ECLI:NL:RBMAA:2006:AV7077
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Becker-Hartenhof
- F.M. van Maanen Winters
- F.A.G.M. Vluggen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van geweld of dwangmiddelen in seksuele zaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 17 maart 2006, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, waarbij gebruik zou zijn gemaakt van geweld of andere feitelijkheden. De tenlastelegging betrof een periode van 13 tot en met 14 februari 2005, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was voor het gebruik van geweld of dwangmiddelen. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uren geëist. Tijdens de zitting op 3 maart 2006 heeft de raadsvrouwe gepleit voor vrijspraak, stellende dat er geen wettig bewijs was voor de beschuldigingen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte geweld of andere feitelijkheden had gebruikt om het slachtoffer te dwingen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de openstaande financiële schuld van de verdachte aan het slachtoffer niet als dwangmiddel was gebruikt. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van het ten laste gelegde feit is vrijgesproken. De kosten die door de verdachte zijn gemaakt ter verdediging tegen de vordering zijn begroot op nihil. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.