2. De feiten
1.1. Zowel Kado Design als Vivant hebben als bedrijfsactiviteit het (laten) ontwerpen en produceren alsmede verkopen van luxe verpakkingsmaterialen. Zij doen onderling al jaren zaken.
1.2. Vivant heeft op verzoek van Kado Design op 28 juni 2005 een offerte gestuurd voor de productie van voile zakjes met een bedrukking. Deze zakjes waren bestemd voor een klant van Kado Design, te weten Jéh Collection. Jéh Collection verkoopt luxe bijouterieën en de zakjes waren bestemd als cadeauverpakking voor de producten van Jéh Collection.
1.3. Nadat er tussen Kado Design en Vivant een geschil was gerezen over de (door Vivant in eerste instantie foutief) geoffreerde prijs van de voile zakjes, heeft Kado Design op 8 juli 2005 opdracht gegeven aan Vivant om 15.000 zakjes te produceren á € 0,33 per stuk. De zakjes moesten worden bedrukt met de tekst “Jéh Collection, waarbij het woord “Collection” was gedrukt in een verticale streep die over de gehele lengte van het zakje liep.
1.4. Bij brief van 9 augustus 2005 heeft Vivant een monsterzakje aan Kado Design gestuurd en vermeld dat Vivant zal starten met de productie zodra de zakjes door Kado Design en Jéh Collection zijn goedgekeurd.
1.5. Op 31 augustus 2005 heeft [een medewerkster] van Kado Design aan de [naam medewerker], binnendienst medewerker bij Vivant, een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Ik heb zojuist met de klant gesproken over de monsters en deze zijn door haar niet akkoord bevonden. Ze informeerde mij dat de bedrukking niet overal even dik is en dat het er niet recht op staat. (…)
Eigenlijk niet zo’n positief bericht.
Ze noemde het zelf een b-keuze…
Ik weet niet of de volledige productie al gereed is, ik hoop het niet, want dan denk ik dat we een probleem hebben.
(…)”
1.6. Op 12 september heeft de [naam medewerker] voornoemd een interne e-mail verstuurd aan enkele andere medewerkers van Vivant, met de volgende inhoud:
“Ik heb van Kado Design te horen gekregen dat de zakjes voor Jéh Collection zijn goedgekeurd als ze geproduceerd worden conform het door ons geleverde monster.
De enige voorwaarde welke men stelde is dat onderstaande aanpassing worden doorgevoerd, dwz dat de print recht op het zakje zit.
(…)”
1.7. Vivant heeft de zakjes op 15 november 2005 rechtstreeks afgeleverd bij Jéh Collection en op 10 november 2005 aan Kado Design een factuur gestuurd ten bedrage van € 5.890,50 inclusief BTW.
1.8. Als productie 8 bij de dagvaarding is een fax van Jéh Collection aan Kado Design d.d. 15 november 2005 overgelegd waarin is vermeld:
“Hallo [Mevrouw],
Krijg ik eindelijk dan toch vanmorgen de voile zakjes binnen. Maar de teleurstelling is groot als wij ze uitpakken…
Ziet er niet goed uit! Streep van Jéh Collection is nog steeds niet recht en het is echt een 2e keus zakje!
Dit kunnen wij zo niet accepteren.
(…)”
1.9. Bij faxbericht van 15 november 2005 heeft [de medewerkster] van Kado Design deze fax van Jéh Collection doorgestuurd aan Vivant en in de begeleidende brief haar onvrede geuit over de gang van zaken bij de bestelling en de trage levering en voorts – onder meer – geschreven:
“Op het moment dat ik de heer [B.] aan de lijn heb om mijn verbazing en boosheid te uiten belt Jéh Collection op de andere lijn met het bericht: goederen binnen! Maar kwaliteit duidelijk onder de maat. Haar uitspraak: “Als je het niet kunt, zeg het dan gewoon !”
Bij controle 2 monsterzakjes welke ons zijn toegestuurd kan ik niet anders dan dit beamen.
Ik heb met de heer [B.] afgesproken dat we er woensdag 16 november contact over hebben.”
1.10. In een reactie op deze brief heeft Vivant bij brief van 8 december 2005 aan Kado Design onder meer geschreven:
“In uw brief vergroot u de zaak buitenproportioneel.
Laten we het theater voor wat het is en ons tot de relevante feiten beperken.
(…)
Op 08-07-2005 bestelt u grijze zakjes.
Op 15-08-2005 bestelt u zwarte zakjes (verandering van grijs naar zwart).
Op 18-08-2005 sturen wij u een orderbevestiging met de levertijd 24 oktober 2005.
Op 31-08-2005 reclameert u op de monsters onzerzijds vanwege de bedrukking. (plaatsing en verfdichtheid)
Op 13-09-2005 geeft u akkoord onder voorwaarde van aanpassing van de bedrukking.
Op 27-09-2005 bevestigen wij de nieuwe levertijd van 17-11-2005
(…)
Ten aanzien van de kwaliteit, zien wij dat de druk goed is en de plaatsing niet afwijkt van de norm bij gebruik. Het iets weglopen van de streep aan de bovenkant is een gevolg van het zich verplaatsen van de opdekkende zijnaden en is slechts vóór gebruik waar te nemen, maar staat als zodanig niet scheef.
U kunt zelf constateren dat de bedrukking, na vulling en sluiting van het zakje, perfect geplaatst is.
Wij kunnen derhalve uw afkeuring niet accepteren en houden u aan uw afnameverplichting.”
1.11. Kado Design heeft de factuur van Vivant, ondanks herhaalde sommatie om tot betaling over te gaan, onbetaald gelaten.
1.12. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Vivant van toepassing. In artikel 13 van deze voorwaarden is onder meer en voorzover van belang bepaald:
“Wij zijn nimmer aansprakelijk voor gebreken van onze produkten, daaronder begrepen beschadigingen of tenietgaan van onze producten tijdens het vervoer, tenzij aan de navolgende voorwaarden voldaan is:
1. Onze kontraktspartij stelt ons per aangetekend schrijven binnen uiterlijk acht dagen na de dag waarop de goederen de overeengekomen plaats van levering bereikt hebben in kennis van de gebreken.
2. De goederen zijn nog in de oorspronkelijke staat van levering aanwezig, anders gezegd, zij zijn nog niet verwerkt of bewerkt,
3. Onze kontraktspartij houdt de gebrekkige goederen te onzer beschikking en staat deze op eerste verzoek aan ons af.
4. Onze kontraktspartij toont aan dat de gebreken te wijten zijn aan door ons gepleegde opzet of grove nalatigheid, daaronder niet begrepen opzet of grove nalatigheid van onze ondergeschikten en/of de door ons ingeschakelde vervoerders.
Indien aan alle genoemde voorwaarden is voldaan zijn wij gehouden, met uitsluiting van iedere verdere aansprakelijkheid, om – te onzer keuze – hetzij alsnog de gebrekkige goederen door deugdelijke te vervangen (waarna de totale verkoopprijs in zijn geheel verschuldigd blijft), hetzij van de totale verkoopprijs de factuurwaarde van het gedeelte van de levering, dat gebrekkig blijkt te zijn, in aftrek te brengen; onze kontraktspartij heeft derhalve nooit het recht ex artikel 6:265 BW om indien aan genoemde voorwaarden voldaan is de overeenkomst te ontbinden of ontbonden te verklaren.
(…)
evenmin zij wij aansprakelijk voor eventuele bedrijfsschade van onze kontraktspartij.
Wij zijn voorts in geen geval aansprakelijk voor geringe kleur- kwaliteit- model, design-, en/of maatverschillen tussen de monstergoederen en de eigenlijk geleverde goederen.
3. De vordering
In conventie:
3.1. Vivant heeft gevorderd dat Kado Design bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen:
- een bedrag van € 5.890,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente te rekenen vanaf 30 dagen na de factuurdatum tot de dag der algehele voldoening,
- een bedrag van € 883,56 wegens buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
het een en ander met veroordeling van Kado Design in de kosten van de procedure.
3.2. De vordering wordt door Kado Design weersproken. Op het verweer wordt in de onderstaande beoordeling ingegaan.
In reconventie:
3.3. Kado Design heeft gevorderd dat de rechtbank de overeenkomst tussen Kado Design en Vivant zal ontbinden en Vivant zal veroordelen tot betaling van de door Kado Design geleden schade ten bedrage van € 9.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en veroordeling van Vivant in de proceskosten.
3.4. De vordering wordt door Vivant weersproken. Op het verweer wordt in de onderstaande beoordeling ingegaan.
4. De beoordeling
In conventie en in reconventie:
4.1. Nu Kado Design in reconventie de ontbinding heeft gevorderd van de overeenkomst waarvan Vivant in conventie nakoming vordert, zullen de stellingen van partijen die op dit geschilpunt betrekking hebben gezamenlijk beoordeeld worden.
4.2. Kado Design stelt zich – samengevat – op het standpunt dat Vivant tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, nu de door Vivant geleverde zakjes niet aan de overeenkomst beantwoorden en heeft in reconventie ontbinding van de overeenkomst gevorderd. Zij heeft een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van artikel 13 van de Algemene Voorwaarden van Vivant, waarin het recht om de overeenkomst te ontbinden is uitgesloten. Zij stelt dat zij na ontbinding niet langer gehouden is de factuur van Vivant te voldoen.
4.3. Vivant heeft betwist dat de zakjes niet aan de overeenkomst beantwoorden. Zij heeft daarnaast een beroep gedaan op artikel 13 van haar algemene voorwaarden, waarin zij het recht op ontbinding heeft uitgesloten, evenals haar aansprakelijkheid voor gebreken aan door haar geleverde producten, behoudens opzet of grove nalatigheid van haar zijde.
4.4. Ter beoordeling van het beroep van Kado Design op de vernietigbaarheid van het beding in artikel 13 van de Algemene Voorwaarden van Vivant, acht de rechtbank in de eerste plaats relevant of er in het onderhavige geval wel sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst die de ontbinding rechtvaardigt. Dit is immers door Vivant uitdrukkelijk betwist.
4.5. Kado Design heeft zich op het standpunt gesteld dat de tekortkoming is gelegen in het feit dat de verticale streep over de lengte van het zakje, niet recht op het zakje is gedrukt. Kado Design heeft hierover meer concreet aangevoerd dat het zakje bestemd was voor haar klant Jéh Collection, die bijouterieën in het duurdere prijssegment verkoopt, dat deze klant hoge eisen stelt aan de kwaliteit en luxe uitstraling van de door haar gebruikte verpakkingsmaterialen en dat Vivant met deze eisen bekend was. Kado Design stelt dat zij naar aanleiding van het monsterzakje dat zij van Vivant had ontvangen ook direct heeft laten weten dat dit voor haar klant niet acceptabel was, onder meer omdat de streep er niet recht op stond. Zij heeft uiteindelijk wel haar akkoord gegeven voor de productie, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat op de te bedrukken zakjes de streep recht zou staan. Vivant is vervolgens zonder een voorbehoud te maken tot het produceren van de zakjes overgegaan. Op de zakjes die uiteindelijk aan Kado Design geleverd zijn, staat de streep niet recht, zodat deze zakjes niet aan de overeenkomst beantwoorden, zo stelt Kado Design.
4.6. Vivant heeft in de eerste plaats aangevoerd dat zij in de rechtsverhouding tussen Kado Design en Jéh Collection geen partij is en daarom niet gebonden is aan afspraken die tussen hen zijn gemaakt. Vivant stelt dat zij eerst een monster aan Kado Design heeft verstuurd dat door Kado Design niet akkoord werd bevonden, met name vanwege de gebruikte verf voor de bedrukking en vanwege het feit dat de streep niet recht op het zakje stond. Vivant heeft vervolgens een tweede monsterzakje laten maken en aan Kado Design verstrekt. Op dit zakje was de bedrukking aangepast aan de wensen van Kado Design. Volgens Vivant is Kado Design met dit tweede monsterzakje akkoord gegaan, waarna Vivant opdracht voor de productie heeft gegeven. Vivant heeft verwezen naar de (onder rechts-overweging 2.6. genoemde) interne e-mail van 12 september 2005 waaruit volgens haar volgt dat een tweede monster is gestuurd dat door Kado Design is goedgekeurd.
4.7. Vivant heeft voorts aangevoerd dat het door de productiewijze van de zakjes (waarbij het logo – inclusief de streep – van Jéh Collection handmatig op de zakjes wordt gestempeld/gedrukt en het zakje daarna wordt gestikt) niet te garanderen is dat de streep loodrecht op het zakje staat en dat een afwijking van 1 á 2 millimeter gebruikelijk en acceptabel is. Bovendien wordt het zakje gesloten middels een trekkoordje en dan is de rechtheid van de streep niet meer van belang, zo stelt Vivant.
4.8. Ter griffie zijn door Vivant een drietal zakjes, zoals aan Kado Design zijn geleverd, gedeponeerd. De rechtbank heeft geconstateerd dat de verticale streep op deze zakjes niet geheel recht staat, maar een paar millimeter afwijkt. In de brief van de heer [B.] aan Kado Design van 8 december 2005 (rechtsoverweging 2.10.) wordt ook door Vivant erkend dat de streep aan de bovenkant van het zakje “iets wegloopt”. Gelet op deze eerdere erkenning door Vivant en op haar eigen waarneming gaat de rechtbank voorbij aan de ter comparitie gedane bewering door Vivant dat de streep op de zakjes wél recht staat.
4.9. In deze procedure gaat de rechtbank er dan ook vanuit dat de streep op de geleverde zakjes niet recht staat. Niet in geschil is verder dat het om een zeer geringe afwijking gaat. Het feit dat de afwijking klein is, sluit echter niet op voorhand uit dat er sprake is van een tekortkoming. Dit oordeel is immers afhankelijk van wat partijen hebben afgesproken en wat zij, gelet op elkaars uitlatingen en gedragingen, over en weer van elkaar mochten verwachten.
4.10. Ter comparitie heeft de heer [B.] van Vivant het monsterzakje getoond dat destijds aan Kado Design is gezonden. Ook op dit zakje staat de streep niet geheel recht. Ook op dit zakje gaat het om een zeer geringe afwijking. Vast staat dat Kado Design ten aanzien van dit monsterzakje aan Vivant heeft laten weten deze geringe afwijking niet acceptabel te vinden (in haar brief van 31 augustus 2005, rechtsoverweging 2.5.). Uit de interne e-mail van 12 september 2005 van de heer Heijen aan zijn collega’s (rechtsoverweging 2.6.) blijkt eveneens dat Kado Design expliciet aan Vivant heeft laten weten dat de streep op het zakje recht moest staan.
4.11. Gelet op deze duidelijkheid van Kado Design in de richting van Vivant, is de rechtbank van oordeel dat Vivant zich thans niet kan beroepen op de slechts geringe afwijking in de rechtheid van de streep. Voor Vivant moet duidelijk geweest zijn dat de streep zoals gedrukt op het monsterzakje voor Kado Design niet acceptabel was en toch heeft zij uiteindelijk zakjes geleverd die qua rechtheid van deze streep in niets verschillen van dit monsterzakje.
4.12. Ter comparitie heeft de heer [B.] verklaard dat Vivant naar aanleiding van de klachten van Kado Design over het eerste monsterzakje, een tweede monsterzakje heeft laten vervaardigen en aan Kado Design heeft doen toekomen. Ook op dit monsterzakje zou de streep volgens de heer [B.] niet loodrecht hebben gestaan en het was dit tweede monsterzakje dat door Kado Design is goedgekeurd, zo heeft de heer [B.] onder verwijzing naar de e-mail van 12 september 2005 verklaard.
4.13. Kado Design heeft betwist een tweede monsterzakje te hebben ontvangen.
4.14. De rechtbank gaat aan de stelling met betrekking tot dit tweede monsterzakje voorbij. Uit de door partijen overgelegde correspondentie wordt nergens melding gemaakt van een tweede monsterzakje, zelfs niet in de brief van de heer [B.] zelf (rechtsoverweging 2.10.) waarin hij de volgens hem relevante gebeurtenissen op een rijtje zet. Daar komt bij dat, anders dan de heer [B.] heeft betoogd, in de e-mail van 12 september 2005, níet is te lezen dat het monsterzakje geheel door Kado Design was geaccepteerd. Ook in deze e-mail is immers nogmaals benadrukt dat er ten opzichte van het monsterzakje een aanpassing moest plaatsvinden ten aanzien van de rechtheid van de streep. Ook al zou er sprake zijn geweest van een tweede monsterzakje dan nog blijkt uit deze e-mail dat dit niet aan de verwachtingen van Kado Design ten aanzien van de rechtheid van de streep voldeed.
4.15. Gelet op het feit dat Vivant wist dat het voor Kado Design van essentieel belang was dat de streep op het zakje kaarsrecht stond, wordt geoordeeld dat de geleverde zakjes, waarop de streep niet kaarsrecht staat, niet voldoen aan hetgeen tussen partijen was overeengekomen. De stelling van Vivant dat door de wijze van produceren de rechtheid van de streep niet valt te garanderen en dat dit een onredelijke eis is, kan aan dit oordeel niet af doen. Het had op de weg van Vivant gelegen om deze informatie voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan Kado Design te verschaffen, zodat Kado Design had kunnen besluiten van het aangaan van de overeenkomst af te zien. Vivant wist immers welke belang Kado Design hechtte aan een rechte streep en had haar moeten waarschuwen indien aan deze eis niet voldaan had kunnen worden. Gesteld noch gebleken is dat Vivant dit heeft gedaan.
4.16. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat Vivant in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met Kado Design toerekenbaar tekort is geschoten. Deze tekortkoming rechtvaardigt in beginsel de ontbinding van de overeenkomst. Ten aanzien van het beroep op vernietiging van het beding in de algemene voorwaarden waarin het recht de overeenkomst te ontbinden is uitgesloten, overweegt de rechtbank als volgt.
4.17. In artikel 6:233, aanhef en onder a BW is bepaald dat een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar is indien het gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Vast staat dat een beding als het onderhavige, indien Kado Design een natuurlijke persoon was geweest die niet handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, als onredelijk bezwarend zou worden aangemerkt, nu het voorkomt op de zogenaamde “zwarte lijst” in artikel 6: 236 onder b BW. Aan deze omstandigheid kan enige reflexwerking worden toegekend. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat over de inhoud van dit beding in de algemene voorwaarden door partijen niet onderhandeld is en dat dit beding eenzijdig door Vivant is vastgesteld. Gelet verder op de aard van de tekortkoming, te weten in een voor Kado Design essentieel kenmerk van het geleverde product, is de rechtbank van oordeel dat dit beding in dit specifieke geval als onredelijk bezwarend ten opzichte van Kado Design moet worden aangemerkt. De rechtbank zal het beding waarin de bevoegdheid van Kado Design om de overeenkomst te ontbinden wordt uitgesloten dan ook vernietigen en de gevorderde ontbinding van de overeenkomst uitspreken.
In conventie
4.18. Het vorenstaande brengt met zich mee dat Kado Design van haar verplichtingen uit de overeenkomst is bevrijd en dat de vordering van Vivant tot betaling van de factuur wordt afgewezen. De vordering betreffende de buitengerechtelijke kosten ligt eveneens voor afwijzing gereed.
4.19. Vivant zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van Kado Design begroot op:
Kosten dagvaarding: € 70,85
Vastrecht: € 300,00
Salaris procureur: € 768,00 (2 pnt * tarief I)
Totaal: € 1.138,85
In reconventie
4.20. In het bovenstaande is reeds beslist dat de gevorderde ontbinding van de overeenkomst wordt toegewezen.
4.21. Kado Design heeft in reconventie tevens schadevergoeding gevorderd van Vivant. Zij heeft gesteld dat zij door de wanprestatie van Vivant, Jéh Collection als klant heeft verloren en dat zij daardoor schade heeft geleden, te weten driemaal de jaarwinst die Kado Design bij Jéh Collection behaalde.
4.22. Ter comparitie heeft Kado Design bewijs aangeboden van de stelling dat de samenwerking tussen Jéh Collection en Kado Design is verbroken door het in geding zijnde geschil. In de regel gaat de rechtbank pas over tot het verlenen van een bewijsopdracht als eerst aan de stelplicht is voldaan. Ter voldoening aan deze stelplicht had het op de weg van Kado Design gelegen om voldoende feiten te stellen op grond waarvan in ieder geval zou kunnen worden aangenomen dat Jéh Collection niet langer klant is van Kado Design en dat dit een rechtstreeks gevolg is van de wanprestatie door Vivant. Ter comparitie heeft [de medewerkster van Kado Design] wel verklaard dat Jéh Collection in een brief aan Kado Design heeft vermeld dat zij het contact met Kado Design dood heeft laten bloeden naar aanleiding van het geschil met de zakjes, doch deze brief is door Kado Design niet in het geding gebracht, zodat de juistheid van deze mededeling niet zonder meer kan worden aangenomen.
4.23. Daarnaast had Kado Design een onderbouwing dienen te geven van de hoogte van de door haar gevorderde schadevergoeding. Kado Design heeft als productie 12 een brief overgelegd van Jéh Collection waarin is vermeld dat Jéh Collection pas in maart 2005 op een beurs kennis heeft gemaakt met Kado Design en dat de onderhavige overeenkomst de eerste was die tussen Jéh Collection en Kado Design tot stand is gekomen. Gelet op dit gegeven had Kado Design nader dienen te onderbouwen waarom zij een schadevergoeding vordert van driemaal de met Jéh Collection te behalen jaarwinst van € 3.000,00 per jaar. Zonder nadere onderbouwing kan immers niet zonder meer worden aangenomen dat Jéh Collection tenminste drie jaar klant van Kado design zou zijn gebleven en in die hoedanigheid goed zou zijn geweest voor een winst van € 3.000,00 per jaar.
4.24. Daar komt nog bij dat Vivant een beroep heeft gedaan op het beding in haar algemene voorwaarden waarin de aansprakelijkheid voor gevolgschade wegens wanprestatie is uitgesloten. Kado Design heeft geen expliciet beroep gedaan op de vernietigbaarheid van dit beding. Zij heeft in ieder geval geen feiten en omstandigheden aangevoerd waarom dit beding in de gegeven omstandigheden onredelijk bezwarend zou zijn. Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat Kado Design in de eerste plaats niet aan haar stelplicht heeft voldaan, zodat een bewijsopdracht niet in de rede ligt en dat in de tweede plaats – ook indien Kado Design wel bewijs zou leveren van haar stellingen – haar vordering dient te stranden op het exoneratiebeding in de algemene voorwaarden van Vivant. Dit onderdeel van de reconventionele vordering wordt dan ook afgewezen.
4.23. De rechtbank zal bepalen dat de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd, nu partijen over en weer in het gelijk zijn gesteld.
5. De beslissing
De rechtbank:
In conventie:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Vivant in de proceskosten aan de zijde van Kado Design tot op heden begroot op € 370,85 aan verschotten en
€ 768,00 aan salaris procureur;
verklaart dit vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie:
ontbindt de overeenkomst tussen partijen;
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis wat de ontbinding betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
AB