RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummers: 03/700049-05 en 03/700812-05
Datum uitspraak: 12 september 2006
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 augustus 2006 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortedatum en plaats verdachte],
wonende te [adres verdachte]
De bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 ten laste gelegd dat
dat hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 16 oktober 2004 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1], met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] te dwingen iets te doen en/of niet te doen en/of te dulden dan wel vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte (telkens) tegen de wil van die [naam slachtoffer 1] in de genoemde periode
- aan [naam slachtoffer 1] een brief of meerdere brieven geschreven met pornografische teksten en pornografische afbeeldingen met als tekst dat de briefschrijver seks met de geadresseerde wilde hebben en/of
- [naam slachtoffer 1] meermalen opgebeld zonder zijn, verdachtes, (echte) naam bekend te maken, al dan niet onder verwijzing naar de omschreven brief / brieven en al dan niet met seksueel getinte voorstellen;
dat hij in of omstreeks de periode van 12 juli 2000 tot en met 24 oktober 2004 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 2],met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] te dwingen iets te doen en/of niet te doen en/of te dulden dan wel vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte (telkens) tegen de wil van die [naam slachtoffer 2] in de genoemde periode
- aan [naam slachtoffer 2] een brief of meerdere brieven geschreven met pornografische teksten en pornografische afbeeldingen met als tekst dat de briefschrijver seks met de geadresseerde wilde hebben en/of
- [naam slachtoffer 2] meermalen opgebeld zonder zijn, verdachtes, (echte) naam bekend te maken, al dan niet onder verwijzing naar de omschreven brief / brieven en al dan niet met seksueel getinte voorstellen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2005 tot en met 29 april 2005 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 3], met het oogmerk die [naam slachtoffer 3] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, voornoemde [naam slachtoffer 3] meermalen (telkens) opgebeld en/of bij de (gemeenschappelijke) (toegangs)deur van het appartement van voornoemde [naam slachtoffer 3] aangebeld en/of via de intercom contact gezocht met
voornoemde [naam slachtoffer 3] en/of meermalen (telkens) (een) brief/brieven en/of (een) (pornografische) foto('s) en/of (een) (pornografische) afbeelding(en) toegezonden aan voornoemde [naam slachtoffer 3];
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2005 tot en met 29 april 2005 in de gemeente Heerlen en/of Kerkrade, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) (pornografische) afbeelding(en) en/of foto('s) (houdende onder meer afbeeldingen en/of foto's van seksueel verkeer tussen man en vrouw) aan [naam slachtoffer 3], anders dan op dier verzoek, heeft toegezonden, terwijl hij, verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat die afbeelding(en) en/of foto('s) aanstotelijk voor de eerbaarheid was/waren.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 primair is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan derhalve worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 juli 2003 tot en met 16 oktober 2004 in de gemeente Kerkrade wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 1], met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] vrees aan te jagen, immers heeft hij tegen de wil van die [naam slachtoffer 1] in de genoemde periode
- aan [naam slachtoffer 1] een brief geschreven met pornografische teksten en pornografische afbeeldingen en met als tekst dat de briefschrijver seks met de geadresseerde wil hebben en
- [naam slachtoffer 1] meermalen opgebeld zonder zijn naam bekend te maken en onder verwijzing naar de omschreven brief en/of met seksueel getinte voorstellen;
dat hij in de periode van 12 juli 2000 tot en met 24 oktober 2004 in de gemeente Kerkrade wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer 2], met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] vrees aan te jagen, immers heeft hij tegen de wil van die [naam slachtoffer 2] in de genoemde periode
- aan [naam slachtoffer 2] een brief geschreven met pornografische teksten en pornografische afbeeldingen met als tekst dat de briefschrijver seks met de geadresseerde wil hebben en
- [naam slachtoffer 2] meermalen opgebeld zonder zijn naam bekend te maken en/of onder verwijzing naar de omschreven brief en/of met seksueel getinte voorstellen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 27 april 2005 tot en met 29 april 2005 in de gemeente Heerlen meermalen een pornografische afbeelding (onder meer een afbeelding van seksueel verkeer tussen man en vrouw) aan [naam slachtoffer 3], anders dan op dier verzoek, heeft toegezonden, terwijl hij, verdachte wist dat die afbeelding aanstotelijk voor de eerbaarheid was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
PM
Het in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 bewezen verklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
Het in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 bewezen verklaarde levert op het strafbare feit dat moet worden gekwalificeerd als volgt.
Terwijl hij weet dat een afbeelding aanstotelijk is voor de eerbaarheid, die
afbeelding aan iemand, anders dan op diens verzoek, toezenden, in voortgezette handeling meermalen gepleegd
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf en maatregel
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en de in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 subsidiair ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht met een proeftijd van drie jaren. De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en verzocht om een eventuele straf geheel voorwaardelijk op te leggen.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en door en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf en maatregel het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een voorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Daarbij is rekening gehouden met het volgende. Verdachte heeft een drietal bejaarde vrouwen een uitvoerige, door hem geschreven brief met daarin expliciete seksuele voorstellen doen toekomen.
Bij deze brieven heeft hij pornografische afbeeldingen en foto’s van zijn geslachtsdeel gevoegd. Daarnaast heeft hij herhaaldelijk telefonisch contact opgenomen met deze vrouwen, waarbij hij zijn naam niet bekend heeft gemaakt en hij seksuele voorstellen heeft gedaan. Verdachte heeft twee van deze vrouwen gedurende een periode van ruim een jaar respectievelijk vier jaren op een dergelijke wijze telefonisch lastig gevallen.
Het handelen van de verdachte heeft grote gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij de slachtoffers. Dit rekent de rechtbank de verdachte zeer zwaar aan, temeer gezien de zeer kwetsbare positie waarin deze vrouwen verkeerden. Daarbij heeft de verdachte geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.
Ten voordele van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de omstandigheid dat hij nog niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld en dat hij zijn medewerking verleent aan een behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek waarmee herhaling van het plegen door de verdachte van soortgelijke strafbare feiten wordt beoogd te voorkomen.
Bij gelegenheid van het onderzoek naar het misdrijf waarvoor de verdachte is vervolgd, zijn de in de beslissing als zodanig te noemen voorwerpen in beslag genomen. Zij behoren aan de verdachte toe, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De op de ter terechtzitting overgelegde beslaglijst onder volgnummer 2 opgenomen brieven en pornografische afbeeldingen zijn naar het oordeel van de rechtbank van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan door de verdachte in strijd is met het algemeen belang. Uit de aard van deze voorwerpen volgt dat zij kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven. Deze voorwerpen zullen daarom aan het verkeer worden onttrokken. Ten aanzien van de overige voorwerpen zal de rechtbank teruggave aan de verdachte gelasten.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 56, 57, 36b, 36d, 240, 285b van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 subsidiair ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700049-05 onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700812-05 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van zes maanden;
- beveelt dat de opgelegde gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit dan wel de volgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de proeftijd zich zal gedragen overeenkomstig de door of vanwege de Reclassering Nederland, Regio Limburg, Unit Maastricht, gevestigd te 6224 LA Maastricht aan de Heerderweg 25, te stellen richtlijnen zolang deze reclasseringsinstelling zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- geeft aan voornoemde instelling opdracht aan de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomene, te weten:
20300112921 2 1.00 STK Papier
-
pakket brieven en pornografische afbeeldingen;
- gelast de teruggave aan de verdachte van het inbeslaggenomene, te weten:
20300112921 4 2.00 STK Papier
-
schrijven van firma Eijfferts;
20300112921 5 1.00 STK Fototoestel Kl:zwart
-
POLAROID Impulse;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. F.M. van Maanen Winters, voorzitter, mr. M.E. Kramer en mr. W.A.P. Hillen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. Zuiderbaan, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2006, zijnde mr. M.E. Kramer buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.