ECLI:NL:RBMAA:2007:BA8869
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- J.R. Sijmonsma
- M.C.A.E. van Binnebeke
- J.N.F. Sleddens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechter in kort geding
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 25 juni 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter mr. H.J. Laumen. Het verzoek tot wraking is ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. H.W.F.M. Schmitz, naar aanleiding van een behandeling die plaatsvond op 21 juni 2007. De verzoeker stelde dat mr. Laumen niet onpartijdig was en dat er feiten en omstandigheden waren die deze vrees objectief gerechtvaardigd maakten. De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De rechtbank heeft de aangevoerde gronden voor wraking zorgvuldig onderzocht. Het enkele feit dat mr. Laumen met enige stemverheffing tot de verzoeker sprak, werd niet als voldoende bewijs voor vooringenomenheid beschouwd. De rechtbank concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren dat mr. Laumen jegens de verzoeker enige vooringenomenheid koesterde. De vragen die mr. Laumen aan de verzoeker stelde, waren hard maar vonden hun grondslag in de eerder overgelegde stukken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De behandeling van het kort geding zal worden voortgezet op 28 juni 2007. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige raadkamer van de rechtbank Maastricht, die belast is met de behandeling van wrakingszaken.