ECLI:NL:RBMAA:2007:BB0831
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.N.F. Sleddens
- E.W.A. van den Berg
- M. Senden
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift tegen onthouding van kennisneming van processtukken aan verdachte in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 27 juli 2007 een beslissing genomen op een bezwaarschrift van een verdachte tegen de onthouding van kennisneming van bepaalde processtukken door het Openbaar Ministerie. Het bezwaar werd ingediend op 24 juli 2007 en de rechtbank heeft op 26 juli 2007 de officier van justitie en mr. R.J.H. Corten in besloten raadkamer gehoord. De verdachte heeft aangegeven niet gehoord te willen worden over zijn bezwaarschrift.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 33 van het Wetboek van Strafvordering de verdachte recht heeft op kennisneming van alle processtukken zodra het gerechtelijk vooronderzoek is gesloten of de dagvaarding is betekend. Dit recht kan echter worden beperkt in uitzonderlijke situaties, zoals in dit geval, waar de verdachte wordt verdacht van moord. De rechtbank stelt dat de onthouding van kennisneming gerechtvaardigd is, omdat het belang van de waarheidsvinding in deze ernstige zaak zwaarder weegt dan het belang van de verdachte om kennis te nemen van de stukken.
De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdediging door deze onthouding in een niet te herstellen achterstand wordt gezet. Daarom verklaart de rechtbank het bezwaarschrift ongegrond. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij mr. E.W.A. van den Berg niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.