ECLI:NL:RBMAA:2007:BA4620

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
8 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-700602-06
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen door minderjarige van meerdere pogingen tot diefstal met geweld van homoseksuele mannen op de Brunssummerheide

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 8 mei 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die beschuldigd werd van meerdere pogingen tot diefstal met geweld, gericht op homoseksuele mannen op de Brunssummerheide. De verdachte was betrokken bij een groep jongeren die in de periode van 15 september tot en met 29 september 2006 een reeks gewelddadige incidenten heeft gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op verschillende momenten geweld heeft gebruikt tegen slachtoffers, waaronder het vastpakken, slaan en bedreigen van hen met de bedoeling om hun goederen af te nemen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de groep specifiek homoseksuele mannen als doelwit had gekozen, wat de ernst van de feiten vergrootte, gezien de kwetsbaarheid van deze slachtoffers. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachten beoordeeld, waarbij enkele inconsistenties naar voren kwamen. Desondanks heeft de rechtbank bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van enkele punten waarop hij werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van twee maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van honderdtachtig uren, alsook een leerstraf van twintig uren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij geen strafblad had en blijk gaf van inzicht in zijn gedrag. De uitspraak benadrukt de noodzaak om kwetsbare groepen in de samenleving te beschermen tegen geweld en intimidatie.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700602-06
Datum uitspraak: 8 mei 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 januari 2007, 17 april 2007 en 24 april 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen de minderjarige
[MV4],
geboren te [geboortedatum en plaats MV4],
wonende te [adres MV4].
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [X2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [X2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [X2] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die [X2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-die [X2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
-tegen die [X2] heeft gezegd: "Geef je portemonnee" en/of "Geef je autosleutels", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-aan de kleding van die [X2] heeft gevoeld en/of
-heeft geroepen: "Pak hem die portemonnee af" en/of "Pak zijn autosleutels", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-die [X2] meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt en/of
-aan die [X2] heeft getrokken en/of
-die [X2] een zogeheten voetveeg heeft gegeven en/of
-die [X2] ten val heeft gebracht en/of
-(een) ste(e)nen tegen (de ruit(en) van) de personenauto van die [X2] heeft
-gegooid en/of
-tegen de personenauto van die [X2] heeft getrapt en/of geschopt en/of
-met een personenauto achter die [X2] aan is gereden (terwijl die [X2] weg liep/rende) en/of tegen de personenauto van die [X2] is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [X2] en/of de personenauto van [X2] (een BMW met kenteken [aa-aa-aa]), welk geweld bestond uit
-het vastpakken en/of vasthouden van die [X2] en/of
-het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen van die [X2] en/of
-het trekken aan die [X2] en/of
-het geven van een zogeheten voetveeg aan die [X2] en/of
-het ten val brengen van die [X2] en/of
-het met een personenauto achter die [X2] aan rijden (terwijl die [X2] weg liep/rende) en/of
-het gooien van (een) ste(e)n(en) tegen (de ruit(en) van) de personenauto van die [X2] en/of
-het trappen en/of schoppen tegen de personenauto van die [X2] en/of
-het tegen de personenauto van die [X2] aan rijden.
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een Volkswagen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een Volkswagen) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon heeft geblokkeerd en/of
-een/de portier(en) van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft opengetrokken en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft aangesproken en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft vastgepakt en/of
-die onbekend gebleven persoon heeft geslagen en/of gestompt en/of
-met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een onbekend gebleven persoon en/of de door hem/haar bestuurde personenauto (een Volkswagen), welk geweld bestond uit
-het blokkeren van de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon en/of
-het open trekken van een/de portier(en) van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het vastpakken van die onbekend gebleven persoon en/of
-het slaan en/of stompen van die onbekend gebleven persoon en/of
-het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto.
3.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een rode personenauto), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een rode personenauto) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon heeft geblokkeerd en/of
-in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is gelopen en/of gerend en/of
-met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid en/of
-tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2006 tot en met 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een onbekend gebleven persoon en/of de door hem/haar bestuurde (rode) personenauto, welk geweld bestond uit
-het blokkeren van de doorgang/de weg voor die onbekend gebleven persoon en/of
-het rennen en/of lopen in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto aanrijden.
4.
hij op of omstreeks 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [X3] en/of de door voornoemde [X3] bestuurde personenauto (merk/type Subaru Vivio), welk geweld bestond uit het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) tegen voornoemde personenauto.
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-(met een personenauto) naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gereden en/of
-tegen die bestuurder van die bromfiets/scooter heeft geroepen: "Flikker" en/of
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter is aangereden en/of
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter is gaan rijden en/of
-uit de personenauto is gestapt en/of
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
-(met een personenauto) naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe gereden en/of
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter aangereden en/of
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter gaan rijden en/of
-uit de personenauto gestapt en/of
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe gelopen en/of gerend.
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een (blauwe) Opel Astra), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een (blauwe) Opel Astra) te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan die onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
-met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid en/of
-in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is gerend en/of
-tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Recreatieweg en/of de Toeristenweg en/of een daartoe behorende parkeerplaats, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op een parkeerplaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een onbekend gebleven persoon en/of de door hem/haar bestuurde personenauto (een (blauwe) Opel Astra), welk geweld bestond uit
-het gooien met (een) ste(e)n(en) en/of (een) kei(en) naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het rennen in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto en/of
-het schoppen en/of trappen tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto.
De vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair en 4 is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overwegingen aangaande de vrijspraak
Ten aanzien van feit 2 primair en subsidiair:
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen die door de verschillende verdachten in deze zaak zijn afgelegd, een aantal verschillen bevatten. Die verschillen zien op de soort auto, het aantal inzittenden van die auto (een of twee), wie van de verdachten welk portier opentrok, of er één of twee portieren zijn opengetrokken, of er met stenen is gegooid, of de bestuurder is geslagen en of er in het Engels is geantwoord op de vraag of de inzittende(n) homo was/waren. Ook de verklaringen over wie van de verdachten erbij betrokken waren stemmen niet steeds overeen. Gelet op al deze verschillen, betwijfelt de rechtbank of deze verklaringen steeds op hetzelfde feit zien en komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van dit feit.
Ten aanzien van feit 3 primair en subsidiair:
Het staat vast dat de verdachte die avond bij dit incident met de rode auto aanwezig was. Zowel de verdachte als anderen hebben dat verklaard. Eén medeverdachte heeft voorts verklaard dat de verdachte stenen heeft gegooid naar de betreffende auto, hetgeen de verdachte heeft ontkend. Andere aanwijzingen dat de verdachte op de een of andere manier een bijdrage heeft geleverd aan hetgeen ten laste is gelegd, heeft de rechtbank niet aangetroffen. Al met al is er geen sprake van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking en dus onvoldoende bewijs dat de verdachte medepleger is van een poging tot diefstal en/of afpersing met geweld en/of bedreiging met geweld jegens de bestuurder van de rode auto.
Ten aanzien van feit 4:
Afgezien van een aangifte is er geen bewijs voorhanden. In het dossier bevinden zich geen verklaringen omtrent het gooien van stenen naar een mintgroene Subaru hetgeen moet hebben plaatsgevonden ongeveer een half uur voor het incident met de bestuurder van de BMW (feit 1), waarover door alle verdachten wordt verklaard. Ter zitting daarover ondervraagd, ontkent de verdachte enige betrokkenheid bij dit incident.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 29 september 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [X2], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld tegen die [X2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [X2] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld toebehorende aan die [X2], met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-die [X2] heeft vastgepakt en
-tegen die [X2] heeft gezegd: "Geef je portemonnee" en "Geef je autosleutels” en
-aan de kleding van die [X2] heeft gevoeld en
-heeft geroepen: "Pak hem die portemonnee af” en
-die [X2] meermalen heeft geslagen en geschopt en
-aan die [X2] heeft getrokken en
-die [X2] een zogeheten voetveeg heeft gegeven en
-die [X2] ten val heeft gebracht en
-stenen tegen (de ruiten van) de personenauto van die [X2] heeft gegooid en
-tegen de personenauto van die [X2] heeft geschopt en
-met een personenauto achter die [X2] aan is gereden terwijl die [X2] weg rende en
-tegen de personenauto van die [X2] is aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
5.
hij in de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een bromfiets/scooter), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-met een personenauto naar de bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gereden en
-tegen die bestuurder van die bromfiets/scooter heeft geroepen: "Flikker" en
-achter die bestuurder van die bromfiets/scooter is aangereden en
-naast die bestuurder van die bromfiets/scooter is gaan rijden en
-uit de personenauto is gestapt en
-naar die bestuurder van die bromfiets/scooter toe is gelopen en/of gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.
hij in de periode van 1 september 2006 tot en met 6 oktober 2006 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Landgraaf ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan een onbekend gebleven persoon (de bestuurder van een blauwe Opel Astra), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken,
met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
-met stenen naar/tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft gegooid en
-in de richting van de door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto is gerend en
-tegen die door die onbekend gebleven persoon bestuurde personenauto heeft geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 5 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De nadere bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 primair:
De aan de groep verdachten, waartoe ook verdachte behoort, ten laste gelegde feiten beginnen in tijd op 15 september 2006. Op een gegeven moment is in de groep het idee ontstaan om te gaan flikker tikken. Dat is wat verschillende verdachten tegenover de politie hebben verklaard. Na het incident met de witte Mazda op 16 september 2006 (zaak 1 in het dossier) toen een deel van de groep specifiek naar de Brunssummerheide ging om te flikker tikken, was dit flikker tikken continue onderwerp van gesprek in de gehele groep.
De verdachte heeft, ook ter terechtzitting, verklaard dat flikker tikken inhield het mishandelen en beroven van homoseksuele mannen en dat hij daaraan heeft meegedaan op die bewuste avond door een steen te gooien tegen de BMW.
Ten aanzien van feit 5 primair:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde onder 5 heeft begaan. De stelling van de verdachte ter zitting dat het alleen maar ging om het een beetje opjagen van die man, volgt de rechtbank niet. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Het staat voor de rechtbank vast dat de man op de scooter is achterna gezeten door de auto waarin naast de verdachte ook zijn medeverdachten [MV2], [MV12] en [MV15] zaten, en dat de verdachte en die [MV2] deze man te voet hebben gevolgd. De reden daarvan was naar het oordeel van de rechtbank het beroven van die man. [MV12] heeft immers verklaard dat hij tegen de verdachte en [MV2] zei dat ze de man moesten pakken en dat hij daarmee bedoelde dat ze de man moesten slaan en beroven (bladzijde 801 van het dossier). [MV15] bevestigt dat [MV12] dit tegen de twee anderen heeft gezegd.
Zoals reeds hiervoor overwogen, is er na het incident met de witte Mazda in de groep gesproken over flikker tikken, te weten het mishandelen en beroven van homoseksuele mannen. Ook in dit geval gingen de verdachte en zijn medeverdachten naar de Brunssummerheide om te flikker tikken. Om dat doel te bereiken is de verdachte samen met zijn medeverdachten achter die man aangereden, is “flikker” tegen hem geroepen en zijn twee van hen, onder wie de verdachte, de man te voet gevolgd. Daaruit volgt volgens de rechtbank dat het opzet wel degelijk ook gericht was op het beroven van de persoon op de scooter. Dat het niet tot een beroving is gekomen, is niet aan de verdachten te danken, maar ligt er enkel aan dat het slachtoffer heeft weten weg te komen uit deze voor hem bedreigende situatie.
Ten aanzien van feit 6 primair:
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de opzet niet was gericht op beroving zodat verdachte van het primair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Volgens de verklaring van de medeverdachte [MV8] heeft dit feit plaatsgevonden toen de groep wederom een keer op de Brunssummerheide aanwezig was. Daaruit leidt de rechtbank af dat dit gebeuren in tijd heeft plaatsgevonden na het incident met de witte Mazda. Zoals reeds hiervoor overwogen, is er na het incident met de witte Mazda in de groep gesproken over flikker tikken, te weten het mishandelen en beroven van homoseksuele mannen.
Ook in dit geval ging de groep naar de Brunssummerheide om te flikker tikken. Daaruit volgt volgens de rechtbank dat het opzet wel degelijk ook gericht was op het beroven van de persoon in de Opel Astra.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
Feit 1 primair:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, én/of poging tot afpersing gepleegd door twee of meer verenigde personen, al dan niet in één voortgezette handeling gepleegd.
Feit 5 primair, feit 6 primair:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straffen
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 5 primair en 6 primair zal worden veroordeeld tot
-een jeugddetentie voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met daaraan te verbinden de bijzondere voorwaarde dat de verdachte -kort gezegd- zich zal houden aan de richtlijnen van de jeugdreclassering;
-een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van honderdtachtig uren;
-een taakstraf in de vorm van een leerstraf voor de duur van twintig uren (de cursus “sociale vaardigheden”).
Ter zake het onder 4 ten laste gelegde heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
De raadsman heeft de rechtbank gevraagd de verdachte vrij te spreken van de gehele tenlastelegging.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straffen het volgende.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte behoorde tot een grote groep jongeren die de omgeving van de Brunssummerheide -en in het bijzonder de daar gelegen parkeerplaats de Heikop- onveilig maakte door daar in een korte periode een reeks ernstige strafbare feiten te plegen.
De parkeerplaatsen op de Brunssummerheide staan in de regio, en ook bij de verdachte, bekend als homoontmoetingsplaatsen. De groep waarvan de verdachte deel uit maakte, heeft van te voren plannen gemaakt om op deze parkeerplaatsen, die in bosrijk gebied zijn gelegen en daarmee enigszins geïsoleerd, homoseksuele mannen te beroven. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich daarvoor `s avonds met een grote groep verzameld op deze parkeerplaatsen. Van auto's die de parkeerterreinen opkwamen werd getracht deze tot stoppen te dwingen. Dit gebeurde door het blokken van die auto met een auto van een van de groepsleden dan wel door middel van het als groep om deze auto heen gaan staan en het gooien van stenen naar deze auto's. Er werden door de groepsleden beledigingen geschreeuwd naar de bestuurders van deze auto's en er werd zelfs bij gelegenheid opzettelijk tegen auto's aangereden door de auto bestuurd door een van de groepsleden. Uiteindelijk heeft het geweld van de groep zich ook geuit in lichamelijk geweld tegen één van de bezoekers van deze parkeerplaatsen in een poging hem te beroven. De verdachte heeft hieraan meerdere keren actief meegedaan.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben, door als grote groep te trachten op een afgelegen donkere plaats homoseksuele mannen te beroven met geweld, blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor een kwetsbare groep mensen in de samenleving. Deze gebeurtenissen moeten voor de slachtoffers die veelal geen aangifte hebben durven doen, erg beangstigend en pijnlijk zijn geweest. Vaak ondervinden zij, naar ervaring leert, langdurig de psychische nadelige gevolgen van wat hen is overkomen. Zulke feiten versterken bovendien de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank heeft in het voordeel van de verdachte meegewogen dat hij geen strafblad heeft.
De rechtbank is opgevallen dat de verdachte ter zitting en ook in een schriftelijke stuk dat deel uit maakt van het advies van de Jeugdreclassering, opgemaakt door A.M.J.L. Meijers d.d. 26 maart 2007, heeft laten zien inzicht te hebben in het verwijtbare van zijn gedrag.
Gelet op het voorgaande en het advies van de Jeugdreclassering, zal de rechtbank de verdachte opleggen een voorwaardelijke jeugddetentie, een werkstraf en een taakstraf, van na te noemen duur.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 45, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De vordering van de benadeelde partij
Ter terechtzitting is het formulier, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [X3] zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd.
Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, kan de benadeelde partij [X3] niet in de vordering worden ontvangen.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
-verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair en 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
-verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
-verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 5 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
-verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
-veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een jeugddetentie voor de duur van twee maanden;
-beveelt dat de opgelegde jeugddetentie niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit, dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
-stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de proeftijd zich zal gedragen overeenkomstig de door of vanwege de Jeugdreclassering van het Bureau Jeugdzorg in het Arrondissement Maastricht te stellen richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd noodzakelijk oordeelt;
-geeft opdracht aan genoemde instelling aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
-heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
-veroordeelt de verdachte tot een taakstraf die zal bestaan uit
a)een werkstraf, te weten het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van honderdtachtig uren, en
b)een leerstraf, bestaande uit het volgen van een leerproject, namelijk de cursus "Sociale Vaardigheidstraining" bij de Raad voor de Kinderbescherming te Maastricht, voor de duur van twintig uren;
-beveelt dat indien de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van honderd dagen zal worden toegepast;
-beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het werkstrafgedeelte van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, naar de maatstaf van twee uren per dag;
-verklaart de benadeelde partij [X3], [woonadres X3], in zijn vordering niet-ontvankelijk;
-veroordeelt de benadeelde partij [X3] in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, voorzitter, mr. M.A.M. van Uum, kinderrechter, en mr. C.M.J. van den Acker, rechter, in tegenwoordigheid van J.Th.G. Coenders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 8 mei 2007.