ECLI:NL:RBMAA:2008:BC4005
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P.G. Houterman
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter in arbeidsgeschil met Belgische gedaagden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 30 januari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende partijen, waaronder twee besloten vennootschappen als eisers en meerdere gedaagden, waaronder zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. De zaak betreft een beroep van de gedaagden op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter, omdat zij in België wonen en de vorderingen van de eisers mede gebaseerd zijn op een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen. Deze omstandigheden omvatten de nauwe feitelijke en juridische samenhang tussen de vorderingen tegen alle gedaagden, de verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst die in Nederland zijn uitgevoerd, en eerdere geschillen die al door de Nederlandse rechter zijn behandeld. De kantonrechter heeft het beroep op onbevoegdheid verworpen en zich bevoegd verklaard om de vorderingen van de eisers tegen de gedaagden te behandelen. Daarnaast heeft de kantonrechter een verzoek om voorlopige voorzieningen afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.