ECLI:NL:RBMAA:2007:BA3808
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Becker-Hartenhof
- C.M.J. van den Acker
- W.A.P. Hillen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vordering tot verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 9 maart 2007 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de terbeschikkingstelling met voorwaarden was opgelegd vóór de wetswijziging van 1 juli 2005. De rechtbank overweegt dat er geen overgangsrecht van toepassing is en dat de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden is doorgelopen, ook gedurende de tijd dat de terbeschikkinggestelde in voorarrest zat voor een nieuw delict. Dit voorarrest heeft geen opschortende werking op de termijn van terbeschikkingstelling, die begon op de dag dat de rechterlijke uitspraak onherroepelijk werd. De officier van justitie had zijn vordering tot verlenging niet tijdig ingediend, aangezien deze na afloop van de gestelde termijn was ingediend. De rechtbank concludeert dat de vordering van de officier van justitie niet binnen een redelijke termijn na afloop van de terbeschikkingstelling is gedaan, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank ook heeft gekeken naar de adviezen van Reclassering Nederland en een psychiater, alsook naar eerdere jurisprudentie met betrekking tot de terbeschikkingstelling.