ECLI:NL:RBMAA:2007:AZ8316

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
2 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-700415-06
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarigen door een vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 2 januari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meermalen seksueel misbruik van zijn minderjarige dochter en haar vriendinnetje. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de slachtoffers, die op het moment van de feiten onder de twaalf jaar waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2000 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade meermalen deze handelingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat niet alle ten laste gelegde feiten bewezen konden worden, waardoor de verdachte voor een aantal beschuldigingen is vrijgesproken. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van de slachtoffers en de tijdsperiode waarin de feiten zouden hebben plaatsgevonden in overweging genomen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De verdachte is als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beoordeeld, mede door een lichte seksuele stoornis en drankmisbruik. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Tijdens deze proeftijd moet de verdachte zich houden aan de richtlijnen van de Reclassering Nederland en kan hij verplicht worden tot behandeling bij een verslavingszorginstelling. De rechtbank heeft benadrukt dat de gevolgen van seksueel misbruik voor kinderen ingrijpend zijn en dat er een noodzaak is voor een juiste normhandhaving in de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700415-06
Datum uitspraak: 2 januari 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 december 2006 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],
wonende te [adres verdachte],
thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [naam slachtoffer 1] (geboren op 4 juni 1994), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 1], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] gebracht en/of gehouden en/of die [naam slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis heeft laten aftrekken;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [naam slachtoffer 1], geboren op 4 juni 1994, bestaande die ontucht (telkens) hierin dat hij, verdachte, zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] heeft geduwd en/of gehouden en/of die [naam slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis heeft laten aftrekken en/of die [naam slachtoffer 1] (met ontbloot lichaam) op hem, verdachte (ook met ontbloot lichaam), heeft laten liggen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 21 december 2004 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1992, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens) zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of zijn, verdachtes, tong in de mond van die [naam slachtoffer 2] heeft geduwd gebracht en/of die [naam slachtoffer 2] zijn, verdachtes, penis heeft laten aftrekken;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 21 december 2004 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) met [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1992, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) te plegen, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2], (telkens) op die [naam slachtoffer 2] is gaan liggen en/of zijn, verdachtes, penis tussen de benen van die [naam slachtoffer 2] heeft gebracht/geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 21 december 2004 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1994, immers heeft hij zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of zijn, verdachtes, tong in de mond van die [naam slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of die [naam slachtoffer 2] zijn, verdachtes, penis laten aftrekken en/of die [naam slachtoffer 2] heeft gezoend/gekust e/of over de benen van die [naam slachtoffer 2] heeft gewreven;
3.
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2004 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [naam slachtoffer 2] , geboren op 22 december 1992, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of zijn, verdachtes, tong in de mond van die [naam slachtoffer 2] heeft geduwd/gebracht en/of die [naam slachtoffer 2] zijn, verdachtes, penis heeft laten aftrekken;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2004 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1992, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2], op die [naam slachtoffer 2] is gaan liggen en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, penis tussen de benen van die [naam slachtoffer 2] heeft geduwd/gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2004 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1994, immers heeft hij zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of zijn, verdachtes, tong in de mond van die [naam slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of die [naam slachtoffer 2] zijn, verdachtes, penis laten aftrekken en/of die [naam slachtoffer 2] heeft gezoend/gekust e/of over de benen van die [naam slachtoffer 2] heeft gewreven.
De vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe dat uit het dossier niet blijkt dat deze feiten zijn gepleegd in de ten laste gelegde periode, mede gelet op de verklaring van het slachtoffer [naam slachtoffer 2], dat zij pas vanaf haar twaalfde jaar, zijnde 22 december 2004, bij verdachte in huis is blijven slapen.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en onder 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 1 januari 2002 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen met [naam slachtoffer 1], geboren op 4 juni 1994, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] gebracht en/of die [naam slachtoffer 1] zijn penis laten aftrekken;
3.
hij in de periode van 22 december 2004 tot en met 1 maart 2006 in de gemeente Kerkrade, meermalen met [naam slachtoffer 2], geboren op 22 december 1992, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn tong in de mond van die [naam slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of die [naam slachtoffer 2] zijn penis laten aftrekken.
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en onder 3 primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
Ten aanzien van feit 1 primair:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3 primair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
De strafbaarheid van de verdachte
In het rapport van drs. J.F.G.M. van Nunen, klinisch psycholoog, van 29 november 2006 wordt – zakelijk weergegeven – de volgende conclusie getrokken.
“Bij betrokkene is sprake van een lichte seksuele stoornis in de zin van een erectiestoornis en er is drankmisbruik. Er is verder geen sprake van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld en er is geen persoonlijkheidsstoornis.
(…)
Onder invloed van drank waardoor de impulscontrole verminderd was heeft betrokkene, bij wie sprake is van een zekere seksuele problematiek in de zin van seksuele faalangst ten aanzien van volwassen vrouwen en een daarmee waarschijnlijk verband houdende erectiestoornis zich seksueel vergrepen aan zijn minderjarige dochter en haar vriendinnetje. In het contact met die twee jonge meisjes was er geen sprake van seksuele faalangst of onzekerheid, hoefde hij zich in zijn gevoel niet te bewijzen.
Voor het aan hem ten laste gelegde kan hij naar mening van onderzoeker op grond van de beschreven seksuele problematiek als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd worden.”
De rechtbank verenigt zich, gelet op de daarvoor aangegeven gronden geheel met de in het rapport gegeven conclusie en maakt deze mitsdien tot de hare.
Er is verder geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1 primair, 2 primair en 3 primair zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft bepleit dat er geen bewijs voorhanden is voor het onder 1 primair en subsidiair en het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde. Daarnaast heeft de raadsman verzocht om aan verdachte een lagere straf op te leggen dan die welke door de officier van justitie is gevorderd.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving;
- de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder is veroordeeld;
- de mate waarin het bewezenverklaarde persoonlijk leed teweeg heeft gebracht bij de slachtoffers;
- de maatschappelijke onrust die het gevolg is van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank is er bij het bepalen van de strafmaat van uit gegaan dat er, gelet op voormelde bewijsmiddelen, enkel op één avond (zoals [naam slachtoffer 2] in haar eerste verklaring vertelt) diverse spelletjes zijn gespeeld naar aanleiding waarvan seksuele handelingen zijn gepleegd zoals die onder meer in de bewezenverklaring van de feiten onder 1 primair en 3 primair zijn opgenomen.
De rechtbank neemt nog in het bijzonder in aanmerking dat het een feit van algemene
bekendheid is dat de nadelige gevolgen voor kinderen die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik, zowel in psychische als lichamelijke zin, doorgaans ingrijpend zijn. Zulks klemt temeer, nu het misbruik door verdachte niet alleen heeft plaatsgevonden in familiekring, in zijn hoedanigheid van vader van een van de slachtoffers, maar ook ten opzichte van een kind dat tijdens een logeerpartij aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd.
Met het naast een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opleggen van een voorwaardelijke vrijheidsstraf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht, anderzijds beoogt deze straf het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. De rechtbank zal daarbij als bijzondere voorwaarde stellen dat de verdachte gedurende de proeftijd zich zal gedragen overeenkomstig de door of vanwege de Reclassering Nederland, Regio Limburg, Unit Maastricht te stellen richtlijnen, ook als die inhouden een behandeling bij de ambulante verslavingszorg van de Mondriaan Zorggroep en/of een behandeling bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek van de Horst te Sittard, zolang deze instelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt. De rechtbank zal de duur van de proeftijd daarbij stellen op drie jaar, gelet op de te verwachten lange duur van de behandeling van verdachte. Tevens zal de rechtbank genoemde instelling opdracht geven hulp en steun aan de veroordeelde te verlenen bij de naleving van bedoelde voorwaarden.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair en onder 3 primair ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en onder 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 24 maanden;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- beveelt, dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot 6 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit of niet is nagekomen de hierna te noemen bijzondere voorwaarde, waarvoor de proeftijd wordt gesteld op drie jaren;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen overeenkomstig de door de Reclassering Nederland, Regio Limburg, Unit Maastricht, gevestigd te 6224 LA Maastricht, Heerderweg 25, te stellen richtlijnen, ook als die inhouden een behandeling bij de ambulante verslavingszorg van de Mondriaan Zorggroep en/of een behandeling bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek van de Horst te Sittard, zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- geeft opdracht aan genoemde instelling aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.E. Kramer, voorzitter, mr. W.A.P. Hillen en mr. I.M.T Wijnands, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.P.J.M. Vugs, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 januari 2007.