ECLI:NL:RBMAA:2007:BB8585
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tweede tussenvonnis inzake de geldigheid van een boetebeding in consumentenrechtelijke context
In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht is behandeld, betreft het een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTERNATIONAL CARD SERVICES BV, h.o.d.n. Visa Card Services, en een gedaagde die geen procureur heeft gesteld. De rechtbank heeft op 4 juli 2007 een tweede tussenvonnis gewezen, na een eerder tussenvonnis op 25 april 2007. De eiseres heeft in deze procedure de bij het tussenvonnis gevraagde algemene voorwaarden in het geding gebracht. De rechtbank heeft overwogen dat de door eiseres gevorderde boete van € 17.834,34 is gebaseerd op artikel 12.3 sub c van de algemene voorwaarden, waarin staat dat de Card-houder verplicht is om de ANWB Visa Card op eerste verzoek in vier gedeelten retour te zenden aan Visa Card Services. Bij gebreke hiervan is de Card-houder een boete verschuldigd van € 22,69 per dag dat de kaart niet is teruggezonden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) niet van toepassing is op het negatieve saldo van de bruikleenovereenkomst. De rechtbank heeft opgemerkt dat eiseres niet heeft aangegeven vanaf welke datum er sprake was van een negatief saldo en dat de laatste kasopnames door de gedaagde op 5 september 2004 plaatsvonden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiseres gedurende een langere periode krediet heeft verstrekt zonder tijdig de relatie met de gedaagde op te zeggen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen op basis van artikel 34 WCK.
Daarnaast heeft de rechtbank gewezen op de verplichting tot ambtshalve toetsing van de geldigheid van het boetebeding, zoals bepaald in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 26 oktober 2006. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de geldigheid van het boetebeding in het licht van dit arrest. De rechtbank heeft de zaak naar de rol van 1 augustus 2007 verwezen om eiseres deze gelegenheid te bieden en heeft verdere beslissingen aangehouden.