ECLI:NL:RBMAA:2008:BC4381
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Wöretshofer
- W.A.P. Hillen
- J.M.E. Kessels
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van ronselen voor prostitutie
Op 6 februari 2008 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het ronselen van een vrouw voor prostitutie en het zich bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van twee vrouwen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de intentie had om te profiteren van de prostitutie van de vrouwen, noch dat zij daadwerkelijk heeft geprofiteerd.
De zaak kwam voort uit een onderzoek naar de activiteiten van de verdachte en haar medeverdachte, die samenwoonden met de slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slachtoffers, [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2], op eigen initiatief als prostituee zijn gaan werken en dat zij geld aan de verdachte gaven voor verschillende diensten, zoals het plaatsen van advertenties en vervoer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte en haar medeverdachte de slachtoffers hebben uitgebuit.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien maanden geëist, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers en de medeverdachte niet in lijn waren met de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de slachtoffers geen problemen hadden met hun werk en dat er geen bewijs was voor uitbuiting of opzet daartoe. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de bewijslast niet was voldaan.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken in de zitting op 6 februari 2008.