ECLI:NL:RBMAA:2007:BA2285

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
20 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/700634-06
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor gewapende overval en pogingen daartoe

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 20 februari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een serie gewapende overvallen en pogingen daartoe. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 en 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade samen met anderen een beurs, mobiele telefoons en andere goederen heeft weggenomen, waarbij geweld en bedreiging met een vuurwapen zijn gebruikt. Het verweer van de raadsman dat er sprake was van vrijwillige terugtred werd door de rechtbank gemotiveerd verworpen. De rechtbank oordeelde dat de toepassing van het minderjarigenstrafrecht niet aan de orde was, gezien de indruk van de persoonlijkheid van de verdachte en de omstandigheden van de feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, het persoonlijk leed van de slachtoffers en de maatschappelijke onrust die door het gewelddadige karakter van de feiten is veroorzaakt. De verdachte is als verminderd toerekeningsvatbaar aangemerkt, maar dit had geen invloed op de op te leggen straf. De rechtbank heeft de verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd voor de proeftijd, waaronder het naleven van richtlijnen van de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700634-06
Datum uitspraak: 20 februari 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 februari 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortedatum en plaats verdachte],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Vught, Vosseveld 2 Huis van Bewaring Regulier te Vught.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, verdachte, op of omstreeks 6 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op de openbare weg, de Voccartstraat en/of de Pricksteenweg en/of de Nieuwstraat, in elk geval op een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een beurs met inhoud en/of een GSM van het merk Motorola en/of een GSM van het merk Nokia en/of een tas met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of aan [naam slachtoffer 2], in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of
aan zijn, verdachtes, mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of tegen voornoemde [naam slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
- voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of voornoemde [naam slachtoffer 2] heeft/hebben achtervolgd en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of aan voornoemde [naam slachtoffer 2] en/of
- de slede van dat/een vuurwapen, althans dat/een op een vuurwapend gelijkend voorwerp, naar achteren heeft/hebben getrokken en/of
- dat/een vuurwapen, althans dat/een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd, in elk geval op het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of tegen voornoemde [naam slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "Geld hier" en/of "Geld raus", althans woorden van gelijke dreigende/dwingende aard of strekking, en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 1] in/aan zijn kleding heeft/hebben onderzocht en/of
- tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Ga lopen", althans woorden van gelijke dreigende/dwingende aard of strekking, en/of
- (vervolgens) met een vuurwapen een schot heeft/hebben afgevuurd;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij, verdachte, op of omstreeks 6 november 2006 in de gemeente Kerkrade, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of voornoemde [naam slachtoffer 2] een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gericht op het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of voornoemde [naam slachtoffer 2] en/of voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of voornoemde [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Geld raus" en/of "und jetzt geld" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij, verdachte, op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op of aan de openbare weg, de Dir. Petersstraat en/of de Hertogenlaan en/of de Dir. Jansenstraat en/of de Onze Lieve Vrouwestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan een tot nogtoe onbekend gebleven persoon, in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde tot nogtoe onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
- (telefonisch) een afspraak met die onbekend gebleven persoon heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) heeft/hebben begeven naar de afgesproken ontmoetingsplaats en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn/hun broeksband heeft/hebben gestoken, althans heeft/hebben gedragen/meegenomen en/of
- (een) bivakmuts(en) heeft meegenomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij, verdachte, op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op of aan de openbare weg, de Dir. Petersstraat en/of de Hertogenlaan en/of de Dir. Jansenstraat en/of de Onze Lieve Vrouwestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een tot nogtoe onbekend gebleven persoon te dwingen tot de afgifte van (een) goeder(en) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan die tot nogtoe onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) met een of meer van zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk,
- (telefonisch) een afspraak met die tot nogtoe onbekend gebleven persoon heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) heeft/hebben begeven naar de afgesproken ontmoetingsplaats en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn/hun broeksband heeft/hebben gestoken, althans heeft gedragen/meegenomen en/of
- (een) bivakmuts(en) heeft/hebben meegenomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij, verdachte, op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op of aan de openbare weg, de Dir. Petersstraat en/of de Hertogenlaan en/of de Dir. Jansenstraat en/of de Onze Lieve Vrouwestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf om op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, - met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan een tot nogtoe onbekend gebleven persoon, in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde tot nogtoe onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren , opzettelijk een personenauto en/of (een) mobiele telefoon(s) (GSM('s)) en/of (een) vuurwapen(s), in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) en/of (een) bivakmuts(en),
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
of
hij, verdachte, op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op of aan de openbare weg, de Dir. Petersstraat en/of de Hertogenlaan en/of de Dir. Jansenstraat en/of de Onze Lieve Vrouwestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf om op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, - met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een tot nogtoe onbekend gebleven persoon te dwingen tot de afgifte van (een) goeder(en) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan die tot nogtoe onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s), opzettelijk een personenauto en/of (een) mobiele telefoon(s) (GSM('s)) en/of (een) vuurwapen(s), in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) en/of (een) bivakmuts(en), kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of
ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
3.
hij, verdachte, op of omstreeks 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, een wapen van categorie III onder 1, te weten een gaspistool met opschrift(en) "FN Browning, MOD. GPDA 9., Cal. 9mm P.A.K., Umarex-Lizenzfertigung, C 063203368.", en/of munitie van categorie III, te weten 3 knalpatronen, kaliber 9mm. P.A.Knall, bodemstempel: UMA 9mm P.A.Knall." en/of 4 CS-patronen, kaliber 9mm P.A.CS, bodemstempel: 9mm P.A.CS PTS", voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
4.
hij, verdachte, op of omstreeks 25 november 2006 in de gemeente Kerkrade een wapen van categorie I onder 7°, te weten een gasdrukpistool/imitatiepistool met opschrift(en) ""BABY" Desert Eagle", zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn vorm, afmeting en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
5.
hij, verdachte, op of omstreeks 25 november 2006 in de gemeente Kerkrade munitie van categorie III, te weten 6 knalpatronen, kaliber 9mm Knall, bodemstempel: UMA 9mm P.A.Knall. en/of 4 CS-gaspatronen, kaliber 9mm P.A.CS, bodemstempel 9mm P.A.CS PTS, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
6.
hij, verdachte, op of omstreeks 5 november 2006 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan (een) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en), te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk
- een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op voornoemd(e) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en), welke voornoemd(e) perso(o)n(en) waren gezeten in een personenauto en/of
- tegen voornoemd(e) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)nen) op dreigende/dwingende toon heeft/hebben gezegd/geschreeuwd/geroepen: "Geld, Geld", in elk geval woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- met een vuurwapen (een) schot(en) heeft/hebben afgevuurd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij, verdachte, op of omstreeks 5 november 2006 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (een) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en) te dwingen tot de afgifte van (een) goeder(en) en/of geld van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan die tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte en/of aan zijn, verdachtes, mededader(s) met een of meer van zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk,
- een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op voornoemd(e) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)n(en), welke voornoemd(e) perso(o)n(en) waren gezeten in een personenauto en/of
- tegen voornoemd(e) tot nogtoe onbekend gebleven perso(o)nen) op dreigende/dwingende toon heeft/hebben gezegd/geschreeuwd/geroepen: "Geld, Geld", in elk geval woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- met een vuurwapen (een) schot(en) heeft/hebben afgevuurd;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5, en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1. primair
hij op 6 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op de openbare weg, de Voccartstraat en/of de Pricksteenweg en/of de Nieuwstraat, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een beurs met inhoud en een GSM van het merk Motorola en een GSM van het merk Nokia en een tas met inhoud, toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of aan [naam slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of tegen voornoemde [naam slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij en/of zijn mededaders
- voornoemde [naam slachtoffer 1] en voornoemde [naam slachtoffer 2] hebben achtervolgd en
- een vuurwapen heeft/hebben getoond aan voornoemde [naam slachtoffer 1] en aan voornoemde [naam slachtoffer 2] en
- de slede van dat vuurwapen naar achteren heeft/hebben getrokken en
- dat vuurwapen op het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en gericht gehouden en
- tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] en tegen voornoemde [naam slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "Geld hier" en/of "Geld raus", en
- voornoemde [naam slachtoffer 1] in zijn kleding heeft/hebben onderzocht en
- tegen voornoemde [naam slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: "Ga lopen", en
- vervolgens met een vuurwapen een schot heeft/hebben afgevuurd;
2. primair
hij op 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, op de openbare weg, de Dir. Petersstraat en/of de Hertogenlaan en/of de Dir. Jansenstraat en/of de Onze Lieve Vrouwestraat, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld, toebehorende aan een tot nog toe onbekend gebleven persoon, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde tot nog toe onbekend gebleven persoon, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken met zijn mededaders, met voornoemd oogmerk
- telefonisch een afspraak met die onbekend gebleven persoon heeft/hebben gemaakt en
- zich vervolgens heeft/hebben begeven naar de afgesproken ontmoetingsplaats en
- een vuurwapen heeft/hebben meegenomen;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 7 november 2006 in de gemeente Kerkrade, een wapen van categorie III onder 1, te weten een gaspistool met opschrift(en) "FN Browning, MOD. GPDA 9., Cal. 9mm P.A.K., Umarex-Lizenzfertigung, C 063203368.", en munitie van categorie III, te weten 3 knalpatronen, kaliber 9mm. P.A.Knall, bodemstempel: UMA 9mm P.A.Knall." en 4 CS-patronen, kaliber 9mm P.A.CS, bodemstempel: 9mm P.A.CS PTS", voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 25 november 2006 in de gemeente Kerkrade een wapen van categorie I onder 7°, te weten een gasdrukpistool/imitatiepistool met opschrift "BABY" Desert Eagle", zijnde een voorwerp dat wat betreft zijn vorm, afmeting en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 25 november 2006 in de gemeente Kerkrade munitie van categorie III, te weten 6 knallpatronen, kaliber 9mm Knall, bodemstempel: UMA 9mm P.A.Knall. en 4 CS-gaspatronen, kaliber 9mm P.A.CS, bodemstempel 9mm P.A.CS PTS, voorhanden heeft gehad;
6. primair
hij op 5 november 2006 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld, toebehorende aan tot nog toe onbekend gebleven personen, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde tot nog toe onbekend gebleven personen, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken, met zijn mededaders met voornoemd oogmerk
- een vuurwapen heeft/hebben gericht op voornoemd(e) tot nog toe onbekend gebleven
personen, welke personen waren gezeten in een personenauto en
- tegen voornoemde tot nog toe onbekend gebleven personen op dreigende toon heeft/hebben geschreeuwd: "Geld, Geld", en
- met een vuurwapen schoten heeft/hebben afgevuurd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde onder 2 en 6 van de tenlastelegging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde ten verwere aangevoerd dat sprake is geweest van vrijwillige terugtred. Dit verweer faalt, waartoe de rechtbank het volgende overweegt.
Uitgangspunt bij de beoordeling van bedoeld verweer is dat de niet-voltooiing van het ten laste gelegde feit redelijkerwijs moet kunnen worden toegerekend aan van de wil van de verdachte afhankelijke omstandigheden.
Uit de door medeverdachte [naam medeverdachte 1] alsmede medeverdachte [naam medeverdachte 2] bij de politie afgelegde verklaringen blijkt dat [naam medeverdachte 2], nadat [naam medeverdachte 3] tegen [naam medeverdachte 2] had gezegd dat hij niet wilde en bang was, naar verdachte [naam verdachte], [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] is gelopen.
Dienaangaande heeft [naam medeverdachte 1] verklaard:
“Na enige tijd kwam [naam medeverdachte 4] naar ons toe en zei dat [naam medeverdachte 3] niet meer durfde. [naam medeverdachte 4] verplichte ons om [naam medeverdachte 3] onder druk te zetten.”
[naam medeverdachte 3] heeft daarna met zijn mobiele telefoon gebeld met verdachte [naam verdachte]. Hij verklaart:
“Toen ik in de richting van die Duitse man liep, voelde ik dat het niet goed zou gaan en wilde ik ook niet meer. Ik pakte toen mijn mobiele telefoon (…). Ik belde toen naar [naam verdachte] om te zeggen dat ik niet wilde en dat ik voelde dat het fout zou gaan. Ik zag toen ook dat [naam verdachte],[naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] over de O.L. Vrouwestraat liepen en niet zoals vooraf afgesproken de trappen vanaf de O.L. Vrouwestraat richting parkeerplaats opliepen doch rechtdoor over de O.L. Vrouwstraat liepen.”
[naam medeverdachte 1] op heeft 10 december 2006 bij de politie verklaard:
“Omdat ik [naam medeverdachte 3] (zijnde [naam medeverdachte 3], toevoeging Rb.) echter niet zag en ook niet meer wist of iedereen het plan wilde uitvoeren, zag ik er samen met[naam verdachte] en [naam medeverdachte 3] van af om de Duitser te overvallen.”
Uit het vorenstaande, met name het gegeven dat [naam medeverdachte 3] meerdere malen kenbaar heeft gemaakt dat hij niet meer wilde en dat hij bang was, concludeert de rechtbank dat de wil van (onder andere) verdachte [naam verdachte] om terug te treden kennelijk geforceerd was door de omstandigheid dat [naam medeverdachte 3], die een essentiële rol had in de uitvoering van de beroving van de Duitser, niet meer wilde meewerken. Onder de gegeven omstandigheden kan om die reden naar het oordeel van de rechtbank geen sprake zijn van een vrijwillige terugtred in de zin van artikel 46b van het Wetboek van Strafrecht.
Ook ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat sprake is van vrijwillige terugtred.
Uitgangspunt bij de beoordeling van dit verweer is – naast het hiervoor reeds vermelde uitgangspunt – tevens dat de vrijwillige terugtred tijdig dient plaats te vinden, zodat deze objectief gezien nog effect kan sorteren op het voltooien van de voorgenomen overval. Van tijdige vrijwillige terugtred is naar het oordeel van de rechtbank in casu geen sprake, waartoe zij het volgende overweegt.
Vast staat dat verdachte en zijn medeverdachten naar het zogeheten hertenpark zijn gereden. Medeverdachte [naam medeverdachte 2] heeft een wapen gericht op een op de bestuurdersplaats van een auto zittende persoon en tegen de bestuurder geschreeuwd: “geld, geld.” Bovendien staat vast dat, toen de bestuurder wilde wegrijden, medeverdachte [naam medeverdachte 2] tot tweemaal toe heeft geprobeerd om de sleutel uit het contactslot van de auto te trekken, hetgeen niet lukte. Toen de bestuurder de auto voor de derde keer startte, lukte dit wel en reed hij vervolgens met hoge snelheid achteruit.
Alleen al deze omstandigheden brengen naar het oordeel van de rechtbank mee dat de niet-voltooiing van de overval niet kan worden toegerekend aan de wil van de verdachten afhankelijke omstandigheden.
Daaraan doet niet af dat verdachte daarna, samen met medeverdachte [naam medeverdachte 3], de auto op een scooter achterna is gereden en op een bepaald moment is gestopt. Zo die handelwijze al als vrijwillige terugtred kan worden aangemerkt, is deze niet tijdig geweest. Immers, op dat moment was naar het oordeel van de rechtbank een zodanig andere feitelijke situatie ontstaan dat van een vrijwillige terugtred als bedoeld in art. 46b Sr geen sprake is.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke worden gekwalificeerd als volgt.
feit 1 primair:
diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2 primair:
poging tot diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 3:
handelen in strijd met een in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
handelen in strijd met een in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 6 primair:
poging tot diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De strafbaarheid van de verdachte
Ten aanzien van de verdachte is door drs. J.A.H.M. Kobussen MBA, klinisch psycholoog BIG – psychotherapeut BIG, psychologisch onderzoek verricht en van dat onderzoek heeft genoemde psycholoog een rapport, gedateerd op 29 januari 2007, opgemaakt, welk rapport vermeldt als conclusie dat onderzochte geen ziekelijke stoornis heeft, maar wel over een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens beschikt, namelijk een identiteitsstoornis, op grond waarvan hij ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
De rechtbank verenigt zich, gelet op de daarvoor gegeven gronden, geheel met de in het rapport gegeven conclusie en maakt deze mitsdien tot de hare. Er is overigens geen andere omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 2 primair en subsidiair zal worden vrijgesproken en voor de feiten onder 1 primair, 2 meer subsidiair, 3, 4, 5 en 6 primair zal veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen overeenkomstig de richtlijnen van de reclassering.
De raadsman heeft ontslag van rechtsvervolging bepleit van het onder 2 primair en subsidiair alsmede van het onder 6 primair ten laste gelegde. Wat betreft de feiten 1, 3, 4 en 5 refereert hij zich aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft voorts bepleit het minderjarigenstrafrecht ten aanzien van de verdachte toe te passen op de voet van het bepaalde in art. 77 c Sr. Subsidiair heeft de raadsman gesteld dat de door officier van justitie gevorderde straf aan de forse kant is. De raadsman heeft in dit verband verzocht de verdachte slechts een voorwaardelijke straf, al dan niet gecombineerd met een fikse taakstraf, op te leggen.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
Toepassing van het minderjarigenstrafrecht ten aanzien van de verdachte op de voet van het bepaalde in art. 77c Sr, zoals bepleit door de raadsman van verdachte, is naar het oordeel van de rechtbank niet aan de orde, nu de rechtbank daarvoor geen aanleiding ziet, gelet op de indruk van de persoonlijkheid van de verdachte die de rechtbank ter zitting heeft gekregen alsmede gelet op de omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn begaan. Hetgeen in de hiervoor bedoelde rapportage omtrent de persoon van de verdachte is gerelateerd, doet de rechtbank niet anders oordelen.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank voorts gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving;
- de mate waarin het bewezenverklaarde persoonlijk leed teweeg heeft gebracht bij de slachtoffers;
- het gewelddadig karakter van het onder 1 primair, 2 primair en 6 primair bewezenverklaarde – immers vast is komen te staan dat daarbij een vuurwapen dan wel op een vuurwapen gelijkende voorwerpen zijn gebruikt – en de maatschappelijke onrust die mede daarvan het gevolg is;
- de omstandigheid dat het onder 1 primair, 2 primair en 6 primair bewezenverklaarde gedurende een zeer korte periode, te weten op drie achtereenvolgende dagen, heeft plaatsgehad.
De vordering tot tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging alsnog van een geldboete ter hoogte van 75,00 EUR, subsidiair 1 dag jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, aan de verdachte opgelegd bij onherroepelijk vonnis van de kantonrechter te Maastricht, locatie Heerlen, d.d. 23 januari 2006, gewezen onder parketnummer 03/442598-05. De vordering voldoet aan de bij de wet gestelde eisen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte, door hetgeen thans onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 primair bewezen en strafbaar is verklaard, zich na die veroordeling en voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerlegging in de weg zouden staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 primair ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2 primair en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van DERTIG maanden;
- beveelt, dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot TIEN maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd
zal gedragen overeenkomstig de door de Reclassering Nederland, Regio Limburg,
Unit Maastricht, gevestigd te 6224 LA Maastricht, Heerderweg 25, te stellen
richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd
nodig oordeelt;
- geeft opdracht aan genoemde instelling aan de veroordeelde bij de naleving van
de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat de voorwaardelijke straf, te weten geldboete van EUR 75,00, subsidiair 1 dag hechtenis, alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. W.A.P. Hillen, voorzitter, mr. J.P.M. Schwillens en
mr. Th.A.J.M. Provaas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Schmeets, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 februari 2007, zijnde mr. J.P.M. Schwillens buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.