RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/703579-06
Datum uitspraak: 8 mei 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 januari 2007, 20 april 2007, 23 april 2007 en 24 april 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[MV12],
geboren te [geboorteplaats en datum MV12],
wonende te [woonadres MV12]
thans gedetineerd in de PI “De Geerhorst te Sittard.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [X1] van het leven te beroven, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met dat opzet
-de door die [X1] bestuurde personenauto heeft klemgereden en/of de doorgang/de weg voor die [X1] heeft geblokkeerd en/of
-(vervolgens) (nadat die [X1] was weggereden) die door die [X1] bestuurde personenauto op korte afstand en/of met hoge snelheid heeft gevolgd en/of
-(vervolgens) naast die door die [X1] bestuurde personenauto is gaan rijden en/of
-(vervolgens) tegen die door die [X1] bestuurde personenauto is aangereden (tengevolge waarvan die [X1] de macht over het stuur is verloren),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 16 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [X1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [X1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [X1] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die [X1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-de door die [X1] bestuurde personenauto heeft klemgereden en/of de doorgang/de weg voor die [X1] heeft geblokkeerd en/of
-(vervolgens) (nadat die [X1] was weggereden) die door die [X1] bestuurde personenauto op korte afstand en/of met hoge snelheid heeft gevolgd en/of
-(vervolgens) naast die door die [X1] bestuurde personenauto is gaan rijden en/of
-(vervolgens) tegen die door die [X1] bestuurde personenauto is aangereden (tengevolge waarvan die [X1] de macht over het stuur is verloren) en/of
-(vervolgens) naar die door die [X1] bestuurde personenauto toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 16 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [X1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met dat opzet
-de door die [X1] bestuurde personenauto heeft klemgereden en/of de doorgang/de weg voor die [X1] heeft geblokkeerd en/of
-(vervolgens) (nadat die [X1] was weggereden) die door die [X1] bestuurde personenauto op korte afstand en/of met hoge snelheid heeft gevolgd en/of
-(vervolgens) naast die door die [X1] bestuurde personenauto is gaan rijden en/of
-(vervolgens) tegen die door die [X1] bestuurde personenauto is aangereden
-tengevolge waarvan die [X1] de macht over het stuur is verloren) en/of
-(vervolgens) naar die door die [X1] bestuurde personenauto toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of
geld, geheel of ten dele toebehorende aan [X2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [X2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [X2] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die [X2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-die [X2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
-tegen die [X2] heeft gezegd: "Geef je portemonnee" en/of "Geef je autosleutels", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-aan de kleding van die [X2] heeft gevoeld en/of
-heeft geroepen: "Pak hem die portemonnee af" en/of "Pak zijn autosleutels", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-die [X2] meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt en/of
-aan die [X2] heeft getrokken en/of
-die [X2] een zogeheten voetveeg heeft gegeven en/of
-die [X2] ten val heeft gebracht en/of
-(een) ste(e)nen tegen (de ruit(en) van) de personenauto van die [X2] heeft gegooid en/of tegen de personenauto van die [X2] heeft getrapt en/of geschopt en/of
-met een personenauto achter die [X2] aan is gereden (terwijl die [X2] weg liep/rende) en/of
-tegen de personenauto van die [X2] is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [X2] en/of de personenauto van [X2] (een BMW met kenteken 82-NG-KH), welk geweld bestond uit
-het vastpakken en/of vasthouden van die [X2] en/of
-het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen van die [X2] en/of
-het trekken aan die [X2] en/of
-het geven van een zogeheten voetveeg aan die [X2] en/of
-het ten val brengen van die [X2] en/of
-het met een personenauto achter die [X2] aan rijden (terwijl die [X2] weg liep/rende) en/of
-het gooien van (een) ste(e)n(en) tegen (de ruit(en) van) de personenauto van die [X2] en/of
-het trappen en/of schoppen tegen de personenauto van die [X2] en/of
-het tegen de personenauto van die [X2] aan rijden.
3.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een Volkswagen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een Volkswagen) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon heeft geblokkeerd en/of
-een/de portier(en) van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft opengetrokken en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft aangesproken en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft vastgepakt en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft geslagen en/of gestompt en/of
-met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een onbekend gebleven persoon en/of de door hem/haar bestuurde personenauto (een Volkswagen), welk geweld bestond uit
-het blokkeren van de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon en/of
-het open trekken van een/de portier(en) van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het vastpakken van die onbekend gebleven persoon en/of
-het slaan en/of stompen van die onbekend gebleven persoon en/of
-het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto.
4.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een rode personenauto), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een rode personenauto) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon heeft geblokkeerd en/of
-in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is gelopen en/of gerend en/of
-met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid en/of
-tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een onbekend gebleven persoon en/of de door hem/haar bestuurde (rode) personenauto, welk geweld bestond uit
-het blokkeren van de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon en/of
-het rennen en/of lopen in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto aanrijden.
5.
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [X3] en/of de door voornoemde [X3] bestuurde personenauto (merk/type Subaru Vivio), welk geweld bestond uit het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) tegen voornoemde personenauto.
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-(met een personenauto) naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gereden en/of
-tegen die bestuurder van die bromfiets/scooter heeft geroepen: "Flikker" en/of
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter is aangereden en/of
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter is gaan rijden en/of
-uit de personenauto is gestapt en/of
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
-(met een personenauto) naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe gereden en/of
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter aangereden en/of
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter gaan rijden en/of
-uit de personenauto gestapt en/of
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe gelopen en/of gerend.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 3 primair en subsidiair en 5 is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overwegingen aangaande de vrijspraak
Ten aanzien van feit 1 primair:
De rechtbank stelt vast dat de verdachte ’s nachts met zijn auto achter de witte Mazda van het slachtoffer is aangereden vanaf de parkeerplaats de Heikop op de Brunssummerheide. Hij reed naar eigen zeggen 70 tot 80 km per uur over de Toeristenweg. Dat is een weg met een bochtig verloop, waar een maximum snelheid van 60 km per uur geldt. De verdachte is, volgens eigen zeggen, op enig moment links naast de witte Mazda gaan rijden en heeft, toen die auto niet wilde stoppen, zijn stuur naar rechts gedraaid en die Mazda aan de linkerzijde geraakt. Dit gebeurde vlak voor één van de in die weg gelegen verkeersdrempels. De auto van het slachtoffer kwam door de aanrijding dwars op de weg staand tot stilstand voor de verkeersdrempel. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij het slachtoffer uit de auto wou trekken, omdat de man schade aan zijn auto zou hebben veroorzaakt. Hierdoor staat niet vast dat er bij de verdachte enige vorm van opzet aanwezig was, gericht op de dood van de bestuurder van de witte Mazda.
Ten aanzien van feit 3 primair en subsidiair:
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen die door de verschillende verdachten in deze zaak zijn afgelegd, een aantal verschillen bevatten. Die verschillen zien op de soort auto, het aantal inzittenden van die auto (een of twee), wie van de verdachten welk portier opentrok, of er één of twee portieren zijn opengetrokken, of er met stenen is gegooid, of de bestuurder is geslagen en of er in het Engels is geantwoord op de vraag of de inzittende(n) homo was/waren. Ook de verklaringen over wie van de verdachten erbij betrokken waren stemmen niet steeds overeen. Gelet op al deze verschillen, betwijfelt de rechtbank of deze verklaringen steeds op hetzelfde feit zien en komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van dit feit.
Ten aanzien van feit 5:
Afgezien van een aangifte is er geen bewijs voorhanden. In het dossier bevinden zich geen verklaringen omtrent het gooien van stenen naar een mintgroene Subaru hetgeen moet hebben plaatsgevonden ongeveer een half uur voor het incident met de bestuurder van de BMW (feit 2), waarover door alle verdachten wordt verklaard. Ter zitting daarover ondervraagd, ontkent de verdachte enige betrokkenheid bij dit incident.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 4 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 16 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [X1], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die [X1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, met zijn mededaders, met voornoemd oogmerk
-de doorgang voor die [X1] heeft geblokkeerd en
-nadat die [X1] was weggereden, die door die [X1] bestuurde personenauto op korte afstand heeft gevolgd en
-naast die door die [X1] bestuurde personenauto is gaan rijden en
-tegen die door die [X1] bestuurde personenauto is aangereden, tengevolge waarvan die [X1] de macht over het stuur is verloren en
-naar die door die [X1] bestuurde personenauto toe is gelopen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [X2], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld tegen die [X2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [X2] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld toebehorende aan die [X2], met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-die [X2] heeft vastgepakt en
-tegen die [X2] heeft gezegd: "Geef je portemonnee" en "Geef je autosleutels" en
-aan de kleding van die [X2] heeft gevoeld en
-heeft geroepen: "Pak hem die portemonnee af” en
-die [X2] meermalen heeft geslagen en geschopt en
-aan die [X2] heeft getrokken en
-die [X2] een zogeheten voetveeg heeft gegeven en
-die [X2] ten val heeft gebracht en
-stenen tegen (de ruiten van) de personenauto van die [X2] heeft gegooid en
-tegen de personenauto van die [X2] heeft geschopt en
-met een personenauto achter die [X2] aan is gereden terwijl die [X2] weg rende en
-tegen de personenauto van die [X2] is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.
hij in de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een rode personenauto), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken,
met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-de doorgang voor die onbekend gebleven persoon heeft geblokkeerd en
-in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is gerend en
-met stenen en/of keien naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid en
-tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.
hij in de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-met een personenauto naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gereden, en
-tegen die bestuurder van die bromfiets/scooter heeft geroepen: "Flikker" en
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter is aangereden en
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter is gaan rijden en
-uit de personenauto is gestapt en
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 subsidiair, 2 primair, 4 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De nadere bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Met betrekking tot dit deel van de tenlastelegging heeft de verdediging vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat er geen begin van uitvoering van het ten laste gelegde is geweest en dat het handelen van de verdachte niet zag op het beroven van de aangever. De rechtbank verwerpt dit betoog en overweegt daartoe het volgende.
De verdachte heeft in zijn eerste verklaring bij de politie verklaard dat de groep had afgesproken die avond weer te gaan flikker tikken. Het plan hield volgens hem in het met zijn auto en die van medeverdachte [MV11] een auto blokkeren, het gooien van stenen naar die auto en het beroven van de bestuurder.
Dat plan is ook daadwerkelijk (deels) uitgevoerd. Op enig moment die avond rijden de zwarte auto van de verdachte en de rode auto van medeverdachte [MV11] de parkeerplaats op, waar de aangever/slachtoffer en een getuige geparkeerd staan. Beiden verklaren dat de rode auto op hen afreed en dat de zwarte auto de uitgang blokkeerde. Zowel de aangever als de getuige weten net langs de auto van de verdachte weg te komen. Als zij de weg opdraaien, rijden de beide auto’s achter hen aan.
De rechtbank kan dit niet anders zien dan een begin van uitvoering van het voornemen de aangever te beroven. Dat kan alleen als iemand tot stoppen wordt gebracht en de rechtbank ziet het achterna rijden door de verdachte van de aangever in dit verband.
De verdediging heeft voorts gesteld dat het opzet van de verdachte gedurende dit voorval is gewijzigd en dat er geen sprake meer was van opzet op beroving. De rechtbank volgt deze redenering niet. De verdachte heeft na die eerste verklaring bij de politie naar voren gebracht dat hij bij de man verhaal wilde halen, omdat deze tegen zijn bumper was aangereden. Ter zitting verklaarde de verdachte dat dit was omdat die man schade aan de lak van zijn auto had veroorzaakt door opspattend grind bij het wegrijden van de parkeerplaats. Omdat de reden voor deze omslag in de intentie steeds een andere is, is die voor de rechtbank ongeloofwaardig.
Ten aanzien van feit 2 primair:
De aan de groep verdachten, waartoe ook de verdachte behoort, ten laste gelegde feiten beginnen in tijd op 15 september 2006. Op een gegeven moment is in de groep het idee ontstaan om te gaan flikker tikken. Dat is wat verschillende verdachten tegenover de politie hebben verklaard. Na het incident met de witte Mazda op 16 september 2006 (feit 1) toen een deel van de groep, waaronder de verdachte, naar de Brunssummerheide ging om te flikker tikken, was dit flikker tikken continue onderwerp van gesprek in de gehele groep.
De verdachte heeft, ook ter terechtzitting, verklaard dat flikker tikken inhield het mishandelen en beroven van homoseksuele mannen. Hij heeft verder verklaard dat hij enkel met zijn auto achter het slachtoffer is aangereden om hem tegen de groep te beschermen. Dat moge zo zijn maar doet niet af aan de intentie van de beroving die reeds was aangevangen. Voorts verklaarde hij dat hij per ongeluk drie keer tegen de BMW is aangereden met zijn trekhaak omdat de auto telkens uit de versnelling sprong. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig.
Ten aanzien van feit 6 primair:
Door de verdediging is betoogd dat de bestuurder van de scooter weliswaar is opgejaagd door achter hem aan te rijden met de auto waarmee men aan het oefenen was om te slippen, maar dat er geen plan vooraf was om die man te beroven. Ook kwam dat plan niet op tijdens het voorval. Het achter de man aanrijden kan niet worden gekwalificeerd als een poging tot diefstal door (dreiging met) geweld.
Het staat voor de rechtbank vast dat de man op de scooter is achterna gezeten door de auto waarin naast de verdachte ook zijn medeverdachten [MV2], [MV4] en [MV15] zaten, en dat die [MV2] en [MV4] deze man te voet hebben gevolgd. De reden daarvan was naar het oordeel van de rechtbank het beroven van die man. De verdachte heeft immers verklaard dat hij tegen [MV2] en [MV4] zei dat ze de man moesten pakken en dat hij daarmee bedoelde dat ze de man moesten slaan en beroven (bladzijde 801 van het dossier). [MV15] bevestigt dat de verdachte dit tegen de twee anderen heeft gezegd. Om dat doel te bereiken heeft de verdachte samen met zijn mededaders achter die man aangereden, is “flikker” tegen hem geroepen en zijn twee van hen de man te voet gevolgd. Dat het niet tot een beroving is gekomen, is niet aan de verdachten te danken, maar ligt er enkel aan dat het slachtoffer heeft weten weg te komen uit deze voor hem bedreigende situatie.
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
Feit 1 subsidiair, feit 4 primair en feit 6 primair:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2 primair:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, én/of poging tot afpersing gepleegd door twee of meer verenigde personen, al dan niet in één voortgezette handeling gepleegd.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf en maatregel
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 6 primair zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Ter zake het onder 5 ten laste gelegde heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
De raadsman heeft de rechtbank gevraagd de verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair, 3 primair en subsidiair, 5 en 6 ten laste gelegde.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte behoorde tot een grote groep van jongeren die de omgeving van de Brunssummerheide -en in het bijzonder de daar gelegen parkeerplaats de Heikop- onveilig maakte door daar in een korte periode een reeks ernstige strafbare feiten te plegen.
De parkeerplaatsen op de Brunssummerheide staan in de regio, en ook bij de verdachte, bekend als homo-ontmoetingsplaatsen. De groep waarvan de verdachte deel uit maakte, heeft van te voren plannen gemaakt om op deze parkeerplaatsen, die in bosrijk gebied zijn gelegen en daarmee enigszins geïsoleerd, homo’s te beroven. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich daarvoor ‘s avonds met een grote groep verzameld op deze parkeerplaatsen. Van auto’s die de parkeerterreinen opkwamen werd getracht deze tot stoppen te dwingen. Dit gebeurde door het blokken van die auto met een auto van een van de groepsleden dan wel door middel van het als groep om deze auto heen gaan staan en het gooien van stenen naar deze auto’s. Er werden door de groepsleden beledigingen geschreeuwd naar de bestuurders van deze auto’s en er werd zelfs bij gelegenheid opzettelijk tegen auto’s aangereden met een auto bestuurd door een van de groepsleden. Uiteindelijk heeft het geweld van de groep zich ook geuit in lichamelijk geweld tegen één van de bezoekers van deze parkeerplaatsen in een poging hem te beroven.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben, door als grote groep te trachten op een afgelegen donkere plaats homo’s te beroven met geweld, blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor een kwetsbare groep mensen in de samenleving.
Deze gebeurtenissen moeten voor de slachtoffers die veelal geen aangifte hebben durven doen, erg beangstigend en pijnlijk zijn geweest. Daarnaast ondervinden de slachtoffers van een dergelijk delict, naar ervaring leert, vaak langdurig de psychisch nadelige gevolgen van wat hen is overkomen. Bovendien versterken ook deze feiten de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Naar het oordeel van de rechtbank kan daarom niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting tevens in haar beoordeling betrokken het rapport van de reclassering van het Leger des Heils van 6 april 2007 betreffende de verdachte.
Nu de verdachte onder meer ter zake van het hiervoor onder 1 subsidiair bewezen verklaarde strafbare feit zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens het slachtoffer zijnde de hierna te noemen benadeelde partij [X1] aansprakelijk is voor de schade die door dat strafbare feit is toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van nader te noemen maatregel besloten.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 45, 56, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [X1] en [X3] zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces hebben gevoegd.
Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, kan de benadeelde partij [X3] niet in de vordering worden ontvangen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [X1] door het hiervoor onder 1 subsidiair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht tot een bedrag van € 357,- (de dagwaarde van € 750,- minus de “minimale inkoopprijs” van € 393,-).
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voorts komen vast te staan dat aan voornoemde benadeelde partij [X1] door het hiervoor onder 1 subsidiair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De hoogte van deze immateriële schade wordt door de rechtbank naar billijkheid vastgesteld op een bedrag van € 500,-.
Het, met inachtneming van het vorenoverwogene, nog resterende deel van de vordering van de benadeelde partij [X1] zal worden afgewezen, daar de gestelde schade in zoverre ter terechtzitting niet is komen vast te staan.
-verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 3 primair en subsidiair en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
-verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 4 primair en 6 primair ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
-verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 subsidiair, 2 primair, 4 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
-verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
-veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van dertig maanden;
-beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
-beveelt dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot zes maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit, dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
-stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen overeenkomstig de door de Reclassering Nederland, Regio Limburg, Unit Maastricht, gevestigd te 6224 LA Maastricht, Heerderweg 25, te stellen richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt, ook indien zulks inhoudt een ambulante behandeling binnen een GGZ instelling;
-geeft opdracht aan genoemde instelling aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
-veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [X1], te betalen een bedrag van € 857,- (achthonderd zevenenvijftig euro);
-wijst af de vordering van de benadeelde partij [X1] voor het overige;
-veroordeelt de verdachte in de kosten, door benadeelde partij [X1] ter in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
-legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op ten behoeve van het slachtoffer [X1] aan de staat voornoemd bedrag te betalen en bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal vervangende hechtenis zal worden toegepast van zeventien dagen, met dien verstande dat toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
-bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat van voornoemd bedrag ten behoeve van het slachtoffer, daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [X3], [woonadres X3], in zijn vordering niet-ontvankelijk;
-veroordeelt de benadeelde partij [X3] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, voorzitter, mr. M.A.M. van Uum en mr. C.M.J. van den Acker, rechters, in tegenwoordigheid van J.Th.G. Coenders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 8 mei 2007.