RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummers: 03/005584-04 en 03/610378-05
Datum uitspraak: 16 augustus 2006
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 augustus 2006 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],
wonende te [adres verdachte].
De bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat
1.
dat hij in de periode van oktober 2001 tot en met juli 2004 op of omstreeks na te noemen tijdstippen, respectievelijk in na te noemen tijdvakken in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander/anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van de daarbij genoemde geldbedragen, door vals, listig en bedrieglijk via een internetveilingsite zich aan die personen voor te doen als bonafide aanbieder van goederen op die veilingsite die na betaling van de door die personen van hem op die veilingsite gekochte goederen die goederen aan die kopers zou leveren, te weten heeft hij aldus
op of omstreeks 23 april 2003, in elk geval in of omstreeks de maand april 2003, [naam slachtoffer 1] en/althans [naam slachtoffer 2] (wonende te [adres slachtoffer 2]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 465,- althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een beeldscherm;
in of omstreeks de maand mei 2003 [naam slachtoffer 3] (wonende te [adres slachtoffer 3]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 1.000,-, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van twee laptops;
in of omstreeks de maand april 2003 [naam slachtoffer 4] (wonende te [adres slachtoffer 4]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 250,-, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera met memorycard en lederen tasje;
op of omstreeks 30 april 2003 in elk geval in of omstreeks de maand april 2003 [naam slachtoffer 5] (wonende te [adres slachtoffer 5]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 225,12 of daaromtrent, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera;
op of omstreeks 30 april 2003, in elk geval in of omstreeks de maand april 2003 [naam slachtoffer 6] (wonende te [adres slachtoffer 6]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 240,- althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera met extra geheugenkaart en tasje;
op of omstreeks 1 mei 2003 in elk geval in of omstreeks de maand mei 2003 [naam slachtoffer 7]
(wonende te [adres slachtoffer 5]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 159,70, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
op of omstreeks 4 mei 2003 in elk geval in of omstreeks de maand mei 2003 [naam slachtoffer 8] (wonende te [adres slachtoffer 8]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 510,12 of daaromtrent, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een notebookcomputer;
op of omstreeks 23 april 2003 in elk geval in of omstreeks de maand april 2003 [naam slachtoffer 9] (wonende te [adres slachtoffer 9]) bewogen tot afgifte via bankovermaking van Euro 215,-, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera;
op of omstreeks 1 november 2001 in elk geval in of omstreeks de maand november 2001 [naam slachtoffer 10] (wonende te [adres slachtoffer 10]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van hfl. 2250, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van vijf mobiele telefoons;
op of omstreeks 20 maart 2004 in elk geval in of omstreeks de maanden maart/april 2004 [naam slachtoffer 11] (wonende te [adres slachtoffer 11]) bewogen tot afgifte van euro 170,- althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera;
op of omstreeks 22 april 2004 in elk geval in of omstreeks de maand april 2004 [naam slachtoffer 12] (wonende te [adres slachtoffer 12]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 150,-, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
op of omstreeks 14 mei 2004 in elk geval in of omstreeks de maand mei 2004 [naam slachtoffer 13] (wonende te [adres slachtoffer 13]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 650,-, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een laptop;
op of omstreeks 28 juli 2004, in elk geval in of omstreeks de maand juli 2004 [naam slachtoffer 14] (wonende te [adres slachtoffer 14]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 155,50, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
2.
dat hij in of omstreeks de maand mei 2004 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander/anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid [naam slachtoffer 15] (wonende te [adres slachtoffer 15]) via een door hem, verdachte, gebruikte website heeft bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 175,- althans enig geldbedrag, door vals, listig en bedrieglijk zich aan die persoon voor te doen als bonafide aanbieder van goederen die na betaling van de door die persoon van hem via die website gekochte goederen die goederen aan die persoon zou leveren, te weten een mobiele telefoon met toebehoren;
3.
dat hij in de periode van maart 2004 tot en met september 2004 op of omstreeks na te noemen tijdstippen, respectievelijk in na te noemen tijdvakken in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander/anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid na te noemen personenheeft bewogen tot de afgifte van de daarbij genoemde geldbedragen, door vals, listig en bedrieglijk via een internetveilingsite zich aan die personen voor te doen als bonafide aanbieder van goederen op die veilingsite die na betaling van de door die personen van hem op die veilingsite gekochte goederen die goederen aan die kopers zou leveren, te weten heeft hij aldus
- in of omstreeks de maand maart 2004 [naam slachtoffer 16] (wonende te [adres slachtoffer 16]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van euro 180,50, althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale camera;
- op of omstreeks 16 september 2004 in elk geval in of omstreeks de maand september 2004 [naam slachtoffer 17] (wonende te [adres slachtoffer 17]) bewogen tot afgifte van euro 185,- althans enig geldbedrag, voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/610378-05 ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks de periode van 28 september 2004 tot en met 12 januari 2005,in de gemeente Medemblik en/of te Hoensbroek in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [naam slachtoffer 18] heeft bewogen tot de afgifte via bankoverboeking van 230 Euro, althans enig geldbedrag voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een GSM, door vals, listig en bedriegelijk via de website marktplaats.nl zich aan die [naam slachtoffer 18] voor te doen als bonafide aanbieder van een GSM die na betaling van de GSM deze aan [naam slachtoffer 18] zou leveren;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2005 tot en met 8 maart 2005, in de gemeente Duiven en/of te Hoensbroek in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [naam slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte via bankoverboeking van 211,50 Euro, althans enig geldbedrag voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een beeldscherm, door vals, listig en bedrieglijk via de website www.speurders.nl en in e-mails zich aan die [naam slachtoffer 19] voor te doen als bonafide aanbieder van een beeldscherm die na betaling van dat beeldscherm deze aan [naam slachtoffer 19] zou leveren.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
dat hij in de periode van november 2001 tot en met juli 2004 op of omstreeks na te noemen tijdstippen, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van de daarbij genoemde geldbedragen, door vals, listig en bedrieglijk via een internet veilingsite zich aan die personen voor te doen als bonafide aanbieder van goederen op die veilingsite die na betaling van de door die personen van hem op die veilingsite gekochte goederen die goederen aan die kopers zou leveren, te weten heeft hij aldus
op 23 april 2003 [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] (wonende te [adres slachtoffer 2]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 465,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een beeldscherm;
in de maand mei 2003 [naam slachtoffer 3] (wonende te [adres slachtoffer 3]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 1.000,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van twee laptops;
in de maand april 2003 [naam slachtoffer 4] (wonende te [adres slachtoffer 4]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 250,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera met memorycard en lederen tasje;
in of omstreeks de maand april 2003 [naam slachtoffer 5] (wonende te [adres slachtoffer 5]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 225,12 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera;
op 30 april 2003 [naam slachtoffer 6] (wonende te [adres slachtoffer 6]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 240,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera met extra geheugenkaart en tasje;
omstreeks 1 mei 2003 [naam slachtoffer 7] (wonende te [adres slachtoffer 7]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 159,70 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
op 4 mei 2003 in elk geval in of omstreeks de maand mei 2003 [naam slachtoffer 8] (wonende te [adres slachtoffer 8]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 510,12 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een notebook-computer;
omstreeks 23 april 2003 [naam slachtoffer 9] (wonende te [adres slachtoffer 9]) bewogen tot afgifte via bankovermaking van € 215,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera;
in de maand november 2001 [naam slachtoffer 10] (wonende te [adres slachtoffer 10]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van ƒ 2250,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van vijf mobiele telefoons;
op 22 april 2004 [naam slachtoffer 12] (wonende te [adres slachtoffer 12]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 150,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
op 14 mei 2004 [naam slachtoffer 13] (wonende te [adres slachtoffer 13]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 650,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een laptop;
op 28 juli 2004, [naam slachtoffer 14] (wonende te [adres slachtoffer 14]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 155,50 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een mobiele telefoon;
2.
dat hij in de maand mei 2004 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid [naam slachtoffer 15] (wonende te [adres slachtoffer 15]) via een door hem, verdachte, gebruikte website heeft bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 175,- door vals, listig en bedrieglijk zich aan die persoon voor te doen als bonafide aanbieder van goederen die na betaling van de door die persoon van hem via die website gekochte goederen die goederen aan die persoon zou leveren, te weten een mobiele telefoon met toebehoren;
3.
dat hij in de periode van maart 2004 tot en met september 2004 op of omstreeks na te noemen tijdstip, respectievelijk in na te noemen tijdvak in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van de daarbij genoemde geldbedragen, door vals, listig en bedrieglijk via een internetveiling site zich aan die personen voor te doen als bonafide aanbieder van goederen op die veilingsite die na betaling van de door die personen van hem op die veilingsite gekochte goederen die goederen aan die kopers zou leveren, te weten heeft hij aldus
- in de maand maart 2004 [naam slachtoffer 16] (wonende te [adres slachtoffer 16]) bewogen tot afgifte via bankoverboeking van € 180,50 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale camera;
- op 16 september 2004 [naam slachtoffer 17] (wonende te [adres slachtoffer 17]) bewogen tot afgifte van € 185,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een digitale fotocamera.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/610378-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 28 september 2004 tot en met 12 januari 2005, in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [naam slachtoffer 18] heeft bewogen tot de afgifte via bankoverboeking van € 230,- voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een GSM, door vals, listig en bedrieglijk via de website marktplaats.nl zich aan die [naam slachtoffer 18] voor te doen als bonafide aanbieder van een GSM die na betaling van de GSM deze aan [naam slachtoffer 18] zou leveren;
2.
hij in de periode van 28 februari 2005 tot en met 8 maart 2005, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [naam slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte via bankoverboeking van € 211,50 voor de door hem, verdachte, toegezegde levering van een beeldscherm, door vals, listig en bedrieglijk via de website www.speurders.nl zich aan die [naam slachtoffer 19] voor te doen als bonafide aanbieder van een beeldscherm die na betaling van dat beeldscherm deze aan [naam slachtoffer 19] zou leveren.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 onder 1 meer of anders is ten laste gelegd. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op de ontkennende verklaring van de verdachte ten aanzien van dit feit, niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de digitale camera, als bedoeld in het als tiende tenlastegelegde onderdeel, niet daadwerkelijk heeft geleverd aan aangever [naam slachtoffer 11]. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De bijzondere overweging ten aanzien van het bewijs
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit van de in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 onder 1 als twaalfde en dertiende tenlastegelegde feiten, aangaande [naam slachtoffer 13] en [naam slachtoffer 14], nu niet onomstotelijk zou zijn bewezen dat genoemde aangevers daadwerkelijk de tenlastegelegde bedragen hebben betaald aan de verdachte.
De rechtbank verwerpt dit verweer, met name gelet op de omstandigheid dat de verdachte deze twee feiten heeft erkend en mede gelet op de modus operandi ter zake van genoemde feiten, die immers een grote overeenkomst vertoont met die ter zake van de overige bewezenverklaarde feiten.
Het in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 bewezen verklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
1:
oplichting, meermalen gepleegd
3:
oplichting, meermalen gepleegd
Het in de zaak met het parketnummer 03/610378-05 bewezen verklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van alle tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
De raadsman van de verdachte heeft ten aanzien van de strafoplegging gewezen op de persoonlijke en financiële omstandigheden van de verdachte. De raadsman heeft naar voren gebracht dat de verdachte zich tegenover hem uitdrukkelijk bereid heeft verklaard een taakstraf te verrichten.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving;
- de omstandigheid dat de verdachte terzake soortgelijke strafbare feiten reeds eerder is veroordeeld;
- de omstandigheid dat aannemelijk is dat de verdachte naast de ten laste gelegde feiten zich eveneens heeft schuldig gemaakt aan het hierna te noemen feit, vervat in het dossier met het parketnummer 03/610378-05, terzake van welk niet ten laste gelegde feit bij het uitbrengen van de dagvaarding aan de verdachte is medegedeeld dat dit feit door het openbaar ministerie ter terechtzitting met dit doel ter kennis van de rechter zullen worden gebracht en terzake waarvan de verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd, te weten: "tussen 21 maart 2005 en 11 april 2005, Geertruidenberg / Hoensbroek, oplichting met betrekking tot een gsm, Samsung D500 ten name van [naam slachtoffer 20]";
- de omstandigheid dat de verdachte, voor zover ter terechtzitting is gebleken, de teweeggebrachte schade nog niet heeft vergoed;
- de mate waarin het bewezen verklaarde schade teweeg heeft gebracht.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [naam slachtoffer 1], [naam slachtoffer 3], [naam slachtoffer 4], [naam slachtoffer 6], [naam slachtoffer 8], [naam slachtoffer 9], [naam slachtoffer 10], [naam slachtoffer 12], [naam slachtoffer 13], [naam slachtoffer 16], [naam slachtoffer 17], [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19] zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd.
De verdediging heeft zich verzet tegen toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer 13], nu de verdediging vrijspraak van het aan deze vordering ten grondslag liggende feit heeft bepleit. De verdediging heeft geen van de overige vorderingen inhoudelijk betwist.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam slachtoffer 1], [naam slachtoffer 3], [naam slachtoffer 4], [naam slachtoffer 6], [naam slachtoffer 8], [naam slachtoffer 9], [naam slachtoffer 10], [naam slachtoffer 12], [naam slachtoffer 13] en [naam slachtoffer 16] door de hiervoor bij dagvaarding met parketnummer 03/005584-04 onder 1 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht tot de door hen gevorderde bedragen, welke vorderingen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, en nu aan de verdachte ter zake van die feiten een straf zal worden opgelegd, zullen deze vorderingen alle geheel worden toegewezen.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam slachtoffer 17] en [naam slachtoffer 18] door de hiervoor bij dagvaarding met parketnummer 03/005584-04 onder 3 bewezen verklaarde strafbare feiten en aan de benadeelde partijen [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19] door de hiervoor bij dagvaarding met partketnummer 03/610378-05 onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade is toegebracht tot de door hen gevorderde bedragen, welke vorderingen de rechtbank evenmin onrechtmatig of ongegrond voorkomen, en nu aan de verdachte ter zake van die feiten een straf zal worden opgelegd, zullen deze vorderingen alle geheel worden toegewezen.
Nu de verdachte onder meer ter zake van de hiervoor bij dagvaarding met parketnummer 03/005584-04 onder 1 en 3 en bij dagvaarding met partketnummer 03/610378-05 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens de slachtoffers [naam slachtoffer 1], [naam slachtoffer 3], [naam slachtoffer 4], [naam slachtoffer 6], [naam slachtoffer 8], [naam slachtoffer 9], [naam slachtoffer 10], [naam slachtoffer 12], [naam slachtoffer 13], [naam slachtoffer 16], [naam slachtoffer 17], [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19] -zijnde de hiervoor genoemde benadeelde partijen [naam slachtoffer 1], [naam slachtoffer 3], [naam slachtoffer 4], [naam slachtoffer 6], [naam slachtoffer 8], [naam slachtoffer 9], [naam slachtoffer 10], [naam slachtoffer 12], [naam slachtoffer 13], [naam slachtoffer 16], [naam slachtoffer 17], [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19]- aansprakelijk is voor de schade die door die strafbare feiten is toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van nader te noemen maatregelen besloten.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 24c, 36f, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/610378-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/005584-04 onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 18 (achttien) maanden;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1]-[adres slachtoffer 1], te betalen een bedrag van € 465,- (vierhonderd vijf-en-zestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 23 april 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] van der Peet in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam slachtoffer 1]-[adres slachtoffer 1], te betalen een bedrag van € 465,- (vierhonderd en vijf-en-zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 9 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] voormeld bedrag van € 465,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 465,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 3], [adres slachtoffer 3], te betalen een bedrag van € 900,- (negenhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente van de maand mei 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 3], [adres slachtoffer 3], te betalen een bedrag van
€ 900,- (negenhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 18 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] voormeld bedrag van € 900,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 900,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 4], [adres slachtoffer 4], te betalen een bedrag van € 250,- (tweehonderd en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van de maand april 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 4] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 4], [adres slachtoffer 4], te betalen een bedrag van
€ 250,- (tweehonderd en vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 4] voormeld bedrag van € 250,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 250,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 4] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 6], [adres slachtoffer 6], te betalen een bedrag van
€ 240,- (tweehonderd en veertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 30 april 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 6], [adres slachtoffer 6], te betalen een bedrag van € 240,- (tweehonderd en veertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] voormeld bedrag van € 240,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 240,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 8], [adres slachtoffer 8], te betalen een bedrag van
€ 510,12 (vijfhonderd en tien euro en twaalf cent), vermeerderd met de wettelijke rente van de maand mei 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 8] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 8], [adres slachtoffer 8], te betalen een bedrag van € 510,12 (vijfhonderd en tien euro en twaalf cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 8] voormeld bedrag van € 510,12 heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 510,12 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 8] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 9], [adres slachtoffer 9], te betalen een bedrag van € 215,- (tweehonderd en vijftien euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 23 april 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 9] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 9], [adres slachtoffer 9], te betalen een bedrag van € 215,- (tweehonderd en vijftien euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 9] voormeld bedrag van € 215,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 215,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 9] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 10], [adres slachtoffer 10], te betalen een bedrag van
€ 1.021,01 (duizend één-en-twintig euro en één cent), vermeerderd met de wettelijke rente van de maand november 2001 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 10] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 10], [adres slachtoffer 10], te betalen een bedrag van
€ 1.021,01 (duizend één-en-twintig euro en één cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 20 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 10] voormeld bedrag van € 1.021,01 heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 1.021,01 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 10] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 12], [adres slachtoffer 12], te betalen een bedrag van
€ 150,- (honderd en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 22 april 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 12] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam slachtoffer 12], [adres slachtoffer 12], te betalen een bedrag van € 150,- (honderd en vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 12] voormeld bedrag van € 150,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 150,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 12] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 13], [adres slachtoffer 13], te betalen een bedrag van € 650,- (zeshonderd en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 14 mei 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 13] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 13], [adres slachtoffer 13], te betalen een bedrag van € 650,- (zeshonderd en vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 13 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 13] voormeld bedrag van € 650,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 650,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 13] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 16], [adres slachtoffer 16], te betalen een bedrag van € 180,50 (honderd en tachtig euro en vijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente van de maand maart 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 16] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 16], [adres slachtoffer 16], te betalen een bedrag van
€ 180,50 (honderd en tachtig euro en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 16] voormeld bedrag van € 180,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 180,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 16] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 17], [adres slachtoffer 17], te betalen een bedrag van € 185,- (honderd en vijf-en-tachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 16 september 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 17] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam slachtoffer 17], [adres slachtoffer 17], te betalen een bedrag van
€ 185,- (honderd en vijf-en-tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 17] voormeld bedrag van € 185,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 185,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 17] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 18], [adres slachtoffer 18], te betalen een bedrag van
€ 230,- (tweehonderd en dertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 12 januari 2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 18] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam slachtoffer 18], [adres slachtoffer 18], te betalen een bedrag van € 230,- (tweehonderd en dertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 18] voormeld bedrag van € 230,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 230,- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 18] komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 19], [adres slachtoffer 19], te betalen een bedrag van € 211,50 (tweehonderd-en-elf euro en vijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente van 8 maart 2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam slachtoffer 19] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer 19], [adres slachtoffer 19], te betalen een bedrag van € 211,50 (tweehonderd-en-elf euro en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 19] voormeld bedrag van € 211,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het bedrag van € 211,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 19] komt te vervallen.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.E. Kramer, voorzitter, mr. F.A.G.M. Vluggen en
mr. E.W.A. van den Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M.A. Vinken, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 augustus 2006, zijnde
mr. F.A.G.M. Vluggen buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.