ECLI:NL:RBMAA:2007:BA5597
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.A. Schreinemakers
- J. Wöretshofer
- J.M.E. Kessels
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
Op 11 april 2007 heeft de Raadkamer van de Rechtbank Maastricht geoordeeld over de voortzetting van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de verdachte, geboren te [geboortedatum en plaats verdachte], die thans gedetineerd is in de P.I. "Nieuw Vosseveld 2" te Vught. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een adviesrapport van reclasseringswerker I.C.C.M. van Hulsbeek en een evaluatierapportage van de inrichting te Vught. De Raadkamer heeft vastgesteld dat er met voldoende voortvarendheid wordt gewerkt aan een behandelplan voor de verdachte en dat de verdachte gemotiveerd is om zich te laten behandelen. Tevens is de veiligheid van personen of goederen een belangrijke overweging voor de voortzetting van de maatregel.
De rechtbank heeft eerder, op 15 augustus 2006, de maatregel opgelegd voor de duur van twee jaren, met de bepaling dat na zes maanden een beoordeling van de voortzetting zou plaatsvinden. Tijdens de zitting zijn de verdachte, diens raadsman mr. B.H.M. Nijsten, en de officier van justitie gehoord. De officier heeft gepleit voor voortzetting van de maatregel, wat ook door de raadsman werd ondersteund.
De Raadkamer heeft geconcludeerd dat de tenuitvoerlegging van de maatregel moet worden voortgezet en dat de noodzaak tot voortzetting over zes maanden opnieuw zal worden getoetst. De beslissing is genomen met inachtneming van de voortgang van de behandeling en de veiligheidseisen. De rechtbank heeft bepaald dat het openbaar ministerie de Raadkamer uiterlijk een maand voor het verstrijken van de termijn moet informeren over de voortgang van de maatregel.