ECLI:NL:RBMAA:2006:AZ0576
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Oosterman-Meulenbeld
- Rechtspraak.nl
Vervroegde uittreding en de toepassing van de FPU-regeling voor ambtenaren geboren na 1949
In deze zaak vorderde eiser, geboren voor 1 januari 1951, een verklaring voor recht dat hij met ingang van 7 december 2005 recht heeft op vervroegde uittreding en de bijbehorende uitkering op basis van de Flexibele Pensioen Uitkering (FPU)-regeling. Eiser werkte sinds 1968 bij de overheid en had in 2005 de FPU-regeling, die na 1 januari 2006 niet meer van toepassing was voor personen geboren na 1949. Eiser had het ABP in juli 2005 verzocht om een opgave van de te verwachten FPU-uitkering bij vervroegd uittreden per 1 januari 2006, maar kreeg te horen dat de regeling voor hem niet meer zou gelden. Eiser stelde dat hij recht had op de FPU-regeling omdat zijn recht was ontstaan op het moment dat hij 55 jaar werd, en dat het niet redelijk was om hem de toepassing van de regeling te ontzeggen.
De kantonrechter oordeelde dat de FPU-regeling per 1 januari 2006 was afgeschaft voor personen geboren na 1949, en dat eiser niet in aanmerking kwam voor de regeling omdat hij geen lopende FPU-uitkering had vóór deze datum. De rechter wees erop dat de regeling geen onherroepelijke rechten verleende aan ambtenaren en dat de administratieve regels niet onredelijk waren. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartij.
De uitspraak benadrukt de gevolgen van de Wet VPL, die de fiscale behandeling van VUT- en prepensioenregelingen wijzigde, en de overgangsmaatregelen die voor oudere werknemers golden. De rechter concludeerde dat er geen onvoorziene omstandigheden waren die de toepassing van de FPU-regeling in dit geval rechtvaardigden, en dat eiser niet kon profiteren van de regeling die was afgeschaft voor zijn geboortedatum.