Ten slotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1
Partijen zijn op [datum en plaats huwelijk] onder het vooraf maken van huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd.
Nadat de vrouw met de kinderen van partijen op 4 augustus 2006 de echtelijke woning had verlaten, heeft zij op 25 september 2006 een verzoekschrift tot echtscheiding bij deze rechtbank ingediend. Bij beschikking van 3 januari 2007 heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken. Deze beschikking is nog niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2
In hun huwelijkse voorwaarden zijn partijen een periodiek verrekenbeding overeengekomen en hebben zij bepaald dat er tussen hen slechts een gemeenschap van inboedel bestaat. Iedere andere gemeenschapsvorm hebben partijen uitgesloten.
Uit de door de vrouw in het geding gebrachte kadastrale gegevens blijkt dat partijen de aan de [adres] gelegen echtelijke woning (ieder voor de onverdeelde helft) in mede-eigendom hebben.
2.2.1
In de echtscheidingsbeschikking is met betrekking tot de huwelijksvermogensrechtelijke belangen partijen bevolen over te gaan tot verrekening overeenkomstig de tussen hen gesloten huwelijkse voorwaarden. Daarnaast is ook de verdeling van de gemeenschappelijke goederen bevolen. Voorts is bepaald dat deze verrekening en verdeling dient plaats te vinden ten overstaan van notaris mr. J.M.J.H. Achten te Maastricht.
2.2.2
Voorafgaand aan en ten tijde van de echtscheidingsprocedure hebben diverse incidenten tussen de man en de vrouw alsmede tussen de man en familieleden van de vrouw plaatsgevonden. De man heeft daarbij ernstige bedreigingen geuit jegens de vrouw en haar familieleden. De man heeft de auto van de vrouw tot tweemaal toe vernield. In november 2006 is de man voor dit soort feiten in voorlopige hechtenis genomen. Op 21 februari 2007 is hij door de meervoudige strafkamer in deze rechtbank veroordeeld tot een gevangenis straf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De detentie van de man eindigt op 7 mei 2007.
2.3
De (procureur van de) vrouw heeft de man herhaaldelijk verzocht zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de echtelijke woning. Bij brief van 10 januari 2007 is de man gesommeerd om zijn medewerking aan de verkoop van de echtelijke woning te verlenen.
Via zijn procureur heeft de man daarop gereageerd en in die reactie heeft hij de vrouw verzocht een verdelings-/verrekeningsvoorstel te doen. De (procureur van de) vrouw heeft naar aanleiding daarvan een overeenkomst tot vermogensrechtelijke afwikkeling van de echtscheiding opgesteld.
Deze overeenkomst is door beide partijen, op 20 maart 2007 door de man en op 23 maart 2007 door de vrouw, ondertekend.
2.3.1
Voor zover van belang voor dit geding hebben partijen in die overeenkomst met betrekking tot de echtelijke woning neergelegd:
1.1 Partijen komen overeen dat de voormalige echtelijke woning, gelegen aan de [adres], zo spoedig mogelijk wordt verkocht.
1.2 De man verklaart hierbij onherroepelijk volmacht te verlenen aan de vrouw de echtelijke woning en de daarbij behorende roerende zaken (zoals bijvoorbeeld stoffering) te gelde te maken, en alle handelingen te verrichten die daarvoor noodzakelijk zijn en/of naar de mening van de vrouw in dat kader gewenst of nuttig zijn, zoals (doch niet limitatief) het leggen en onderhouden van contacten met een makelaar, het onderhandelen met geïnteresseerden, het sluiten van een onderhandse koopakte en het leveren van de eigendom van de woning aan de kopers bij notariële akte, waarbij de man ook voor zover nodig uitdrukkelijk toestemming verleent voor het te gelde maken van de woning en al hetgeen daartoe noodzakelijk is in de zin van artikel 1:88 lid 1 BW.
1.3 De man machtigt de vrouw slechts als omschreven in artikel 1.2 onder de voorwaarde dat zij de woning minimaal voor € 260.000,-- kosten koper verkoopt.
1.4 De man verklaart hierbij onherroepelijk volmacht te verlenen aan notaris mr. J.M.J.H. Achten en aan ieder van de medewerkers, ten tijde van de gebruikmaking van de volmacht werkzaam op het kantoor van Achten Thissen Notarissen te Maastricht, zowel aan hen tezamen als aan ieder van hen afzonderlijk, om namens hem de akte waarin de onroerende zaak wordt geleverd aan de kopers te ondertekenen, en de hiervoor benodigde stukken te doen opmaken en te tekenen, woonplaats te kiezen en verder al datgene te verrichten dat de gevolmachtigde raadzaam zal oordelen, een en ander met de macht van in-de-plaatsstelling om te bewerkstelligen dat voormelde onroerende zaak goederenrechtelijk wordt geleverd aan de kopers en om vervolgens de verkoopopbrengst onder partijen te verdelen als omschreven in de artikelen 1.7 tot en met 1.10 van deze overeenkomst. De man verbindt zich hierbij tevens om zo spoedig mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst een daartoe strekkende notariële volmacht af te geven aan notaris mr. J.M.J.H. Achten en aan ieder van de medewerkers, ten tijde van de gebruikmaking van de volmacht werkzaam op het kantoor van Achten Thissen Notarissen te Maastricht.
1.5 De man zal de woning vanaf het moment van ondertekening van deze overeenkomst niet meer betreden en alle sleutels – via zijn advocaat – zo spoedig mogelijk inleveren bij de vrouw.
2.4
Om de verkoop te bevorderen heeft de vrouw Damen, Hypotheken, Verzekeringen en Makelaardij, gevestigd te Maastricht, ingeschakeld. Deze makelaardij heeft kopers voor de woning gevonden en is, blijkend uit de met de kopers op 11 april 2007 gesloten koopovereenkomst, een koopprijs overeengekomen van € 280.000,--. In de koopovereenkomst is verder bepaald dat de akte van levering op 1 mei zal passeren.
2.5
Nadat de koopovereenkomst aan notaris mr. J.M.J.H Achten ter hand was gesteld, heeft deze zich, gezien het bepaalde in het hierboven vermelde artikel 1.4 tweede volzin van de in maart 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst, begeven naar de penitentiaire inrichting De Geerhorst teneinde van de man de in die volzin beschreven notariële volmacht te ontvangen om mede aan de hand daarvan de transportakte te kunnen opstellen en de woning op 1 mei 2007 via deze door de man verstrekte volmacht aan de kopers te kunnen leveren.
De man heeft geweigerd die volmacht aan de notaris te verstrekken.
2.6
De vrouw heeft op grond van het vorenstaande en nog stellende dat indien de levering veel later dan 1 mei 2007 kan plaatsvinden, de koop wellicht geen doorgang kan vinden, gevorderd bij vonnis, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de vrouw te machtigen tot het te gelde maken van de voormalige echtelijke woning, staande en gelegen aan de [adres] en de daarbij behorende roerende zaken zoals – doch niet limitatief – stoffering, gordijnen, zonnescherm, waarbij deze machtiging zonder nadere voorwaarden zal zijn, althans –subsidiair- onder door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen voorwaarden, met bepaling dat dit vonnis in kort geding in de plaats zal kunnen treden van de door de man te verrichten noodzakelijke formaliteiten voor casu quo de te verlenen toestemming aan casu quo de door de man te verstrekken wilsverklaring voor casu quo de door de man te verlenen toestemming voor de verkoop van de woning, zijnde onder meer het sluiten van een onderhandse koop overeenkomst, notarieel transport respectievelijk voor de te verlijden notariële transportakte, een en ander op de voet van artikel 3:300 lid 1 en 2 BW;
2. de man te bevelen de woning niet meer te betreden en uiterlijk op 8 mei 2007 aan de makelaar de sleutels van de woning ter beschikking te stellen en aan dit bevel een dwangsom te verbinden van € 1.000,-- per dag dat de man aan dit bevel geen gehoor zal geven met een maximum van € 50.000,--;
3. te bevelen dat de lasten van de woning ná 1 mei 2007 geheel ten laste van de man komen en te bevelen dat de notariskosten ad € 520,63 die gemaakt zijn teneinde een notariële volmacht te verkrijgen, verrekend worden met het winstdeel van de man na verkoop van de woning;
4. de man te veroordelen in de kosten van deze procedure, eventuele beslagkosten daaronder, te voldoen binnen veertien dagen na deze uitspraak, en, indien voldoening binnen die termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na deze uitspraak;
5. de man te veroordelen in de nakosten tot een bedrag van € 131,-- indien er geen betekening van de uitspraak plaatsvindt, dan wel een bedrag van € 199,-- indien er wel betekening van de uitspraak plaatsvindt.
2.7
De man weerspreekt de vorderingen