RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 29 maart 2006
Zaaknummer : 105722 / HA ZA 05-1096
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen
de vennootschap onder firma TAXI ZUID V.O.F.,
gevestigd te Heerlen,
eiseres,
procureur mr. A.J.G. Bisscheroux;
de publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENTE HEERLEN,
gevestigd te Heerlen,
gedaagde,
procureur mr. H.A.J. Stollenwerck.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres, hierna te noemen "Taxi Zuid", heeft gedaagde, hierna te noemen "de gemeente", gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en geconcludeerd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd. De gemeente heeft daarna onder het overleggen van producties geantwoord. Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Taxi Zuid heeft stukken ter griffie gedeponeerd, waarvan een akte is opgemaakt.
Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden. Dit vonnis wordt wegens een herverdeling van zaken gewezen door een andere rechter dan de rechter ten overstaan van wie partijen hebben gecompareerd.
2.1 Tussen de gemeente en het taxibedrijf PTC heeft een overeenkomst bestaan op grond waarvan PTC in opdracht en voor rekening van de gemeente zorgdroeg voor het vervoer van prostituees van en naar de tippelzone in de gemeente Heerlen. PTC heeft sedert juli 2002 bij de uitvoering van die werkzaamheden met enige regelmaat Taxi Zuid ingeschakeld; op enig moment, vanaf september 2002, heeft PTC die werkzaamheden geheel overgelaten aan Taxi Zuid. Taxi Zuid heeft terzake aan de gemeente gefactureerd; de gemeente heeft de haar toegezonden facturen ook aan Taxi Zuid betaald.
2.2 Vanaf het moment dat de gemeente onderkende dat het zogenoemde tippelzonevervoer niet meer door PTC, maar door Taxi Zuid werd uitgevoerd, heeft zij meteen een einde gemaakt aan de inschakeling van Taxi Zuid voor dat vervoer en het vervoer ingaande 1 november 2002 gegund aan Taxi[Naam bedrijf].
2.3.1 Taxi Zuid acht het handelen van de gemeente jegens haar onrechtmatig.
Zij heeft in dat verband allereerst aangevoerd dat haar personeel en/of hulppersonen onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld door in strijd met de waarheid bepaalde uitlatingen over haar te doen en door een bespreking met Taxi Zuid te annuleren, het vervoer niet langer door Taxi Zuid maar door een ander bedrijf te laten uitvoeren, alsmede door het CAD ertoe te bewegen voor haar rekening komende vervoerswerkzaamheden niet langer door Taxi Zuid te laten uitvoeren, maar eveneens door Taxi [Naam Taxibedrijf].
2.3.2 Daarnaast heeft Taxi Zuid aangevoerd dat, indien er al geen overeenkomst tussen haar en de gemeente tot stand zou zijn gekomen middels contractsoverneming, het in strijd met de goede trouw is om een dergelijke overeenkomst niet alsnog aan te gaan c.q. de totstandkoming van een dergelijke overeenkomst niet na te streven.
2.3.3 Bovendien heeft de gemeente gehandeld in strijd met de Awb en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur door Taxi Zuid geen faire kans te geven mee te dingen naar het verkrijgen van de opdracht dat vervoer uit te voeren of te blijven uitvoeren.
2.4 Taxi Zuid heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat de gemeente bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om:
voor wat betreft de in het verleden geleden schade aan haar te betalen:
- primair: een door de rechtbank ex aequo et bono vastgestelde schadevergoeding;
- subsidiair: een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
voor wat betreft de in de toekomst geleden schade:
- primair: te bevelen om binnen 1 week na het ten dezen gewezen vonnis de overeenkomst met Taxi[Naam bedrijf] op te zeggen tegen de vroegst mogelijke datum en vervolgens het litigieuze vervoer, voor zover dat in haar macht ligt, aan haar op te (doen) dragen; zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 500,= per dag dat gedaagde daarmee in gebreke blijft;
- subsidiair aan eiseres te betalen:
- een door de rechtbank ex aequo et bono vastgestelde schadevergoeding; althans:
- een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
alles vermeerderd met de wettelijke rente, berekend volgens de wet, vanaf de door de rechtbank vastgestelde dag der wettelijke opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van de gemeente in de kosten van de procedure.
2.5.1 De vordering wordt door de gemeente weersproken, welk verweer - samengevat en voorzover thans van belang - het volgende inhoudt.
2.5.2 De gemeente heeft betwist dat sprake is (geweest) van een rechtsgeldige contracts-overname. Zij is daarbij op geen enkele wijze betrokken geweest; van medewerking harerzijds is geen sprake (geweest). Een dergelijke medewerking kan ook niet worden afgeleid uit het doen van een aantal betalingen aan Taxi Zuid. De gemeente neemt het Taxi Zuid zeer kwalijk dat zij geen enkel overleg met haar heeft gevoerd over de contractsovername en dat zij de gemeente ook niet heeft geïnformeerd over de feitelijke overname van het contract van PTC. De gemeente is ook niet verplicht een door haar niet gewenste feitelijke situatie in stand te laten.
2.5.3 Mogelijk heeft een van haar medewerkers zich wat minder parlementair jegens Taxi Zuid geuit; deze was echter terecht kwaad. Dat een politiefunctionaris heeft gemeld dat hij Taxi Zuid een dubieuze onderneming vindt, kan de gemeente niet worden tegengeworpen.
2.5.4 De gemeente heeft voorts betoogd dat zij vrij is in de keuze met wie zij in zee gaat.
De geboden haast –de te waarborgen continuïteit in het vervoer– in combinatie met het ontbreken van vertrouwen in Taxi Zuid, heeft erin geresulteerd dat zij een bij haar als goed bekend staand bedrijf de in geding zijnde werkzaamheden heeft gegund zonder dat er een aanbestedingsprocedure is gevolgd. Bij een onderhandse aanbesteding zou Taxi Zuid niet zijn benaderd; de gemeente is daartoe ook niet gehouden. Het is voorts maar zeer de vraag of Taxi Zuid bij een openbare aanbesteding als beste uit de bus zou zijn gekomen.
2.5.5 De gemeente heeft tot slot de (omvang van) schade betwist.
3.1 Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een rechtsgeldige contractsovername. Taxi Zuid kan worden toegegeven dat de bij een contractsovername noodzakelijke medewerking van de wederpartij vormvrij is. Derhalve kan die medewerking van de wederpartij schriftelijk, mondeling en ook stilzwijgend geschieden. Van schriftelijke of mondelinge medewerking is niet gebleken; Taxi Zuid heeft dat ook niet gesteld. De medewerking kan bij stilzwijgen van de wederpartij echter niet zonder meer worden verondersteld. Het aanvaarden als contractspartij moet, indien niet uitdrukkelijk geschied, uit gedragingen worden afgeleid. In het algemeen kan een handelen of nalaten van de kant van de wederpartij, waaruit hij laat blijken de overnemer als contractspartij te beschouwen, daartoe voldoende zijn.
De door de gemeente gedane betalingen aan de "overnemer", Taxi Zuid, kan echter niet zonder meer de conclusie rechtvaardigen dat zij haar medewerking aan het totstandkomen van de contractsoverneming wil verlenen. Vanwege de korte periode tussen de indiening van een (uiteindelijk ook betaalde) factuur en het moment waarop de gemeente Taxi Zuid liet weten niet met haar te willen samenwerken, kan de enkele betaling van die factuur niet als een dergelijke handeling worden aangemerkt. Eerder moet worden aangenomen, zoals ook door de gemeente in een van de door Taxi Zuid overgelegde producties is verwoord, dat ten onrechte niet meteen is onderkend dat de in geding zijnde werkzaamheden kennelijk door een ander dan PTC werden uitgevoerd.
3.2.1 De rechtbank acht voorts de gemeente niet aansprakelijk voor door een politieambtenaar gedane mededelingen. Deze deed geen mededelingen namens of in opdracht van de gemeente.
3.2.2 Het gestelde onrechtmatig handelen van een van haar ambtenaren kan niet worden gekwalificeerd als eigen handelen van die ambtenaar. Dat deze ambtenaar "naar willekeur" heeft gehandeld is niet gebleken. Op deze stelling zal hierna nog worden ingegaan.
3.3 De rechtbank acht het voorts niet onrechtmatig jegens Taxi Zuid dat de gemeente geen overeenkomst is aangegaan met deze onderneming. De gemeente is immers, binnen zekere grenzen, vrij in het kiezen van haar contractspartijen. Dat de gemeente zich bij haar keuze heeft laten leiden door de omstandigheid dat het haar in het verkeerde keelgat is geschoten dat Taxi Zuid (en PTC) zonder enige vorm van overleg met haar aan PTC gegunde werkzaamheden door Taxi Zuid te laten uitvoeren, acht de rechtbank geen omstandigheid die haar in strijd heeft gebracht met de eisen van goede trouw. Deze keuze kan, gelet op die omstandigheid, evenmin als willekeurig worden aangemerkt.
3.4.1 Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de stellingen van Taxi Zuid, inhoudende dat zij geen faire kans heeft gekregen en dat de gemeente heeft gehandeld in strijd met de Awb en de beginselen van behoorlijk bestuur, waarmee Taxi Zuid kennelijk heeft bedoeld aan te geven dat de gemeente regels met betrekking tot aanbesteding heeft overtreden.
3.4.2 Dat de ombudscommissie van de gemeente Heerlen van oordeel is dat de door de gemeente gevolgde aanbestedingsprocedure onzorgvuldig is geweest maakt dat niet anders. Dat oordeel is gebaseerd op de conclusie dat de aanbesteding niet stoelde op een protocol, hetgeen gezien het politiek en maatschappelijk belang dat aan een zorgvuldige selectie-procedure wordt gehecht van belang werd geacht, alsmede op de conclusie dat de gevolgde selectieprocedure onvoldoende aan Taxi Zuid kenbaar was gemaakt.
Deze onzorgvuldigheid alleen is onvoldoende voor de conclusie dat de gemeente jegens Taxi Zuid onrechtmatig heeft gehandeld. Daarvoor is immers ook nodig dat Taxi Zuid een meer dan gerede kans zou hebben gehad om het vervoerscontract binnen te halen; Taxi Zuid heeft daartoe echter onvoldoende gesteld.
3.5 Al het vorenstaande brengt met zich dat de vordering moet worden afgewezen en dat Taxi Zuid als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit geding dient te dragen.
veroordeelt eiser in de aan de zijde van gedaagde gerezen proceskosten, deze tot aan dit vonnis in totaal begroot op € 244,- aan griffierecht en € 904,- voor salaris procureur;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J.M. Bruijnzeels, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.