ECLI:NL:RBMAA:2008:BC1872
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de Wet op de Jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 januari 2008 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming te Maastricht had op 19 december 2007 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind] uit te spreken en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De situatie van [naam kind] was zorgwekkend, aangezien zij ondergedoken was en geen contact had met de hulpverlening. De moeder van [naam kind] weigerde haar verblijfplaats bekend te maken, wat de situatie verder compliceerde. De kinderrechter oordeelde dat de belangen van [naam kind] voorop stonden en dat er een ernstige bedreiging van haar ontwikkeling was door de onveilige situatie waarin zij zich bevond.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder van [naam kind] dagelijks contact met haar had, maar niet bereid was om de verblijfplaats prijs te geven. De gezinsvoogd pleitte voor toewijzing van de verzoeken, verwijzend naar artikel 29b van de Wet op de Jeugdzorg. De kinderrechter concludeerde dat de vereisten voor de machtiging tot uithuisplaatsing waren vervuld, gezien de zorgwekkende omstandigheden en het gebrek aan medewerking van zowel de moeder als [naam kind].
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met ingang van 4 januari 2008 tot 20 juli 2008, en de ondertoezichtstelling van [naam kind] uitgesproken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De kinderrechter benadrukte het belang van de veiligheid en ontwikkeling van [naam kind] in haar beslissing.